Elektrische HDD boorrig. Foto: Heijmans

Netwerk van koplopers wil emissieloze infra versnellen

Foto: Heijmans, aangeleverd door Stefan Daamen

Om de infrasector uitstootvrij te laten bouwen, moet er nog veel gebeuren. Binnen het Emissieloos Netwerk Infra werken ambitieuze marktpartijen samen om de transitie naar uitstootvrije infra te versnellen. Daarbij zijn denken vanuit het gezamenlijke belang en intensieve kennisuitwisseling essentieel, vertelt programmamanager Edwin Lokkerbol in gesprek met Infrasite.

Op de vraag in hoeverre er al uitstootvrij wordt gewerkt in infraprojecten, heeft Edwin Lokkerbol een duidelijk antwoord: “Dat gebeurt nog vrijwel niet. We willen er daarom samen voor zorgen dat die transitie sneller gaat”, vat hij de missie van het ENI samen.

Lokkerbol geeft aan dat sectoren als automotive en transport als voorbeelden kunnen dienen. “Daar zijn elektrisch en waterstof echt aan een opmars bezig, met auto’s maar ook steeds meer met zwaardere voertuigen. Die lijn willen we graag samen met de producenten doortrekken in de infrasector. Het punt is alleen dat een elektrische bus geen piekbelasting kent, en een elektrische graafmachine wel. Dat vergt veel meer vermogen en energie. De ontwikkelingen gaan de goede kant op, maar volgend jaar al een volledig emissieloze bouwplaats is niet haalbaar.”

Nauwelijks materieel beschikbaar

Op de iets langere termijn moet het wel lukken, en daar komt het Emmissieloos Netwerk Infra om de hoek kijken. Dat kent zijn oorsprong in de aanbesteding Sterke Lekdijk. Daar werd de vraag gesteld of een dijkversterking emissieloos kan worden uitgevoerd, in lijn met alle ambities en doelstellingen van overheden op dat gebied. De uitvoerende partijen kwamen er al snel achter dat het zware materieel dat voor zo’n project nodig is nauwelijks in uitstootvrije varianten beschikbaar is. Daardoor kwam de wens om de productie van emissieloos bouwmaterieel te versnellen naar voren. Maar de drie partijen — Van Mourik, Van Oord en de combinatie Heijmans, GMB en De Vries & Van de Wiel – zagen al snel in dat bouwers dat niet alleen voor elkaar gaan krijgen.

“Daar is een netwerk voor nodig waarbij ook de producenten van bouwmachines betrokken zijn. En dat is het Emmisieloos Netwerk Infra geworden”, legt programmamanager Edwin Lokkerbol uit. “Dat bestaat uit ambitieuze koplopers met specifieke expertise die bereid zijn om met hun kennis en kunde dit onderwerp verder te brengen. En deze partijen begrijpen ook dat ze elkaar nodig hebben om die transitie te laten slagen. Ze komen niet alleen iets halen, maar ook iets brengen.”

Samen inkopen

Lokkerbol vervolgt: “De bouw heeft behoefte aan de seriematige productie van betrouwbare, uitstootvrije machines die net zo goed presteren als het materieel dat nu wordt gebruikt. En daar moeten ook uniforme standaarden voor zijn.” In dat verband zijn er al stappen gezet. “Er wordt gekeken of bouwers samen twintig of dertig elektrische machines kunnen bestellen, in plaats van elk één of twee. Want dan kunnen de makers van zulke machines productielijnen inrichten, waardoor de kosten dalen en er sneller kan worden geëxperimenteerd en opgeschaald. En verder willen we als netwerk ook opdrachtgevers helpen om uitstootvrij materieel in aanbestedingen te verwerken. Want ondernemers hebben gewoon langetermijnperspectief nodig en opdrachtgevers kunnen dat bieden.”

