Provincie neemt 1600 haltes op de schop

Den Haag – De provincie Zuid-Holland trekt de komende jaren 12,9 miljoen euro uit om de toegankelijkheid van ongeveer 1600 bushaltes aan te pakken. Door haltes te verhogen en obstakels te verwijderen hoopt de provincie dat meer mensen met lichamelijke beperkingen de bus kunnen nemen. Ook senioren, ouders met kinderwagen en reizigers met zware baggage profiteren van de hogere perrons.

In Zuid-Holland staan 3200 zogeheten halteparen; de helft daarvan moet volgens het provinciebestuur binnen acht jaar zijn aangepast. Bij het beter toegankelijk maken moet worden gedacht aan het verhogen van de busperrons (idealiter achttien centimeter boven de rijbaan), het verplaatsen van obstakels als prullebakken of lantaarnpalen, het wegwerken van bochten bij het punt van instappen en het leggen van geribbelde tegels om de route naar de busingang te markeren voor blinden en slechtzienden.

De gemeenten en waterschappen zullen de werkzaamheden uitvoeren en kunnen daarvoor aanspraak maken op de in totaal 12,9 miljoen euro van de provincie. Het gaat om maximaal tienduizend euro subsidie per halte. Bij de subsidieverlening hebben haltes bij verzorgingshuizen, ziekenhuizen en winkelcentra voorrang.

Eind 2008 zijn alle bussen in het concessiegebied van Zuid-Holland voorzien van een extra lage vloer om het instappen te vergemakkelijken. Om dit soort bussen optimaal te kunnen inzetten voor minder validen, kiest de provincie ervoor om de 1600 haltes aan te pakken. Als de operatie over acht jaar is afgerond, moet tachtig procent van het totaal aantal busreizigers eenvoudig kunnen in- en uitstappen.

Voor het budget dat beschikbaar was voor de periode 2005-2007 dienden 27 gemeenten een aanvraag in. De stadsregio’s Rotterdam en Den Haag vallen buiten de regeling; zij ontvangen via andere kanalen geld om de toegankelijkheid van bushaltes te verbeteren.