Ook een brug in Nederland kan onverwachts instorten, maar waarschijnlijk gebeurt dat niet
Het is nooit uit te sluiten dat een Nederlandse brug net zo onverwachts instort als de Carolabrug deze week in Duitsland. Maar de kans is om verschillende redenen wel erg klein, vertellen ingenieur Niels Willemsen en hoogleraar Bert Snijder tegenover Infrasite.
In de nacht van dinsdag 10 september op woensdag 11 september ging het mis. Een 100 meter lang stuk van de Carolabrug in Dresden stortte in. Niemand raakte gewond, maar dat had anders kunnen aflopen. De oorzaak moet nog worden onderzocht. Het was in elk geval “niet te voorzien”, zei de afdeling civiele techniek van de gemeente na het incident.
Het roept vragen op in Nederland. Weten we hier wel zo zeker dat het niet mis kan gaan zoals deze week over de Duitse grens? “Het risico is nooit helemaal uit te sluiten”, zegt Niels Willemsen van Royal HaskoningDHV, die zich voor het ingenieursbureau bezighoudt met bruggen die dringend vernieuwd moeten worden. “Maar de kans dat het in Nederland gebeurt is erg klein.”
Meten is (meestal) weten
Zelfs de bruggen die met de hoogste prioriteit moeten worden opgeknapt, staan nog niet op instorten, ziet Willemsen. Soms zijn er spoedmaatregelen nodig, maar ook een spoedreparatie is preventief. Het betekent niet dat de brug morgen al naar beneden dreigt te komen.
Verder is het toezicht op de staat van bruggen in Nederland over het algemeen goed, denkt Bert Snijder, hoogleraar constructief ontwerpen aan de Technische Universiteit Eindhoven. Beheerders zoals Rijkswaterstaat en de provincies inspecteren en berekenen er flink op los. Als een grote brug een bekend probleem heeft, zoals scheurvorming of corrosie, dan komt dat bijna altijd aan het licht, gelooft de hoogleraar. Bijna altijd.
Onbekende faalmechanismen
Gevaren zijn er ook. Die zitten hem vooral in het onbekende, legt Snijder uit. Constructeurs en inspecteurs weten veel, maar niet alles. Soms heeft een brug een probleem dat nog niet eerder in Nederland of de rest van de wereld is voorgekomen of opgeschreven. Het zogeheten ‘onbekende faalmechanisme’.
Als voorbeeld wijst de hoogleraar op de instorting van de parkeergarage in Eindhoven in 2017 en het slingeren van de Erasmusbrug in 1996. Beide werden veroorzaakt door problemen die volgens de hoogleraar niet of nauwelijks bekend waren. Onbekende faalmechanismes kunnen onder de radar glippen en zijn de wereld nog niet uit.
Artikel gaat verder na de foto.
Het hangt af van de oorzaak
Snijder benadrukt wel dat het veel te vroeg is te zeggen over of het probleem in Dresden wel of niet bekend was. Dat moet nog worden onderzocht. Daarom is het wat hem betreft ook nog veel te vroeg om te zeggen of een brug in Nederland net zo onverwachts kan instorten.
“Het hangt allemaal van de oorzaak af. Die wordt in dit soort situaties vaak zorgvuldig onderzocht. In ons vakgebied heet dat forensic engineering. Het is vergelijkbaar met wat de politie doet. Zorgvuldig kijken naar alle breukvlakken, mogelijke schades en onderdelen, om de faaloorzaak vast te stellen.”
“Als het een bekend faalmechanisme is, dan is er sprake van een constructiefout en hebben ze iets over het hoofd gezien. Ik acht de kans erg klein dat zoiets ook in Nederland kan gebeuren. Als het een onbekend faalmechanisme blijkt, dan wordt het een heel ander verhaal.”
Lees ook: