Duurzame economie en versterking ecologie inzet voor Waddengebied

Foto: Ivo Ketelaar

Toeristisch aantrekkelijk, cultuur-historisch boeiend en met een duurzame economie. Dat is wat minister Schultz van Haegen (ministerie Infrastructuur en Milieu) en staatssecretaris Van Dam (Economische Zaken) voor het Nederlandse Waddengebied voor ogen hebben.

Om dat te bereiken, hebben de bewindspersonen donderdag 6 juli 2017 in een brief aan de Tweede Kamer de Gebiedsagenda Wadden 2050 aangekondigd. Werk aan die agenda start in het najaar van 2017 en zal ongeveer een jaar in beslag nemen. Met de Kamerbrief zijn ook diverse rapporten en verkenningen verstuurd.

Een van de mooiste gebieden van Nederland
Schultz: ‘Nederlanders bestempelen het Waddengebied als een van onze mooiste natuurgebieden. En terecht. Dus moeten we er met z’n allen van genieten, maar er tegelijkertijd ook zuinig op zijn. De mogelijkheden om hier in nauwe samenspraak met de regio plannen voor te maken, zijn er nu. Op die manier houden we het gebied aantrekkelijk voor bewoners, bedrijven en bezoekers.’

Beleidsverkenning Waddengebied
Het doel van de aan de Kamer gestuurde Beleidsverkenning toekomstige rol en ambitie van Rijk en regio voor het Waddengebied was om de opties van het toekomstige beleid voor het Waddengebied in kaart te brengen. Verder zijn ook de Tussenevaluatie Samenwerkingsagenda Beheer Waddenzee en de Herziene Samenwerkingsagenda Beheer Waddenzee 2016-2018 aan de Kamer verzonden.

Waddenzee Werelderfgoed
Al in 2009 heeft de UNESCO de Nederlandse en Duitse Waddenzee aangewezen als (natuurlijk) Werelderfgoed, het Deense deel volgde in 2014. Het gebied is nu met een oppervlakte van ruim 12.000 km2 het grootste aaneengesloten wetland op aarde. Elk jaar maken miljoenen trekvogels een essentiële tussenstop in het waddengebied. Voor rondtrekkende vissen is de zee een belangrijk zout- en brakwatergebied.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Neem nu een Infrasite Premium abonnement voor € 12,- per maand.

ABONNEREn

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (I&W)