Kamervragen over stenengooiers bij waterwegen

Op 11 april 2005 beantwoordde Minister Peijs van V&W kamervragen over stenengooiers bij waterwegen. De volledige brief kunt u hieronder lezen.

Den Haag –

Geachte voorzitter,

Hierbij beantwoord ik de vragen van het lid Van der Staay over stenengooiers bij waterwegen.

1. Heeft u kennis genomen van de oproep van de branchevereniging voor de binnenvaart – de Koninklijke Schuttevaer – om een onderzoek uit te voeren naar stenengooiers bij waterwegen?
1. Ja.

2. Is bekend in welke mate en met welke frequentie binnenschippers worden geconfronteerd met stenengooiers?
2. Bij Rijkswaterstaat zijn 150 incidenten bekend in 2003, voor wat betreft het scheepvaartverkeer.

3. Welke acties zijn tot nu toe van overheidswege ondernomen in reactie op dergelijke voorvallen? Is in bepaalde gevallen tot vervolging van de daders overgegaan?
3. Er zijn door het Rijk voorschriften gegeven aan contractpartijen in de bouw en in het onderhoud, met als strekking dat er geen bouwmateriaal en dergelijke mag rondslingeren. Daarnaast wordt er door alle beheerders regelmatig geschouwd, waarbij er ook aandacht is voor mogelijke gevaarlijke situaties. Over de strafrechtelijke vervolging van daders zijn mij geen aantallen bekend.

4. Bent u bereid om niet alleen te onderzoeken welke bruggen en viaducten over autowegen extra beveiligd moeten worden tegen stenengooiers, maar dit onderzoek te verbreden naar waterwegen? Zo ja, op welke termijn zal dit onderzoek kunnen worden afgerond?
4. Ja, ik heb Rijkswaterstaat hiertoe opdracht gegeven. De wegen over bruggen zijn veelal in beheer bij gemeenten, provincies, waterschappen. Er vindt dus overleg met die partijen plaats, alsmede met Schuttevaer. Het aanvullend onderzoek zal vóór de zomer 2005 zijn afgerond. Zodoende kan ik de resultaten betrekken bij mijn keuze van de aanvullende maatregelen waarover ik de Voorzitter van uw Kamer heb bericht met mijn brief van 24 maart 2005 (nr. SDG/BDG/2005/1328).

Hoogachtend,

DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

Karla Peijs

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Kamervragen over stenengooiers bij waterwegen | Infrasite

Kamervragen over stenengooiers bij waterwegen

Op 11 april 2005 beantwoordde Minister Peijs van V&W kamervragen over stenengooiers bij waterwegen. De volledige brief kunt u hieronder lezen.

Den Haag –

Geachte voorzitter,

Hierbij beantwoord ik de vragen van het lid Van der Staay over stenengooiers bij waterwegen.

1. Heeft u kennis genomen van de oproep van de branchevereniging voor de binnenvaart – de Koninklijke Schuttevaer – om een onderzoek uit te voeren naar stenengooiers bij waterwegen?
1. Ja.

2. Is bekend in welke mate en met welke frequentie binnenschippers worden geconfronteerd met stenengooiers?
2. Bij Rijkswaterstaat zijn 150 incidenten bekend in 2003, voor wat betreft het scheepvaartverkeer.

3. Welke acties zijn tot nu toe van overheidswege ondernomen in reactie op dergelijke voorvallen? Is in bepaalde gevallen tot vervolging van de daders overgegaan?
3. Er zijn door het Rijk voorschriften gegeven aan contractpartijen in de bouw en in het onderhoud, met als strekking dat er geen bouwmateriaal en dergelijke mag rondslingeren. Daarnaast wordt er door alle beheerders regelmatig geschouwd, waarbij er ook aandacht is voor mogelijke gevaarlijke situaties. Over de strafrechtelijke vervolging van daders zijn mij geen aantallen bekend.

4. Bent u bereid om niet alleen te onderzoeken welke bruggen en viaducten over autowegen extra beveiligd moeten worden tegen stenengooiers, maar dit onderzoek te verbreden naar waterwegen? Zo ja, op welke termijn zal dit onderzoek kunnen worden afgerond?
4. Ja, ik heb Rijkswaterstaat hiertoe opdracht gegeven. De wegen over bruggen zijn veelal in beheer bij gemeenten, provincies, waterschappen. Er vindt dus overleg met die partijen plaats, alsmede met Schuttevaer. Het aanvullend onderzoek zal vóór de zomer 2005 zijn afgerond. Zodoende kan ik de resultaten betrekken bij mijn keuze van de aanvullende maatregelen waarover ik de Voorzitter van uw Kamer heb bericht met mijn brief van 24 maart 2005 (nr. SDG/BDG/2005/1328).

Hoogachtend,

DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

Karla Peijs

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Neem nu een Infrasite Premium abonnement voor € 12,- per maand.

ABONNEREn