Utrecht – De Projectorganisatie Betuweroute start op 6 maart met testen op een groot deel van de gloednieuwe goederenspoorlijn. Tussen Zwijndrecht en Zevenaar worden de komende maanden verschillende, veelal nieuwe spoorsystemen en -technieken, uitgebreid getest. Op 6 maart wordt begonnen met het treinbeveiligingssysteem ERTMS.

start ERTMS-testen op 6 maart
Vanaf volgende week wordt een belangrijke stap gezet in de richting van de ingebruikname van de Betuweroute. Dan start het testen van het beveiligingssysteem ERTMS op het stuk Zwijndrecht – Zevenaar, het deel van de goederenspoorlijn dat voor het publiek dé Betuweroute is.
Bij de ERTMS-testen wordt een bijzonder voertuig ingezet, de rode ProRail ‘BB21/ERTMS-testtrain’, een zogenaamde motorpost. Deze wordt voortgetrokken door een diesellocomotief. De testtrein rijdt in de eerste week niet harder dan 40 km/uur. Daarna wordt de snelheid verhoogd tot een maximum van 120 km/uur (harder zal er niet gereden worden op de Betuweroute). De ERTMS-testen vormen de aftrap van een omvangrijk testprogramma.

testen, testen, testen
De Betuweroute is voorzien van een aantal nieuwe spoorsystemen. Het gaat dan om systemen om het spoor veilig te maken voor goederenverkeer (ERTMS), systemen voor de communicatie met de machinist (GSM-R), de elektriciteitsvoorziening voor de bovenleidingen (25 kV) en detectiesystemen voor veiligheid in de tunnels. Een aantal van deze systemen is nog niet eerder in de Nederlandse spoorwereld toegepast. Omdat de systemen nieuw zijn, worden ze eerst uitgebreid en grondig getest zodat vaststaat dat ze afzonderlijk optimaal werken. In de tweede fase (die in mei start) wordt de onderlinge samenhang van de systemen getest. Er wordt dus eerst gekeken of ze werken en daarna of ze ook samenwerken.