Tussenrapportage Anders Betalen voor Mobiliteit

Tussenrapportage van de klankbordgroep Anders Betalen voor Mobiliteit aan minister Eurlings. Deze tussenrapportage wordt op verzoek van de onafhankelijke klankbordgroep verspreid door het ministerie van Verkeer en Waterstaat

Aan de minister van Verkeer en Waterstaat

de weledelgestrenge heer ir. C.M.P.S. Eurlings

Den Haag, 15 november 2007

Excellentie,

Bij de instellingsvergadering van de Klankbordgroep Anders betalen voor Mobiliteit op 31 oktober jl., vroeg u ons met een advies te komen met betrekking tot de voortgang van de invoering van de beleidsvoornemens uit de Nota Mobiliteit met betrekking tot het advies van het Platform Nouwen over Anders betalen voor Mobiliteit. Bijgaand treft u dit advies, waaraan wij in grote saamhorigheid hebben gewerkt, aan.

De kern van het bijgaande advies betreft de overeenstemming dat er snel toegewerkt moet worden naar het einddoel zoals verwoord in het advies van het “Platform Nouwen” en in de Nota Mobiliteit.

Om dit te kunnen bereiken, adviseren de leden van de Klankbordgroep u om verder te gaan en te onderzoeken in hoeverre experimenten met vormen van anders betalen voor mobiliteit, met vrijwillige deelname of verplichte deelname, mogelijk en uitvoerbaar zijn.

Het maatschappelijke draagvlak onder het advies is groot. Natuurlijk zijn er op dit pad, waarbij de leden van de Klankbordgroep meerdere malen hebben uitgesproken dat zij dit pad met u gezamenlijk willen aflopen, nog veel onderwerpen die niet of niet voldoende in de uitwerking onderzocht zijn en waarvan de effecten moeten blijken uit de experimenten.

Met betrekking tot enkele randvoorwaarden zoals de inningsorganisatie en de opzet van de experimenten worden kanttekeningen gezet door koepels van decentrale overheden en de Stichting Natuur en Milieu. De VNG is van mening dat voor beide voorgestelde experimentvormen nader onderzoek gewenst is. Wat betreft de ombouw van de MRB/ BPM is de Stichting Natuur en Milieu van mening dat wij daar op dit moment geen uitspraak over moeten doen. Het VNG is van mening dat de vergroening van het belastingstelsel (MRB/BPM) in principe los staat van en vooruit moet lopen op de invoering van het advies “Anders betalen voor Mobiliteit” en de Nota Mobiliteit.

Maar graag spreken wij uit dat wij, met u, deze vraagstukken willen aanpakken, onderzoeken en tot een conclusie willen brengen die gunstig is voor de bereikbaarheid van Nederland, het milieu verbetert, het eerlijkheidsaspect in het gebruik van de auto en het betalen voor dat gebruik in zich draagt en de congestie zichtbaar vermindert.

Met vriendelijke groet,

Drs. L.M.L.H.A. Hermans

Voorzitter Klankbordgroep Anders betalen voor Mobiliteit

Bijlage : 2

Advies aan de minister van Verkeer en Waterstaat

De Klankbordgroep Anders betalen voor Mobiliteit, in vergadering bijeen op 13 november 2007 heeft indringend gesproken over de mogelijkheden van het invoeren van Anders betalen voor Mobiliteit in Nederland.

In de Klankbordgroep bestaat onvoldoende draagvlak voor de door het ministerie van Verkeer en Waterstaat onderzochte varianten van een tussenfase.

De leden van de Klankbordgroep hebben met elkaar overeenstemming bereikt over een advies aan de minister van Verkeer en Waterstaat over de mogelijkheden waarlangs Anders betalen voor mobiliteit in Nederland kan worden ingevoerd. Dit advies treft u hierbij aan.

Preambule.

De doelstelling van Anders betalen voor Mobiliteit is het realiseren van een systeem waarbij wordt betaald naar tijd, plaats en milieukenmerken.

Elke proef of experiment welke in het kader van Anders betalen voor Mobiliteit wordt gedaan, moet daarom voldoen aan tenminste de volgende voorwaarden:

  • a) Elke proef moet bijdragen aan het invoeren van het advies van het Platform Anders betalen voor Mobiliteit en opgenomen in de Nota Mobiliteit en dit einddoel dichterbij brengen;
  • b) Zij moet bijdragen aan (het vergaren van kennis over) het verminderen van de congestie op de Nederlandse wegen;
  • c) Zij moet bijdragen aan de vermindering van de milieubelasting door autoverkeer in Nederland.

