Zonnesysteem TNO. Foto: Wim Soppe

Onderzoek naar flexibele zonne-energiesystemen op zee

Foto: Wim Soppe (persbericht TNO)

Een consortium onder leiding van TNO is gestart met een onderzoek naar flexibele systemen voor zonne-energie op water. De pilot vindt plaats in het Oostvoornse Meer, maar wordt gezien als de eerste stap naar economisch rendabele zonnepaneelsystemen op zee. 

Het concept in dit onderzoek bestaat uit twee drijvers van 7×14 meter met daarop 20 kWp aan zonnepanelen. “Het bijzondere aan de opstelling is dat zowel de zonnepanelen als de drijvers van flexibel materiaal zijn gemaakt die door het consortium zijn ontwikkeld”, legt TNO uit. “Door deze toepassing buigen de drijvers en de panelen mee met de golven. Ze bieden minder weerstand aan de golven waardoor de drijvers en de verankering lichter, en daarmee goedkoper, kunnen worden uitgevoerd dan bij starre drijvers.”

Lees ook: Almere krijgt primeur van subsidievrij zonnepark

Ze zonnepanelen en drijvers worden tot de zomer van 2022 onderzocht op zaken als energie-opbrengst, gedrag bij hoge golven en harde wind, de aangroei van natuurlijke materialen en de mate waarin ze economisch rendabel zijn. Het onderzoek wordt gedaan omdat zonne-energie een flink aandeel moet krijgen in de energietransitie, en een flink deel daarvan moet op binnenwater en zee worden gewonnen. Maar om dat voor elkaar te krijgen, is er nog veel ontwikkeling nodig. Vandaar dat deze pilot nu van start is gegaan.

Vervolg op de Noordzee

TNO geeft leiding aan het consortium Solar@Sea II, dat de pilot verzorgt. Dat bestaat verder uit Bluewater Energy Services, Genap, Marin, Endures en Avans Hogeschool. “Bluewater is verantwoordelijk voor de verankering van het systeem, Genap heeft de drijvers ontwikkeld, Marin heeft de hydrodynamische eigenschappen van de drijvers in hun modeltest bassin getest, Endures onderzoekt (het voorkomen van) organische aangroei op de panelen en drijvers en Avans ontwikkelt onderhoud en recycling strategieën voor dit concept”, legt TNO de rolverdeling uit.

Zoals aangegeven is deze proef een eerste stap. Het gewenste vervolg is dat er een flexibel systeem voor zonne-energie op de Noordzee wordt geïnstalleerd. Het eerste doel is een efficiënte methode voor installatie en onderhoud ontwikkelen. Het consortium is daarmee ook al begonnen, want op zee is zoiets veel lastiger te realiseren dan op land.

Lees ook: Kun je huizen verwarmen met warmte uit asfalt?

“Vervolgens is de ambitie om rond 2024 een commercieel systeem van 1-5 MWp te gaan bouwen dat aangelegd en elektrisch aangesloten kan worden bij een van de nieuwe windparken op de Noordzee. Omdat de productie van zon- en windenergie in de tijd elkaar weinig overlappen hoeven hiervoor geen extra kabels naar land gebracht te worden.”

Technisch zeer uitdagend

Projectleider Wim Soppe van TNO legt uit waarom het belangrijk is dat dit onderzoek wordt gedaan. “‘Zon op zee, of offshore PV, bestaat nu eigenlijk nog niet. Het is technisch zeer uitdagend om op zee grote drijvende systemen met zonnepanelen te installeren en tientallen jaren in bedrijf te houden. Daarbij komt dat het vanwege het dure materiaalgebruik voor zware stijve drijvers vaak lastig is om deze systemen economisch rendabel te maken. Voor dit nieuwe concept is veel minder materiaal nodig en daarom hebben we goeie hoop dat het veel goedkoper uitvalt.“

Lees ook: Onderzoek naar ‘energielandschap’ langs A12

Zonnesysteem TNO. Foto: Wim Soppe

Auteur: Vincent Krabbendam

Onderzoek naar flexibele zonne-energiesystemen op zee | Infrasite
Zonnesysteem TNO. Foto: Wim Soppe

Onderzoek naar flexibele zonne-energiesystemen op zee

Foto: Wim Soppe (persbericht TNO)

Een consortium onder leiding van TNO is gestart met een onderzoek naar flexibele systemen voor zonne-energie op water. De pilot vindt plaats in het Oostvoornse Meer, maar wordt gezien als de eerste stap naar economisch rendabele zonnepaneelsystemen op zee. 

