GWW-sector innovatiever dan gedacht

Amsterdam – De veel gehoorde stelling dat de bouw een weinig innovatieve bedrijfstak is, is niet juist. De uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling zijn ook hoger dan algemeen wordt aangenomen. Dat is de belangrijkste conclusie uit een door het EIB uitgevoerd verkennend onderzoek naar het verband tussen Design & Construct-contracten en de mate van innovatie door aannemers in de sector gww. De resultaten van het onderzoek zijn gepubliceerd in het rapport ‘Design & Costruct en innovatie in de sector gww’.

Uit het onderzoek is ook gebleken dat aannemers door Design & Construct-projecten meer geprikkeld worden tot innoveren dan bij traditioneel uitgevoerde projecten. Daar vloeien vervolgens ook extra investeringen in onderzoek en ontwikkeling (R&D) uit voort. Die blijken echter grotendeels projectgericht te zijn. Opdrachtgevers stellen budgetten beschikbaar om voor projectgebonden problemen innovatieve oplossingen te ontwikkelen, of de aannemer zoekt zelf naar mogelijkheden om projectgebonden efficiëncyverbeteringen te bereiken. Er zijn relatief weinig innovaties die ontwikkeld worden met het doel bij meer dan één project te worden toegepast. Het vaker kunnen toepassen van een innovatie is voor de aannemer eerder een op toeval berustende bijkomstigheid dan een uitgangspunt. De meerwaarde voor het innovatieniveau van de gehele bouwsector is daardoor niet altijd duidelijk.

Aannemers investeren ook zelden risicodragend kapitaal in R&D. Omdat de onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten doorgaans projectgericht zijn, worden de kosten direct aan de opdrachtgever doorberekend. Ook investeringen die gericht zijn op efficiëncy-verbeterende innovaties worden op korte termijn afgeschreven. De kosten ervan worden zelden over een langere periode uitgesmeerd of aan meerdere projecten toegerekend.

Investeringen in en uitgaven voor R&D door bouwbedrijven zijn vaak moeilijk meetbaar. Onderzoek en ontwikkeling zijn in veel gevallen onderdeel van de ontwerpactiviteiten in het kader van een Design & Construct-contract. In de meeste industriële sectoren is R&D anders georganiseerd binnen het bedrijf, bijvoorbeeld in een zelfstandige afdeling. Hierdoor is de meetbaarheid van uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling in bouwbedrijven moeilijker dan in industriële ondernemingen. Vergelijkingen van de R&D-inspanningen van de bouwnijverheid (in het bijzonder de grond-, water- en wegenbouw) met die van andere sectoren, met als conclusie dat de bouw een weinig innovatieve bedrijfstak is, zijn dan ook niet terecht.

U kunt de publicatie ‘Design & construct en innovatie in de sector gww’ inzien op de site van

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

GWW-sector innovatiever dan gedacht | Infrasite

GWW-sector innovatiever dan gedacht

Amsterdam – De veel gehoorde stelling dat de bouw een weinig innovatieve bedrijfstak is, is niet juist. De uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling zijn ook hoger dan algemeen wordt aangenomen. Dat is de belangrijkste conclusie uit een door het EIB uitgevoerd verkennend onderzoek naar het verband tussen Design & Construct-contracten en de mate van innovatie door aannemers in de sector gww. De resultaten van het onderzoek zijn gepubliceerd in het rapport ‘Design & Costruct en innovatie in de sector gww’.

Uit het onderzoek is ook gebleken dat aannemers door Design & Construct-projecten meer geprikkeld worden tot innoveren dan bij traditioneel uitgevoerde projecten. Daar vloeien vervolgens ook extra investeringen in onderzoek en ontwikkeling (R&D) uit voort. Die blijken echter grotendeels projectgericht te zijn. Opdrachtgevers stellen budgetten beschikbaar om voor projectgebonden problemen innovatieve oplossingen te ontwikkelen, of de aannemer zoekt zelf naar mogelijkheden om projectgebonden efficiëncyverbeteringen te bereiken. Er zijn relatief weinig innovaties die ontwikkeld worden met het doel bij meer dan één project te worden toegepast. Het vaker kunnen toepassen van een innovatie is voor de aannemer eerder een op toeval berustende bijkomstigheid dan een uitgangspunt. De meerwaarde voor het innovatieniveau van de gehele bouwsector is daardoor niet altijd duidelijk.

Aannemers investeren ook zelden risicodragend kapitaal in R&D. Omdat de onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten doorgaans projectgericht zijn, worden de kosten direct aan de opdrachtgever doorberekend. Ook investeringen die gericht zijn op efficiëncy-verbeterende innovaties worden op korte termijn afgeschreven. De kosten ervan worden zelden over een langere periode uitgesmeerd of aan meerdere projecten toegerekend.

Investeringen in en uitgaven voor R&D door bouwbedrijven zijn vaak moeilijk meetbaar. Onderzoek en ontwikkeling zijn in veel gevallen onderdeel van de ontwerpactiviteiten in het kader van een Design & Construct-contract. In de meeste industriële sectoren is R&D anders georganiseerd binnen het bedrijf, bijvoorbeeld in een zelfstandige afdeling. Hierdoor is de meetbaarheid van uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling in bouwbedrijven moeilijker dan in industriële ondernemingen. Vergelijkingen van de R&D-inspanningen van de bouwnijverheid (in het bijzonder de grond-, water- en wegenbouw) met die van andere sectoren, met als conclusie dat de bouw een weinig innovatieve bedrijfstak is, zijn dan ook niet terecht.

U kunt de publicatie ‘Design & construct en innovatie in de sector gww’ inzien op de site van

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Neem nu een Infrasite Premium abonnement voor € 12,- per maand.

ABONNEREn