Waar zijn de partijen het over eens:

  • 1) Alle partijen onderschrijven dat het invoeren van Anders betalen voor Mobiliteit moet leiden tot een eerlijker manier van betalen voor mobiliteit. Dit moet zichtbaar anders betalen zijn, conform het advies van het Platform Anders betalen voor Mobiliteit en de Nota Mobiliteit;
  • 2) Om een betekenisvolle en onomkeerbare stap te zetten om het systeem van Anders betalen voor Mobiliteit in te voeren, moet primair het wetgevingstraject nog deze kabinetsperiode worden afgerond. Dit traject moet nu met grote voortvarendheid worden aangepakt, in samenspraak met de leden van de Klankbordgroep;
  • 3) De organisatie van het in te voeren systeem voor Anders betalen voor Mobiliteit moet in de eindsituatie lopen langs de lijnen van het advies van het Platform Anders betalen voor Mobiliteit en de Nota Mobiliteit;
  • 4) De Klankbordgroep is er voorstander van om ervaring op te doen met Anders betalen voor Mobiliteit door middel van experimenten waarin zoveel mogelijk elementen van het einddoel worden getoetst;
  • Experimenten op vrijwillige basis kunnen worden uitgevoerd na beschrijving van de leerdoelen en nader onderzoek naar de mogelijke effecten van de experimenten, opdat een onderbouwde keuze gemaakt kan worden;
  • 6) De Klankbordgroep is van mening, dat ook experimenten met een verplichte deelname die tot doel hebben de effecten op de bereikbaarheid te verbeteren, moeten worden onderzocht.

Echter, op dit moment, zo zijn wij van mening, is de haalbaarheid van dergelijke proeven in de uitwerking en de juridische mogelijkheden nog niet volledig te overzien. Deze punten zullen nader onderzocht en uitgewerkt moeten worden.

De condities waaronder de Klankbordgroep met nadere voorstellen voor experimenten voor de invoering van het systeem van kilometerbeprijzen kan instemmen zijn de volgende:

  • 1) De belasting van het onderliggende wegennet door sluipverkeer, zowel in milieubelasting als de daadwerkelijke belasting van het wegennet, moet niet toenemen;
  • 2) Heffingen die ook in het “plan Nouwen” zijn uitgesloten, waaronder een cordonheffing, moeten worden vermeden;
  • 3) Bij de experimenten dient Anders betalen voor Mobiliteit een wezenskenmerk te zijn. Dat betekent dat deelnemers aan de experimenten tegenover een betaling voor het gebruik van de weg een compensatie voor hun vaste lasten dient te worden gegeven. Het systeem moet eerlijk zijn in gebruik voor de individuele weggebruiker. Degene die minder dan gemiddeld rijdt, moet over all minder betalen. Degene die meer rijdt, moet daarentegen meer gaan betalen. In totaliteit zal in het eindbeeld beprijzing lastenneutraal per groep weggebruikers worden ingevoerd;
  • 4) Er moet op termijn daadwerkelijke invloed blijken op de vermindering van de congestie;
  • 5) De uitvoering van de experimenten moeten leiden tot een daadwerkelijke vermindering van de belasting van het milieu;
  • 6) Het systeem moet een zeer grote mate van betrouwbaarheid in de uitvoering en de controle garanderen. Controle wil hier zeggen dat men de betaling voor het gebruik van de weg normalerwijze niet kan ontlopen.

Experimenten
Partijen zijn het er over eens, dat, om een systeem van Anders betalen voor Mobiliteit met beleid in te voeren, er gewerkt moet worden aan onder meer het vergaren van kennis over gedragsbeïnvloeding ten gevolge van beprijzing, de techniek van de eindfase en het systeem van handhaving en facturering. Om deze ervaring op te doen, stelt de Klankbordgroep voor om proeven te nemen op vrijwillige en verplichte basis.

Het is goed om ook ervaring op te doen met een proef met verplichte deelname door weggebruikers die bijdraagt aan het bereiken van het eindbeeld. Hierbij moeten spitsrijders betalen voor het gebruik van de weg en met compensatie voor de vaste lasten.

Voor de vrijwillige variant zijn, zo is de mening, twee vormen geschikt en wel:

  • spitsmijden met vrijwillige deelname door leaseauto-berijders;
  • spitsmijden met vrijwillige deelname in specifieke regio’s (daar waar de belasting van de weg groot is en het effect naar verwachting dus maximaal).

Commitment Klankbordgroep

Voor alle proeven geldt, dat partijen van mening zijn dat ook zijzelf waar zij kunnen een uiterste krachtsinspanning moeten leveren tot het slagen van de proeven om tot een succesvolle verandering van het mobiliteitsgedrag in Nederland te komen. Zo is het bedrijfsleven bereid actief bij hun achterban te bevorderen dat werknemers aan pilots deelnemen, en tot een intensivering van hun inzet op mobiliteitsmanagement, inclusief de totstandkoming van arbeidsvoorwaardelijke afspraken.

Opbrengsten van experimenten in het kader van het Platform Anders betalen voor Mobiliteit moeten ook, conform het Platformadvies, kunnen worden aangewend voor financiering van openbaar vervoervoorzieningen, voor zover het een relatie heeft met het oplossen van de congestie op dat specifieke knelpunt.

De partijen verenigd in de Klankbordgroep vragen vervolgens nadrukkelijk aandacht bij de nadere uitwerking van dit advies aan de minister voor de volgende punten:

  • Invoering van tussentijdse BPM[1] verhogingen terwijl de BPM in het eindbeeld juist wordt verlaagd brengt het invoeren van Anders betalen voor mobiliteit conform het advies van de commissie Nouwen en het zo noodzakelijk geachte draagvlak onder het advies in gevaar. Om de invoering van het einddoel blijvend steun te kunnen geven, willen de partijen in de Klankbordgroep duidelijk aangeven dat ook de overheid zich moet realiseren dat zij een taak heeft bij het invoeren van Anders betalen voor mobiliteit. De overheid dient, naar de mening van de Klankbordgroepleden ook hier een consistent beleid te voeren in de richting van het einddoel;
  • Uitgangspunt voor de Klankbordgroep is dat de belastingaanpassingen in het kader van Anders betalen voor Mobiliteit op budgetneutrale wijze op mesoniveau gebeurt. Dat betekent dat de verlaging van de BPM gefinancierd moet worden uit de verhoging van de MRB[2] voor personenauto’s. De constructie om de BPM-verlaging te financieren door ook de MRB voor vracht- en bestelauto te verhogen druist in tegen het principe van budgetneutraliteit op mesoniveau;
  • Er moet een communicatiestrategie worden opgesteld, waarbij de coördinatie ligt bij de minister van Verkeer en Waterstaat. Deze strategie moet ten spoedigste en voortvarend worden aangepakt en in samenspraak met de betrokken partijen in de Klankbordgroep.

Bijlage bij brief met kenmerk : klbg 20071115/1

Samenstelling Klankbordgroep Anders betalen voor Mobiliteit

De heer drs. L.M.L.H.A. Hermans, MKB Nederland, tevens voorzitter

De heer drs. L.H.M. Osterholt, Onafhankelijk secretaris

Mevrouw J.N. Baljeu, SkVV

De heer mr. P.J. Biesheuvel, Vereniging Nederlandse Autoleasebedrijven (VNA)

De heer mr. D. van den Broek Humpreij, EVO

De heer drs. J.S.G.M. Burgman, Stichting Bovag-Rai

Mevrouw M.H.H. van Haaren – Koopman, IPO

De heer Tj. Herrema, Gemeente Amsterdam

De heer P.J.H. Janssen, Stichting Bovag-Rai

Mevrouw drs. A. Jongerius, Vakcentrale FNV

De heer C.J.H. Lamers, VNG

De heer mr. drs. F.J. Paas, Vakcentrale CNV

Mevrouw M. de Rijk, Stichting Natuur en Milieu

De heer drs. A.B. Sakkers, Transport en Logistiek Nederland (TLN)

De heer ir. A.J. Toet, Koninklijk Nederlands Vervoer (KNV)

De heer mr. B.E.M. Wientjes, VNO-NCW

De heer mr. G.H.N.L. van Woerkom, ANWB

Adviserende leden

De heer drs. P.J.C.M van den Berg, Ministerie van Financiën

De heer drs. S. Riedstra, Ministerie van Verkeer en Waterstaat

[1] BPM = belasting van personenauto’s en motorrijwielen

[2] MRB = motorrijtuigenbelasting

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Tussenrapportage Anders Betalen voor Mobiliteit | Infrasite

Tussenrapportage Anders Betalen voor Mobiliteit

Tussenrapportage van de klankbordgroep Anders Betalen voor Mobiliteit aan minister Eurlings. Deze tussenrapportage wordt op verzoek van de onafhankelijke klankbordgroep verspreid door het ministerie van Verkeer en Waterstaat

Aan de minister van Verkeer en Waterstaat

de weledelgestrenge heer ir. C.M.P.S. Eurlings

Den Haag, 15 november 2007

Excellentie,

Bij de instellingsvergadering van de Klankbordgroep Anders betalen voor Mobiliteit op 31 oktober jl., vroeg u ons met een advies te komen met betrekking tot de voortgang van de invoering van de beleidsvoornemens uit de Nota Mobiliteit met betrekking tot het advies van het Platform Nouwen over Anders betalen voor Mobiliteit. Bijgaand treft u dit advies, waaraan wij in grote saamhorigheid hebben gewerkt, aan.

De kern van het bijgaande advies betreft de overeenstemming dat er snel toegewerkt moet worden naar het einddoel zoals verwoord in het advies van het “Platform Nouwen” en in de Nota Mobiliteit.

Om dit te kunnen bereiken, adviseren de leden van de Klankbordgroep u om verder te gaan en te onderzoeken in hoeverre experimenten met vormen van anders betalen voor mobiliteit, met vrijwillige deelname of verplichte deelname, mogelijk en uitvoerbaar zijn.

Het maatschappelijke draagvlak onder het advies is groot. Natuurlijk zijn er op dit pad, waarbij de leden van de Klankbordgroep meerdere malen hebben uitgesproken dat zij dit pad met u gezamenlijk willen aflopen, nog veel onderwerpen die niet of niet voldoende in de uitwerking onderzocht zijn en waarvan de effecten moeten blijken uit de experimenten.

Met betrekking tot enkele randvoorwaarden zoals de inningsorganisatie en de opzet van de experimenten worden kanttekeningen gezet door koepels van decentrale overheden en de Stichting Natuur en Milieu. De VNG is van mening dat voor beide voorgestelde experimentvormen nader onderzoek gewenst is. Wat betreft de ombouw van de MRB/ BPM is de Stichting Natuur en Milieu van mening dat wij daar op dit moment geen uitspraak over moeten doen. Het VNG is van mening dat de vergroening van het belastingstelsel (MRB/BPM) in principe los staat van en vooruit moet lopen op de invoering van het advies “Anders betalen voor Mobiliteit” en de Nota Mobiliteit.

Maar graag spreken wij uit dat wij, met u, deze vraagstukken willen aanpakken, onderzoeken en tot een conclusie willen brengen die gunstig is voor de bereikbaarheid van Nederland, het milieu verbetert, het eerlijkheidsaspect in het gebruik van de auto en het betalen voor dat gebruik in zich draagt en de congestie zichtbaar vermindert.

Met vriendelijke groet,

Drs. L.M.L.H.A. Hermans

Voorzitter Klankbordgroep Anders betalen voor Mobiliteit

Bijlage : 2

Advies aan de minister van Verkeer en Waterstaat

De Klankbordgroep Anders betalen voor Mobiliteit, in vergadering bijeen op 13 november 2007 heeft indringend gesproken over de mogelijkheden van het invoeren van Anders betalen voor Mobiliteit in Nederland.

In de Klankbordgroep bestaat onvoldoende draagvlak voor de door het ministerie van Verkeer en Waterstaat onderzochte varianten van een tussenfase.

De leden van de Klankbordgroep hebben met elkaar overeenstemming bereikt over een advies aan de minister van Verkeer en Waterstaat over de mogelijkheden waarlangs Anders betalen voor mobiliteit in Nederland kan worden ingevoerd. Dit advies treft u hierbij aan.

Preambule.

De doelstelling van Anders betalen voor Mobiliteit is het realiseren van een systeem waarbij wordt betaald naar tijd, plaats en milieukenmerken.

Elke proef of experiment welke in het kader van Anders betalen voor Mobiliteit wordt gedaan, moet daarom voldoen aan tenminste de volgende voorwaarden:

  • a) Elke proef moet bijdragen aan het invoeren van het advies van het Platform Anders betalen voor Mobiliteit en opgenomen in de Nota Mobiliteit en dit einddoel dichterbij brengen;
  • b) Zij moet bijdragen aan (het vergaren van kennis over) het verminderen van de congestie op de Nederlandse wegen;
  • c) Zij moet bijdragen aan de vermindering van de milieubelasting door autoverkeer in Nederland.