Zes werkgroepen werken aan verschillende deelthema’s als techniek, energie en aanbesteden en contracteren. Ze stellen zelf hun doelen voor de komende jaren en hebben budget voor onder meer onderzoek, bijvoorbeeld naar hoe lang en zwaar de elektrische bouwmachines die er al wel zijn belast kunnen worden voordat ze weer opgeladen moeten worden. Een ander vraagstuk: hoe zorg je dat de energie die nodig is om al die machines te laten draaien ook beschikbaar is op bouwplaatsen?

Intensief kennis uitwisselen

In de tijd dat ENI nu bezig is, zijn er de nodige dingen bereikt. Denk aan het al genoemde gezamenlijk inkopen van uitstootvrij bouwmaterieel. Ook is duidelijk geworden dat netbeheerders meer vooruit moeten gaan denken in dit dossier, iets waar het overkoepelende kennis- en innovatiecentrum ElaadNL ook over meepraat binnen ENI.

“En er is afgesproken dat we heel intensief kennis uitwisselen over de gebruikservaringen van machines. Dat is in de bouwsector niet gebruikelijk, maar inzake emissieloos materieel ziet iedereen de noodzaak van die samenwerking in. In de werkgroepen is te merken dat iedereen zich steeds verder openstelt en dat er vertrouwen in elkaar is. Dat is mooi om te zien, zeker als je bedenkt dat we nog geen jaar bezig zijn.”

De ambities zijn duidelijk. En dat er in geloofd wordt, blijkt wel uit het feit dat het Emissieloos Netwerk Infra niet lang wil bestaan: over vier jaar moet de stekker er weer uit. “Los van alle partijen die meedoen zijn we als organisatie heel klein en we willen onszelf ook niet in stand houden. We willen die versnelling in de transitie naar emissieloze infra realiseren. Als dat is gebeurd, kunnen de sterke brancheorganisaties in de infrasetcor het roer van ons overnemen.”

Lees ook:

Auteur: Vincent Krabbendam

Netwerk van koplopers wil emissieloze infra versnellen | Infrasite
Elektrische HDD boorrig. Foto: Heijmans

Netwerk van koplopers wil emissieloze infra versnellen

Foto: Heijmans, aangeleverd door Stefan Daamen

Om de infrasector uitstootvrij te laten bouwen, moet er nog veel gebeuren. Binnen het Emissieloos Netwerk Infra werken ambitieuze marktpartijen samen om de transitie naar uitstootvrije infra te versnellen. Daarbij zijn denken vanuit het gezamenlijke belang en intensieve kennisuitwisseling essentieel, vertelt programmamanager Edwin Lokkerbol in gesprek met Infrasite.

Op de vraag in hoeverre er al uitstootvrij wordt gewerkt in infraprojecten, heeft Edwin Lokkerbol een duidelijk antwoord: “Dat gebeurt nog vrijwel niet. We willen er daarom samen voor zorgen dat die transitie sneller gaat”, vat hij de missie van het ENI samen.

Lokkerbol geeft aan dat sectoren als automotive en transport als voorbeelden kunnen dienen. “Daar zijn elektrisch en waterstof echt aan een opmars bezig, met auto’s maar ook steeds meer met zwaardere voertuigen. Die lijn willen we graag samen met de producenten doortrekken in de infrasector. Het punt is alleen dat een elektrische bus geen piekbelasting kent, en een elektrische graafmachine wel. Dat vergt veel meer vermogen en energie. De ontwikkelingen gaan de goede kant op, maar volgend jaar al een volledig emissieloze bouwplaats is niet haalbaar.”

