‘Kijk naar echte kosten diesel in plaats van naar prijs elektrische bouwmachines’
De transitie naar emissieloos bouwmaterieel is onstuitbaar, maar draait nog bij lange na niet op volle toeren. Er spelen namelijk tal van kip-ei dilemma’s waarbij iedere partij zit te wachten tot een ander wat doet. En dat ligt aan het geld, niet aan de techniek. Dat betoogt Tobias Stöcker, manager duurzaamheid bij GMB, in zijn blog voor Infrasite.
Emissies in de bouw worden alom als een probleem beschouwd. Stikstof is niet goed voor natuur, fossiel CO2 is slecht voor het klimaat en fijnstof is slecht voor de gezondheid. Zelfs de Inspectie SZW heeft dieselemissies nu in het vizier. Het antwoord op alle terreinen is emissieloos bouwen. Voor bouwmachines betekent dit de introductie van een elektrische aandrijflijn met vele variaties op de energievoorziening. Maar als het antwoord bekend is, waarom zijn wij er dan nog niet massaal mee bezig?
In eerste instantie wijst iedereen dan naar de hoge prijs van elektrische (bouw)machines. En die is ook wel degelijk hoger dan die van een conventionele machine met verbrandingsmotor. Maar is dat wel terecht? Laten we even kijken naar de echte kosten van diesel, in plaats van de hoge prijs van elektrische machines.
Kosten niet in prijs fossiele brandstof
De meest bekende problemen van emissies zijn al opgesomd en de opgave om die problemen aan te pakken is ongekend. Denk aan de kosten voor alle programma’s voor klimaatadaptatie, alle gezondheidskosten en verloren levensjaren door luchtvervuiling (7 miljoen doden per jaar wereldwijd) en alle natuurherstelprojecten op basis van te veel stikstofuitstoot. Deze kosten worden door de gemeenschap gedragen, maar niet verdisconteerd in de prijs van fossiele brandstoffen, ondanks dat het gebruik ervan een belangrijke bron van alle genoemde gevolgen is.
De kosten zijn dus geëxternaliseerd. Alleen voor de milieuschade rekent het PBL met 31 miljard euro per jaar (4,5% van het BBP). Een globale studie in 2013 kwam zelfs uit op zo’n 6 triljoen euro per jaar (13% van de globale economische output in 2009). Aan de andere kant zijn er tal van financiële voordelen voor de industrieën die afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen, zoals de lucht- en scheepvaart. Ook via deze route worden vele miljarden euro’s uit de kostprijs van fossiele brandstoffen verwijderd. Milieudefensie berekende dat het in Nederland elk jaar om zo’n 8,3 miljard euro zou gaan.
Koplopers staan aan het begin
Dat betekent dat de dieselprijs substantieel lager ligt dan wat de gevolgkosten zouden vereisen. En het paradigma ‘de vervuiler betaalt’ is feitelijk niet ingevuld. Ook de CO2-taks heeft tot nu toe onvoldoende effect gehad om in de infra enige beweging van betekenis op gang te brengen naar emissieloos bouwen. Zelfs de koplopers, bijvoorbeeld binnen het Emissieloos Netwerk Infra, staan aan het begin van de transitie en je hebt vandaag de dag nog geen vijftig zware emissieloze bouwmachines in Nederland. Dat is minder dan 0,09% van alle bouwmachines.
En dat terwijl de voordelen evident zijn om nog dit jaar te investeren in emissieloos materieel.
- De technische switch naar elektrische aandrijflijnen geeft al een winst in de energie-efficiënte: tussen de 20 tot 80 procent minder energie voor hetzelfde werk.
- Elektrisch aangedreven machines zijn schoner (mits ‘groen’ geladen), stiller en vergen doorgaans minder onderhoud dan verbrandingsmotoren.
- De total cost of ownership-voordelen van conventionele machines gaan met rappe schreden achteruit. Al in 2019 constateerde McKinsey dat sommige accu-gedreven machines een betere business case hebben dan hun conventionele evenknie.
- Het risico dat conventionele machines op een gegeven moment versneld moeten worden afgeschreven groeit elk jaar, want steeds meer opdrachtgevers definiëren hun route naar emissieloos bouwen in 2030. Ook is het denkbaar dat internationale afspraken, zoals het klimaatakkoord van Parijs, versneld worden en diesel alsnog duurder wordt dan nu voorzien.
- En om het onszelf makkelijker te maken: met meer kopers van emissieloos materieel, al dan niet gezamenlijk inkopend, worden de onvermijdbare ontwikkelkosten voor de individuele aannemer lager.
Concluderend kan gezegd worden dat het gebrek aan effectief overheidsbeleid om fossiele brandstoffen een reële prijs te geven de bal bij ons legt: ‘de markt’. Wij moeten maar om deze manipulatie van de markt heen werken en extra creatief – of vastberaden – zijn om de business case rond te rekenen. En dat betekent: wij moeten gewoon beginnen met het uitbannen van emissies in de infra. Daar worden wij allen beter van. #notimetowaste
Lees ook: