Tiel – Driekwart van de bouwvakkers gebruikt internet om zich te informeren over zijn of haar vak. Bij het zoeken naar informatie, ook digitaal, blijkt er weinig verschil tussen bouwvakkers, uitvoerders en kantoorpersoneel. Bouwvakkers kunnen dus uitstekend via internet wordt bereikt. Dat zijn de belangrijkste conclusies uit het onderzoek ‘Wat leest de bouw?’. Ruim 400 bouwvakkers hebben meegewerkt aan het onderzoek via internet en op bouwplaatsen.

Bouwvakkers zijn mensen die actief op zoek gaan naar informatie die zij voor hun werk kunnen gebruiken. Ze maken veel gebruik van websites die product- en technische informatie aanbieden. Het is niet verrassend dat vooral jonge bouwvakkers veel gebruik van internet maken, maar de scores van alle andere respondenten doet er niet voor onder. Dat maakt bouwvakkers een minder lastige doelgroep om te bereiken dan men wellicht zou denken. Niet wat betreft informatie van de werkgever, maar ook niet voor externe informatie.

Favoriete bronnen

Voor zowel CAO- als UTA-personeel zijn dezelfde bronnen favoriet: internet, praten met collega’s en vakbladen. In de gww-sector informeert men zich breder en iets intensiever om bij te blijven op het vakgebied, dan in andere bouwbranches. Men wil graag via uiteenlopende middelen door de werkgever worden geïnformeerd over werk en bedrijf, intranet is in opkomst. Bij de vakbondsmedia zijn de leden vooral geïnteresseerd in informatie over arbeidsomstandigheden en veiligheid op het werk.

Digitaal en schriftelijk

Het onderzoek is eind 2006 en begin 2007 uitgevoerd door de faculteit Communicatie & Journalistiek van de Hogeschool Utrecht in opdracht van communicatiebureau DeJong&Verder. Tweederde van de ruim 400 respondenten deed mee via internet en eenderde schriftelijk via bouwplaatsen. Het internetgebruik van schriftelijke respondenten wijkt nauwelijks af van de digitale invullers. De uitvoering langs twee kanalen maakt de conclusies over internetgebruik dus zeer steekhoudend.