Nederland en Denemarken overwegen gezamenlijke offshore energiehub

windpark BorWin1TenneT, foto TenneT uit beeldbank

Nederland en Denemarken gaan bekijken of ze op de Noordzee een gezamenlijke energiehub kunnen opzetten voor het aansluiten van offshore windparken. Voordat beide landen daarover beslissen, laten ze eerst onderzoek uitvoeren door netbeheerders TenneT, Gasunie en Energinet.

Met de analyses van de drie partijen willen Nederland en Denemarken voor 2022 kunnen bepalen of ze het initiatief voortzetten. De Nederlandse netbeheerders Tennet en Gasunie en hun Deense collega Energinet zijn al partners in het North Sea Wind Power Hub consortium. Daarbinnen doen ze onderzoek naar kunstmatige eilanden, die uitgerust worden met grote transformatorstations om offshore windparken op aan te sluiten.

Samenwerking energiebeleid

Nauwere samenwerking tussen beide landen biedt kansen, meent minister Eric Wiebes van Economische Zaken en Klimaat. “Denemarken is een belangrijke partner voor Nederland als het gaat om klimaat en energie. Beide landen zijn ambitieus op het gebied van CO2-reductie. Denemarken en Nederland zijn buurlanden op de Noordzee en zijn zowel letterlijk, via de Cobrakabel voor het transport van elektriciteit, als figuurlijk, door de gedeelde inzet en ambities voor windenergie op zee, met elkaar verbonden.”

Afgelopen zomer ondertekenden beide landen al een ‘memorandum of understanding’ op het gebied van energiebeleid. Daarin is omschreven welke thema’s zich lenen voor een verdere samenwerking, zoals offshore energiehubs in de Noordzee. Het gaat om aan te leggen kunstmatige eilanden of platformen die kunnen dienen als aanlandmogelijkheid. Vanaf zo’n hub wordt de energie in de vorm van elektronen of waterstof (na elektrolyse) naar verschillende landen gedistribueerd.

Volgens CEO Manon van Beek van TenneT is grensoverschrijdende samenwerking de sleutel tot een succesvolle energietransitie. Dat doet de netbeheerder zelf al in verschillende offshore windprojecten en aangezien windenergie steeds meer aan belang wint, komt het ook steeds meer aan op een goede samenwerking tussen verschillende landen. “Intensieve samenwerking tussen TSO’s, overheden en andere betrokken instanties – over de grenzen heen – moet de regel zijn om uiteindelijk tot een Europees duurzaam energiesysteem te komen.”

Groei windparken op zee

In 2030 zal waarschijnlijk zo’n 70 procent van ons huidige elektriciteitsverbruik uit wind- en zonne-energie komen, waarvan meer dan de helft wordt geproduceerd door windparken op zee. Die voorspelling komt uit de Noordzee Energie Outlook (NEO), een onderzoek dat eerder deze maand verscheen. Het is opgesteld door DNGL in opdracht van het ministerie van Economische Zaken.

Ook na 2030 zal windenergie flink moeten doorgroeien om de klimaatdoelstellingen te kunnen halen, stellen de onderzoekers. Voorwaarde is wel dat de fysieke infrastructuur, zoals kabels en elektriciteitsnetten, tijdig op orde is. Om te zorgen dat de ruimtelijke voorbereiding van windparken, aanlanding en de infrastructuur op land goed op elkaar aansluiten is op 9 december 2020 het project Verkenning Aanlanding Windenergie op Zee 2030-2040 (VAWOZ) gestart.

Foto: TenneT

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Onderwerpen:

Auteur: Redactie Infrasite

Nederland en Denemarken overwegen gezamenlijke offshore energiehub | Infrasite

Nederland en Denemarken overwegen gezamenlijke offshore energiehub

windpark BorWin1TenneT, foto TenneT uit beeldbank

Nederland en Denemarken gaan bekijken of ze op de Noordzee een gezamenlijke energiehub kunnen opzetten voor het aansluiten van offshore windparken. Voordat beide landen daarover beslissen, laten ze eerst onderzoek uitvoeren door netbeheerders TenneT, Gasunie en Energinet.

Met de analyses van de drie partijen willen Nederland en Denemarken voor 2022 kunnen bepalen of ze het initiatief voortzetten. De Nederlandse netbeheerders Tennet en Gasunie en hun Deense collega Energinet zijn al partners in het North Sea Wind Power Hub consortium. Daarbinnen doen ze onderzoek naar kunstmatige eilanden, die uitgerust worden met grote transformatorstations om offshore windparken op aan te sluiten.

Samenwerking energiebeleid

Nauwere samenwerking tussen beide landen biedt kansen, meent minister Eric Wiebes van Economische Zaken en Klimaat. “Denemarken is een belangrijke partner voor Nederland als het gaat om klimaat en energie. Beide landen zijn ambitieus op het gebied van CO2-reductie. Denemarken en Nederland zijn buurlanden op de Noordzee en zijn zowel letterlijk, via de Cobrakabel voor het transport van elektriciteit, als figuurlijk, door de gedeelde inzet en ambities voor windenergie op zee, met elkaar verbonden.”

Afgelopen zomer ondertekenden beide landen al een ‘memorandum of understanding’ op het gebied van energiebeleid. Daarin is omschreven welke thema’s zich lenen voor een verdere samenwerking, zoals offshore energiehubs in de Noordzee. Het gaat om aan te leggen kunstmatige eilanden of platformen die kunnen dienen als aanlandmogelijkheid. Vanaf zo’n hub wordt de energie in de vorm van elektronen of waterstof (na elektrolyse) naar verschillende landen gedistribueerd.

Volgens CEO Manon van Beek van TenneT is grensoverschrijdende samenwerking de sleutel tot een succesvolle energietransitie. Dat doet de netbeheerder zelf al in verschillende offshore windprojecten en aangezien windenergie steeds meer aan belang wint, komt het ook steeds meer aan op een goede samenwerking tussen verschillende landen. “Intensieve samenwerking tussen TSO’s, overheden en andere betrokken instanties – over de grenzen heen – moet de regel zijn om uiteindelijk tot een Europees duurzaam energiesysteem te komen.”

Groei windparken op zee

In 2030 zal waarschijnlijk zo’n 70 procent van ons huidige elektriciteitsverbruik uit wind- en zonne-energie komen, waarvan meer dan de helft wordt geproduceerd door windparken op zee. Die voorspelling komt uit de Noordzee Energie Outlook (NEO), een onderzoek dat eerder deze maand verscheen. Het is opgesteld door DNGL in opdracht van het ministerie van Economische Zaken.

Ook na 2030 zal windenergie flink moeten doorgroeien om de klimaatdoelstellingen te kunnen halen, stellen de onderzoekers. Voorwaarde is wel dat de fysieke infrastructuur, zoals kabels en elektriciteitsnetten, tijdig op orde is. Om te zorgen dat de ruimtelijke voorbereiding van windparken, aanlanding en de infrastructuur op land goed op elkaar aansluiten is op 9 december 2020 het project Verkenning Aanlanding Windenergie op Zee 2030-2040 (VAWOZ) gestart.

Foto: TenneT

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Neem nu een Infrasite Premium abonnement voor € 12,- per maand.

ABONNEREn

Onderwerpen:

Auteur: Redactie Infrasite