Nauwelijks materieel beschikbaar

Op de iets langere termijn moet het wel lukken, en daar komt het Emmissieloos Netwerk Infra om de hoek kijken. Dat kent zijn oorsprong in de aanbesteding Sterke Lekdijk. Daar werd de vraag gesteld of een dijkversterking emissieloos kan worden uitgevoerd, in lijn met alle ambities en doelstellingen van overheden op dat gebied. De uitvoerende partijen kwamen er al snel achter dat het zware materieel dat voor zo’n project nodig is nauwelijks in uitstootvrije varianten beschikbaar is. Daardoor kwam de wens om de productie van emissieloos bouwmaterieel te versnellen naar voren. Maar de drie partijen — Van Mourik, Van Oord en de combinatie Heijmans, GMB en De Vries & Van de Wiel – zagen al snel in dat bouwers dat niet alleen voor elkaar gaan krijgen.

“Daar is een netwerk voor nodig waarbij ook de producenten van bouwmachines betrokken zijn. En dat is het Emmisieloos Netwerk Infra geworden”, legt programmamanager Edwin Lokkerbol uit. “Dat bestaat uit ambitieuze koplopers met specifieke expertise die bereid zijn om met hun kennis en kunde dit onderwerp verder te brengen. En deze partijen begrijpen ook dat ze elkaar nodig hebben om die transitie te laten slagen. Ze komen niet alleen iets halen, maar ook iets brengen.”

Samen inkopen

Lokkerbol vervolgt: “De bouw heeft behoefte aan de seriematige productie van betrouwbare, uitstootvrije machines die net zo goed presteren als het materieel dat nu wordt gebruikt. En daar moeten ook uniforme standaarden voor zijn.” In dat verband zijn er al stappen gezet. “Er wordt gekeken of bouwers samen twintig of dertig elektrische machines kunnen bestellen, in plaats van elk één of twee. Want dan kunnen de makers van zulke machines productielijnen inrichten, waardoor de kosten dalen en er sneller kan worden geëxperimenteerd en opgeschaald. En verder willen we als netwerk ook opdrachtgevers helpen om uitstootvrij materieel in aanbestedingen te verwerken. Want ondernemers hebben gewoon langetermijnperspectief nodig en opdrachtgevers kunnen dat bieden.”

Zes werkgroepen werken aan verschillende deelthema’s als techniek, energie en aanbesteden en contracteren. Ze stellen zelf hun doelen voor de komende jaren en hebben budget voor onder meer onderzoek, bijvoorbeeld naar hoe lang en zwaar de elektrische bouwmachines die er al wel zijn belast kunnen worden voordat ze weer opgeladen moeten worden. Een ander vraagstuk: hoe zorg je dat de energie die nodig is om al die machines te laten draaien ook beschikbaar is op bouwplaatsen?

Intensief kennis uitwisselen

In de tijd dat ENI nu bezig is, zijn er de nodige dingen bereikt. Denk aan het al genoemde gezamenlijk inkopen van uitstootvrij bouwmaterieel. Ook is duidelijk geworden dat netbeheerders meer vooruit moeten gaan denken in dit dossier, iets waar het overkoepelende kennis- en innovatiecentrum ElaadNL ook over meepraat binnen ENI.

“En er is afgesproken dat we heel intensief kennis uitwisselen over de gebruikservaringen van machines. Dat is in de bouwsector niet gebruikelijk, maar inzake emissieloos materieel ziet iedereen de noodzaak van die samenwerking in. In de werkgroepen is te merken dat iedereen zich steeds verder openstelt en dat er vertrouwen in elkaar is. Dat is mooi om te zien, zeker als je bedenkt dat we nog geen jaar bezig zijn.”

De ambities zijn duidelijk. En dat er in geloofd wordt, blijkt wel uit het feit dat het Emissieloos Netwerk Infra niet lang wil bestaan: over vier jaar moet de stekker er weer uit. “Los van alle partijen die meedoen zijn we als organisatie heel klein en we willen onszelf ook niet in stand houden. We willen die versnelling in de transitie naar emissieloze infra realiseren. Als dat is gebeurd, kunnen de sterke brancheorganisaties in de infrasetcor het roer van ons overnemen.”

Lees ook:

Auteur: Vincent Krabbendam