Waar zijn de partijen het over eens:

  • 1) Alle partijen onderschrijven dat het invoeren van Anders betalen voor Mobiliteit moet leiden tot een eerlijker manier van betalen voor mobiliteit. Dit moet zichtbaar anders betalen zijn, conform het advies van het Platform Anders betalen voor Mobiliteit en de Nota Mobiliteit;
  • 2) Om een betekenisvolle en onomkeerbare stap te zetten om het systeem van Anders betalen voor Mobiliteit in te voeren, moet primair het wetgevingstraject nog deze kabinetsperiode worden afgerond. Dit traject moet nu met grote voortvarendheid worden aangepakt, in samenspraak met de leden van de Klankbordgroep;
  • 3) De organisatie van het in te voeren systeem voor Anders betalen voor Mobiliteit moet in de eindsituatie lopen langs de lijnen van het advies van het Platform Anders betalen voor Mobiliteit en de Nota Mobiliteit;
  • 4) De Klankbordgroep is er voorstander van om ervaring op te doen met Anders betalen voor Mobiliteit door middel van experimenten waarin zoveel mogelijk elementen van het einddoel worden getoetst;
  • Experimenten op vrijwillige basis kunnen worden uitgevoerd na beschrijving van de leerdoelen en nader onderzoek naar de mogelijke effecten van de experimenten, opdat een onderbouwde keuze gemaakt kan worden;
  • 6) De Klankbordgroep is van mening, dat ook experimenten met een verplichte deelname die tot doel hebben de effecten op de bereikbaarheid te verbeteren, moeten worden onderzocht.

Echter, op dit moment, zo zijn wij van mening, is de haalbaarheid van dergelijke proeven in de uitwerking en de juridische mogelijkheden nog niet volledig te overzien. Deze punten zullen nader onderzocht en uitgewerkt moeten worden.

De condities waaronder de Klankbordgroep met nadere voorstellen voor experimenten voor de invoering van het systeem van kilometerbeprijzen kan instemmen zijn de volgende:

  • 1) De belasting van het onderliggende wegennet door sluipverkeer, zowel in milieubelasting als de daadwerkelijke belasting van het wegennet, moet niet toenemen;
  • 2) Heffingen die ook in het “plan Nouwen” zijn uitgesloten, waaronder een cordonheffing, moeten worden vermeden;
  • 3) Bij de experimenten dient Anders betalen voor Mobiliteit een wezenskenmerk te zijn. Dat betekent dat deelnemers aan de experimenten tegenover een betaling voor het gebruik van de weg een compensatie voor hun vaste lasten dient te worden gegeven. Het systeem moet eerlijk zijn in gebruik voor de individuele weggebruiker. Degene die minder dan gemiddeld rijdt, moet over all minder betalen. Degene die meer rijdt, moet daarentegen meer gaan betalen. In totaliteit zal in het eindbeeld beprijzing lastenneutraal per groep weggebruikers worden ingevoerd;
  • 4) Er moet op termijn daadwerkelijke invloed blijken op de vermindering van de congestie;
  • 5) De uitvoering van de experimenten moeten leiden tot een daadwerkelijke vermindering van de belasting van het milieu;
  • 6) Het systeem moet een zeer grote mate van betrouwbaarheid in de uitvoering en de controle garanderen. Controle wil hier zeggen dat men de betaling voor het gebruik van de weg normalerwijze niet kan ontlopen.

Experimenten
Partijen zijn het er over eens, dat, om een systeem van Anders betalen voor Mobiliteit met beleid in te voeren, er gewerkt moet worden aan onder meer het vergaren van kennis over gedragsbeïnvloeding ten gevolge van beprijzing, de techniek van de eindfase en het systeem van handhaving en facturering. Om deze ervaring op te doen, stelt de Klankbordgroep voor om proeven te nemen op vrijwillige en verplichte basis.

Het is goed om ook ervaring op te doen met een proef met verplichte deelname door weggebruikers die bijdraagt aan het bereiken van het eindbeeld. Hierbij moeten spitsrijders betalen voor het gebruik van de weg en met compensatie voor de vaste lasten.

Voor de vrijwillige variant zijn, zo is de mening, twee vormen geschikt en wel:

  • spitsmijden met vrijwillige deelname door leaseauto-berijders;
  • spitsmijden met vrijwillige deelname in specifieke regio’s (daar waar de belasting van de weg groot is en het effect naar verwachting dus maximaal).

Commitment Klankbordgroep

Voor alle proeven geldt, dat partijen van mening zijn dat ook zijzelf waar zij kunnen een uiterste krachtsinspanning moeten leveren tot het slagen van de proeven om tot een succesvolle verandering van het mobiliteitsgedrag in Nederland te komen. Zo is het bedrijfsleven bereid actief bij hun achterban te bevorderen dat werknemers aan pilots deelnemen, en tot een intensivering van hun inzet op mobiliteitsmanagement, inclusief de totstandkoming van arbeidsvoorwaardelijke afspraken.

Opbrengsten van experimenten in het kader van het Platform Anders betalen voor Mobiliteit moeten ook, conform het Platformadvies, kunnen worden aangewend voor financiering van openbaar vervoervoorzieningen, voor zover het een relatie heeft met het oplossen van de congestie op dat specifieke knelpunt.

De partijen verenigd in de Klankbordgroep vragen vervolgens nadrukkelijk aandacht bij de nadere uitwerking van dit advies aan de minister voor de volgende punten:

  • Invoering van tussentijdse BPM[1] verhogingen terwijl de BPM in het eindbeeld juist wordt verlaagd brengt het invoeren van Anders betalen voor mobiliteit conform het advies van de commissie Nouwen en het zo noodzakelijk geachte draagvlak onder het advies in gevaar. Om de invoering van het einddoel blijvend steun te kunnen geven, willen de partijen in de Klankbordgroep duidelijk aangeven dat ook de overheid zich moet realiseren dat zij een taak heeft bij het invoeren van Anders betalen voor mobiliteit. De overheid dient, naar de mening van de Klankbordgroepleden ook hier een consistent beleid te voeren in de richting van het einddoel;
  • Uitgangspunt voor de Klankbordgroep is dat de belastingaanpassingen in het kader van Anders betalen voor Mobiliteit op budgetneutrale wijze op mesoniveau gebeurt. Dat betekent dat de verlaging van de BPM gefinancierd moet worden uit de verhoging van de MRB[2] voor personenauto’s. De constructie om de BPM-verlaging te financieren door ook de MRB voor vracht- en bestelauto te verhogen druist in tegen het principe van budgetneutraliteit op mesoniveau;
  • Er moet een communicatiestrategie worden opgesteld, waarbij de coördinatie ligt bij de minister van Verkeer en Waterstaat. Deze strategie moet ten spoedigste en voortvarend worden aangepakt en in samenspraak met de betrokken partijen in de Klankbordgroep.

Bijlage bij brief met kenmerk : klbg 20071115/1

Samenstelling Klankbordgroep Anders betalen voor Mobiliteit

De heer drs. L.M.L.H.A. Hermans, MKB Nederland, tevens voorzitter

De heer drs. L.H.M. Osterholt, Onafhankelijk secretaris

Mevrouw J.N. Baljeu, SkVV

De heer mr. P.J. Biesheuvel, Vereniging Nederlandse Autoleasebedrijven (VNA)

De heer mr. D. van den Broek Humpreij, EVO

De heer drs. J.S.G.M. Burgman, Stichting Bovag-Rai

Mevrouw M.H.H. van Haaren – Koopman, IPO

De heer Tj. Herrema, Gemeente Amsterdam

De heer P.J.H. Janssen, Stichting Bovag-Rai

Mevrouw drs. A. Jongerius, Vakcentrale FNV

De heer C.J.H. Lamers, VNG

De heer mr. drs. F.J. Paas, Vakcentrale CNV

Mevrouw M. de Rijk, Stichting Natuur en Milieu

De heer drs. A.B. Sakkers, Transport en Logistiek Nederland (TLN)

De heer ir. A.J. Toet, Koninklijk Nederlands Vervoer (KNV)

De heer mr. B.E.M. Wientjes, VNO-NCW

De heer mr. G.H.N.L. van Woerkom, ANWB

Adviserende leden

De heer drs. P.J.C.M van den Berg, Ministerie van Financiën

De heer drs. S. Riedstra, Ministerie van Verkeer en Waterstaat

[1] BPM = belasting van personenauto’s en motorrijwielen

[2] MRB = motorrijtuigenbelasting

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Een uitgave van ProMedia Group
ProMedia Group
ProMedia Group
Weena 505 B18
3013 AL Rotterdam

Tel: +31 (0)10-280-1024
redactie@infrasite.nl