Bouwproductie klimt uit dal in 2005

Amsterdam – De ontwikkeling van de bouwproductie geeft nog geen aanleiding tot grote tevredenheid. Het aarzelende conjunctuurherstel is daarvan een belangrijke oorzaak. Het dal lijkt vorig jaar met een krimp van 1 procent wel bereikt. In 2005 groeit de bouwproductie met 2 procent tot € 48,4 miljard. Hiermee kent de bouw voor het eerst in drie jaar weer enige groei. Deze positieve trend geldt voor alle sectoren. De nieuwbouw van woningen groeit met 3 procent. Deze groei begint na een stijging met 1,5 procent in 2004 op een duurzaam herstel te lijken. Ook de productie in de nieuwbouw van utiliteitsgebouwen groeit met 3 procent. Daarmee herstelt deze markt zich enigszins van de zware inzinking van de afgelopen jaren. De zwakste groei treedt op bij investeringen in infrastructuur. Hier blijven opdrachten uit het bedrijfsleven nog dalen. Daarentegen is de groeiende aandacht voor het onderhoud aan infrastructuur positief.

Deze conclusies zijn opgenomen in het door het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid uitgebrachte rapport ‘Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid in 2005’.

Het gaat weer wat beter met de bouw. Het ziet ernaar uit dat in 2004 het dieptepunt is gepasseerd van een inzinking die in 2002 begon. Vanaf dat moment ging het bergafwaarts met de investeringen in woningen, utiliteitsgebouwen en infrastructuur. In 2004 diende zich op segmenten van de bouwmarkt, zoals de nieuwbouw van woningen en het onderhoud aan infrastructuur, een kentering aan. De nieuwbouw van woningen profiteerde van de toegenomen vergunningverlening van ruim 62.000 in 2001 naar 72.500 in 2003. Het aantal bouwvergunningen is vorig jaar echter weer gedaald naar 68.000 woningen. Pogingen van de overheid om de woningbouw op een hoger peil te brengen hebben op dit moment nog weinig tastbare resultaten opgeleverd.

In 2005 kruipen ook de nieuwbouw van utiliteitsgebouwen en de investeringen in infrastructuur weer uit het dal. Sterkste onderdelen op de utiliteitsbouwmarkt zijn de sectoren openbaar bestuur, zorg en onderwijs. Een kantoorintensieve sector als de zakelijke dienstverlening vormt hier nog steeds een zwakke schakel. Ook de herstel en verbouwproductie van woningen en utiliteitsgebouwen zal dit jaar weer enige groei laten zien. Het overheidsbeleid voor stedelijke vernieuwing en het voorzichtige conjuncturele herstel dragen hieraan bij. De oplevende economie zorgt dit jaar ook voor een bescheiden groei van het onderhoud aan woningen en utiliteitsgebouwen.
In de verkenning van de bouwproductie tot en met 2010 blijkt dat de aandacht voor onderhoud en verbetering twee sterke pijlers zijn onder de vraag naar bouwproductie. Bij een afnemende uitbreidingsbehoefte kan vervanging van delen van de voorraad compensatie bieden. Economische groei is daarvoor een onmisbaar smeermiddel.
De werkgelegenheid in de bouw stijgt in 2005 naar 458.000 arbeidsjaren. Vanaf 2006 is sprake van een trendmatige stijging tot 489.000 arbeidsjaren in 2010.

Op de site van het Economisch Instituur voor de Bouwnijverheid kunt u de publicatie: ‘Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid in 2005’ inzien.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Bouwproductie klimt uit dal in 2005 | Infrasite

Bouwproductie klimt uit dal in 2005

Amsterdam – De ontwikkeling van de bouwproductie geeft nog geen aanleiding tot grote tevredenheid. Het aarzelende conjunctuurherstel is daarvan een belangrijke oorzaak. Het dal lijkt vorig jaar met een krimp van 1 procent wel bereikt. In 2005 groeit de bouwproductie met 2 procent tot € 48,4 miljard. Hiermee kent de bouw voor het eerst in drie jaar weer enige groei. Deze positieve trend geldt voor alle sectoren. De nieuwbouw van woningen groeit met 3 procent. Deze groei begint na een stijging met 1,5 procent in 2004 op een duurzaam herstel te lijken. Ook de productie in de nieuwbouw van utiliteitsgebouwen groeit met 3 procent. Daarmee herstelt deze markt zich enigszins van de zware inzinking van de afgelopen jaren. De zwakste groei treedt op bij investeringen in infrastructuur. Hier blijven opdrachten uit het bedrijfsleven nog dalen. Daarentegen is de groeiende aandacht voor het onderhoud aan infrastructuur positief.

Deze conclusies zijn opgenomen in het door het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid uitgebrachte rapport ‘Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid in 2005’.

Het gaat weer wat beter met de bouw. Het ziet ernaar uit dat in 2004 het dieptepunt is gepasseerd van een inzinking die in 2002 begon. Vanaf dat moment ging het bergafwaarts met de investeringen in woningen, utiliteitsgebouwen en infrastructuur. In 2004 diende zich op segmenten van de bouwmarkt, zoals de nieuwbouw van woningen en het onderhoud aan infrastructuur, een kentering aan. De nieuwbouw van woningen profiteerde van de toegenomen vergunningverlening van ruim 62.000 in 2001 naar 72.500 in 2003. Het aantal bouwvergunningen is vorig jaar echter weer gedaald naar 68.000 woningen. Pogingen van de overheid om de woningbouw op een hoger peil te brengen hebben op dit moment nog weinig tastbare resultaten opgeleverd.

In 2005 kruipen ook de nieuwbouw van utiliteitsgebouwen en de investeringen in infrastructuur weer uit het dal. Sterkste onderdelen op de utiliteitsbouwmarkt zijn de sectoren openbaar bestuur, zorg en onderwijs. Een kantoorintensieve sector als de zakelijke dienstverlening vormt hier nog steeds een zwakke schakel. Ook de herstel en verbouwproductie van woningen en utiliteitsgebouwen zal dit jaar weer enige groei laten zien. Het overheidsbeleid voor stedelijke vernieuwing en het voorzichtige conjuncturele herstel dragen hieraan bij. De oplevende economie zorgt dit jaar ook voor een bescheiden groei van het onderhoud aan woningen en utiliteitsgebouwen.
In de verkenning van de bouwproductie tot en met 2010 blijkt dat de aandacht voor onderhoud en verbetering twee sterke pijlers zijn onder de vraag naar bouwproductie. Bij een afnemende uitbreidingsbehoefte kan vervanging van delen van de voorraad compensatie bieden. Economische groei is daarvoor een onmisbaar smeermiddel.
De werkgelegenheid in de bouw stijgt in 2005 naar 458.000 arbeidsjaren. Vanaf 2006 is sprake van een trendmatige stijging tot 489.000 arbeidsjaren in 2010.

Op de site van het Economisch Instituur voor de Bouwnijverheid kunt u de publicatie: ‘Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid in 2005’ inzien.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Neem nu een Infrasite Premium abonnement voor € 12,- per maand.

ABONNEREn