Het concept in dit onderzoek bestaat uit twee drijvers van 7×14 meter met daarop 20 kWp aan zonnepanelen. “Het bijzondere aan de opstelling is dat zowel de zonnepanelen als de drijvers van flexibel materiaal zijn gemaakt die door het consortium zijn ontwikkeld”, legt TNO uit. “Door deze toepassing buigen de drijvers en de panelen mee met de golven. Ze bieden minder weerstand aan de golven waardoor de drijvers en de verankering lichter, en daarmee goedkoper, kunnen worden uitgevoerd dan bij starre drijvers.”

Lees ook: Almere krijgt primeur van subsidievrij zonnepark

Ze zonnepanelen en drijvers worden tot de zomer van 2022 onderzocht op zaken als energie-opbrengst, gedrag bij hoge golven en harde wind, de aangroei van natuurlijke materialen en de mate waarin ze economisch rendabel zijn. Het onderzoek wordt gedaan omdat zonne-energie een flink aandeel moet krijgen in de energietransitie, en een flink deel daarvan moet op binnenwater en zee worden gewonnen. Maar om dat voor elkaar te krijgen, is er nog veel ontwikkeling nodig. Vandaar dat deze pilot nu van start is gegaan.

Vervolg op de Noordzee

TNO geeft leiding aan het consortium Solar@Sea II, dat de pilot verzorgt. Dat bestaat verder uit Bluewater Energy Services, Genap, Marin, Endures en Avans Hogeschool. “Bluewater is verantwoordelijk voor de verankering van het systeem, Genap heeft de drijvers ontwikkeld, Marin heeft de hydrodynamische eigenschappen van de drijvers in hun modeltest bassin getest, Endures onderzoekt (het voorkomen van) organische aangroei op de panelen en drijvers en Avans ontwikkelt onderhoud en recycling strategieën voor dit concept”, legt TNO de rolverdeling uit.

Zoals aangegeven is deze proef een eerste stap. Het gewenste vervolg is dat er een flexibel systeem voor zonne-energie op de Noordzee wordt geïnstalleerd. Het eerste doel is een efficiënte methode voor installatie en onderhoud ontwikkelen. Het consortium is daarmee ook al begonnen, want op zee is zoiets veel lastiger te realiseren dan op land.

Lees ook: Kun je huizen verwarmen met warmte uit asfalt?

“Vervolgens is de ambitie om rond 2024 een commercieel systeem van 1-5 MWp te gaan bouwen dat aangelegd en elektrisch aangesloten kan worden bij een van de nieuwe windparken op de Noordzee. Omdat de productie van zon- en windenergie in de tijd elkaar weinig overlappen hoeven hiervoor geen extra kabels naar land gebracht te worden.”

Technisch zeer uitdagend

Projectleider Wim Soppe van TNO legt uit waarom het belangrijk is dat dit onderzoek wordt gedaan. “‘Zon op zee, of offshore PV, bestaat nu eigenlijk nog niet. Het is technisch zeer uitdagend om op zee grote drijvende systemen met zonnepanelen te installeren en tientallen jaren in bedrijf te houden. Daarbij komt dat het vanwege het dure materiaalgebruik voor zware stijve drijvers vaak lastig is om deze systemen economisch rendabel te maken. Voor dit nieuwe concept is veel minder materiaal nodig en daarom hebben we goeie hoop dat het veel goedkoper uitvalt.“

Lees ook: Onderzoek naar ‘energielandschap’ langs A12

Zonnesysteem TNO. Foto: Wim Soppe

Auteur: Vincent Krabbendam