De bouwsector in Nederland staat voor de opgave om de schadelijke uitstoot op bouwplaatsen te verlagen. In 2030 moet de bouwplaats volledig emissievrij zijn. Die uitdaging willen Reyrink Groep en Drive Line Systems (DLS) samen aangaan. Het is hun ambitie een oplossing te ontwikkelen die haalbaar en duurzaam is. Samen met Everfuel en TNO hebben zij zich verenigd in het Zero Emission Construction Consortium (ZECC). 

Voor een emissievrije bouwplaats is het noodzakelijk dat alleen gewerkt wordt met emissievrij bouwmaterieel, dus elektrisch of door waterstof aangedreven. Daarin zetten deze partijen nu een stap door een bulldozer met traditionele verbrandingsmotor om te bouwen naar één die wordt aangedreven door waterstof. In de energievoorziening wordt voorzien middels een verplaatsbaar waterstoftankstation.

Drempels

Het is voor bouwbedrijven nog niet gemakkelijk om volledig te werken met emissievrij bouwmaterieel. Allereerst vergt dit hoge investeringen en ten tweede is dit materiaal momenteel nog maar beperkt beschikbaar. Het veroorzaakt daarnaast een versnelde afschrijving van bestaand materieel, omdat dit sneller vervangen moet worden. Allemaal ontwikkelingen die het snelle bereiken van het streven in 2030 nog hinderen.

Door de handen ineen te slaan, kunnen DLS en de Reyrink Groep kennis delen en denken ze sneller verder te komen. Directeur Ruud Reijrink van de Reyrink Groep: “Ons bedrijf wil graag trendsettend zijn in duurzaam en verantwoord bouwen. De GWW-aannemerij is een sector die zich kenmerkt met veelal grote, langer lopende projecten met een zware druk op budgetten en dus beperkte marges. Dat betekent dat onze financiële middelen verantwoord ingezet moeten worden.”

Concept

De bulldozer wordt omgebouwd door middel van het MMT-retrofitconcept. Deze letters staan voor modulair, migreerbaar en toekomstbestendig en de partijen benadrukken dus het hier gaat om een volledig modulaire systeemopzet. Alle aandrijfcomponenten in de zero emissie-aandrijflijn zijn dus modulair, parametreerbaar en uitwisselbaar. Een voordeel van dit concept is dat toekomstige ontwikkelingen worden voorzien, waardoor indien nodig enkel de gewijzigde module uit de omgebouwde zero emissie-aandrijflijn vervangen hoeft te worden.

“Wanneer een machine bijvoorbeeld van een project met een waterstoftankstation verhuist naar een project met elektrische infrastructuur, hoeft alleen de energiemodule gewijzigd te worden van fuel cell systeem naar elektrische accu”, legt Rob van Gils uit, managing director DLS. “Dit zijn dan koppelbare modules die met vooraf gedefinieerde interfaces aan elkaar worden gekoppeld. Deze interfaces functioneren als een soort stekkerverbindingen, waardoor ze eenvoudig te wisselen zijn.”

Flexibiliteit

Die mogelijkheid om zo flexibel te werken spreekt de Reyrink Groep aan. “We kunnen gedurende en na de MMT-retrofit keuzes maken die optimaal aansluiten bij zowel ons bedrijf als de belangen van onze klanten”, aldus Reijrink. “Wanneer op de volgende bouwplaats bijvoorbeeld geen waterstof kan worden geladen kunnen we het systeem eenvoudig aanpassen om over te schakelen naar bijvoorbeeld elektrische energievoorziening.”

“Onze machines staan vaak enkele jaren op een werk en gaan dan door naar het volgende project. Het aandrijfsysteem hoeft dus niet elke week aangepast te worden, maar bij wisseling van projecten kan wel de afweging gemaakt worden welk energiesysteem daar het beste past.” Daarnaast is de verwachting dat met behulp van dit concept de levensduur van het machinepark wordt verlengd. Het materieel hoeft niet eerder te worden afgeschreven en dat voorkomt onnodig verbruik van schaarse grondstoffen en productie-energie voor de productie van nieuwe machines voorkomt.

Subsidie

Het ZECC consortium heeft zich aangemeld voor de DKTI-subsidie om een project op te zetten voor een demonstratie van de emissievrije bouwplaats op basis van waterstof materieel met toepassing van het MMT-concept en een verplaatsbaar waterstoftankstation. Hierbij zal het verplaatsbare waterstoftankstation opengesteld worden voor derden.