Busbanen voor betere bereikbaarheid

Den Haag – Koninklijk Nederlands Vervoer vraagt de Tweede Kamer om bij minister Eurlings van Verkeer en Waterstaat te pleiten voor de inzet en aanleg van doelgroepstroken. De aanleg van 2000 kilometer busbanen en meer metro- en lightrailverbindingen tussen en in de steden vergroten de bereikbaarheid.

Koninklijk Nederlands Vervoer (KNV) steunt de inzet van het ministerie van Verkeer en Waterstaat om de bereikbaarheid te verbeteren. Maar om de nog steeds toenemende mobiliteitsvraag aan te kunnen, zijn investeringen in spoor alleen niet genoeg. Een meer integrale benadering is noodzakelijk. In een dergelijke benadering moet de positie van het collectief personenvervoer over de weg nadrukkelijk worden meegenomen.

Busvervoer is veruit de minst milieubelastende vorm van gemotoriseerd vervoer en verdient alleen daarom al een prominente positie. Investeren in busbanen waarop bussen en touringcars ongehinderd grote groepen reizigers kunnen vervoeren, is een groene investering. Juridische obstakels die te maken hebben met luchtkwaliteit zijn niet te verwachten. Zowel milieudoelstellingen als bereikbaarheidsdoelstellingen worden door deze investeringen gediend.

Een belangrijk voordeel van ‘groen asfalt’ is dat grote groepen reizigers een betrouwbaar alternatief krijgen voor het gebruik van de personenauto. De aanleg of toekenning van doelgroepstroken is eenvoudiger en dus sneller te realiseren dan de aanleg van nieuw spoor en busbanen vormen een goede aanvulling op de bestaande spoor- en railinfrastructuur. In een stad als Londen bijvoorbeeld hebben busbanen een niet meer weg te denken plaats naast het uitgebreide metro- en spoorsysteem.

Koninklijk Nederlands Vervoer is de werkgeversorganisatie voor het beroepsvervoer: openbaar vervoer, goederenvervoer, taxi en touringcarvervoer.