Toespraak staatssecretaris Dijksma voor Mobiliteitspoort

Bron: Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Toespraak van staatssecretaris Dijksma (IenM) bij de Mobiliteitspoort op 8 november 2016 in Nieuwspoort.

Dames en heren,

Dank voor uw uitnodiging. U heeft me gevraagd om een inleiding te houden over het personenvervoer, en dan met name over de toekomst.

Maar toen ik de namen zag van uw Comité van Aanbeveling gingen mijn gedachten eerst even terug naar het verleden.

Toen ik tot 2007 als Kamerlid Verkeer en Vervoer in mijn portefeuille had, was Karla Peijs de minister van Verkeer en Waterstaat en Pieter Hofstra mijn collega vanuit de VVD. Hoewel de politieke opvattingen van de heer Hofstra met die van mij soms net zo op elkaar leken als Venus en Mars, hebben we op dit gebied heel goed samengewerkt.

Ik denk alleen al aan onze gezamenlijke motie om het toenmalige kabinet te bewegen een begin te maken met het rekeningrijden.

Het heeft toen wel iets in gang gezet. En de discussie komt weer terug.

Ook heb ik toen een amendement ingediend op de begroting van mevrouw Peijs om de CO2-subsidieregeling te verhogen. Vooral bedoeld om de innovatie van biobrandstoffen te stimuleren.

Inmiddels heb ik nu zelf een dienstauto die op waterstof rijdt. En lopen er nu onderzoeken naar de haalbaarheid van waterstoftreinen en de inzet van biodiesel en bio-LNG op het spoor.

Zo zie je maar dat het verkeer en vervoer een zeer dynamisch terrein is, maar er zijn ook onderwerpen die terugkomen en al naar gelang de maatschappelijke ontwikkelingen hoger of lager op de politieke agenda staan.

Het is interessant om even terug te kijken, maar veel belangrijker is het om vast te stellen dat er heel veel is gebeurd op het brede terrein van verkeer en vervoer.
Ik denk aan:

  • Een forse groei van het openbaar vervoer. Het aantal reizigerskilometers per trein is gestegen van 15 miljard in 2005 naar 18,5 miljard in 2015. Een stijging van 22%!
  • Een verbetering van de punctualiteit op het spoor. Rond 2007 was dit tegen de 87%, dit jaar is het gestegen naar 92,3%.
  • Een grote verbetering van de reisinformatie, steeds meer integraal.
  • Ook heeft de fiets een enorme boost gekregen. Sinds 2005 is het fietsgebruik gestegen met 11%. Vooral de e-bike geeft totaal nieuwe mogelijkheden om de deur-tot-deurreis te verbeteren.
  • Het elektrisch vervoer groeit. We zitten nu op zo’n 100 duizend elektrische voertuigen. En met de green deal Laadinfrastructuur slaan de marktpartijen en de overheid de handen ineen om te zorgen voor meer publieke laadpunten.
  • En er zijn nieuwe spelers op de markt gekomen – ik denk aan Snapcar, Blablacar en ook Uber die bovendien nu aan het experimenteren is met zelfrijdend vervoer.
  • En met de opmars van het zelfrijdend vervoer staan we nog maar aan het begin van een nieuw tijdperk. In Appelscha en Wageningen worden hier al experimenten mee gedaan waardoor het openbaar vervoer een geheel nieuwe dimensie krijgt.

Ik volg dit laatste met zeer veel belangstelling. Ik zie zeker mogelijkheden om ons vervoer meer op maat te maken met zelfrijdend vervoer. En het is ook een interessante ontwikkeling voor de dunbevolkte regio’s waar het openbaar vervoer meer maatwerk en flexibiliteit nodig heeft.

Er is veel beweging en dynamiek. Wat zie ik in dit veranderende speelveld als belangrijkste ambities en uitdagingen?

Ons land heeft alles in huis om de lat hoog te kunnen leggen. Onze infrastructuur is van wereldklasse. We hebben veel kennisinstellingen en ontzettend veel slimme mensen die zich inzetten voor een slimmer en schoner verkeer en vervoer. Daarom is onze ambitie het slimste, veiligste en meest duurzame mobiliteitssysteem van Europa.

Laat ik er 1 aspect uitlichten: duurzamer vervoer. De urgentie is torenhoog. Het klimaatakkoord van Parijs is een memorabele mijlpaal. We zijn verder gekomen dan wie dan ook heeft gedacht! Ik ben zeer blij dat een grote groep landen het akkoord inmiddels heeft omarmd en dat het 2 dagen geleden in werking is getreden.

Ook in Nederland is nu een zeer breed gedeeld gevoel dat de tijd rijp is voor actie en beweging. De Nationale Klimaattop van 2 weken geleden liet dit op een hele heldere wijze zien.

Bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties jagen de overheid op. Prima! Het is wel eens anders geweest.

Ook de transportsector was nadrukkelijk aanwezig op deze top. En dat moet ook. Uw inzet is zeer hard nodig omdat er een forse transitie nodig is.

De mobiliteitssector is verantwoordelijk voor een kwart van de CO2-uitstoot in Nederland. Nog los van de scheep- en luchtvaart. We zijn nog steeds verslaafd aan fossiele brandstoffen. Het is tijd voor een andere norm.

Daar zetten we ons nationaal en internationaal voor in. Er is vooruitgang. Bijvoorbeeld in de luchtvaart. Het is superbelangrijk dat de internationale luchtvaart een maand geleden tot een mondiaal systeem voor schoon vliegen is gekomen. Dat is echt een doorbraak!

Op nationaal niveau gebeurt ook van alles. Tijdens de Klimaattop is bijvoorbeeld een overeenkomst gesloten tussen IenM en KLM over biokerosine. Over de hele breedte heeft de mobiliteitssector de klimaatopgave omarmd. Samen gaan we transitie inzetten naar 2050. Dan willen we de uitstoot met 85-90% naar beneden brengen ten opzichte van 1990.

Het is bovendien goed dat er een dalende trend is in het energieverbruik en in de CO2-uitstoot. Het wagenpark wórdt zuiniger. Het aandeel biobrandstoffen néémt iets toe…

Maar het gaat nog lang niet hard genoeg!

Daarom is het goed dat er meer initiatieven worden genomen.

  • We zetten keihard in op een volledige CO2-neutrale voetafdruk van de spoorsector, in 2050. We zijn nu bezig om die ambitie handen en voeten te geven, met alle partijen. De provincies mogen hier niet ontbreken en daarom nodig ik ze van harte uit om aan te haken!
  • NS gaat in 2017 100% windenergie inkopen – een jaar eerder dan verwacht.
  • Met alle regionale opdrachtgevers van het openbaar vervoer heb ik de afspraak gemaakt dat nieuwe bussen in Nederland in 2025 volledig emmissieloos gaan rijden en dat de gehele busvloot in 2030 emmissievrij is. In alle aanbestedingen wordt deze eis opgenomen.
  • Het verschil moet nog wel worden gemaakt. Maar er zijn al mooie voorbeelden: batterijbussen die ’s nachts opladen op Schiermonnikoog en Schiphol. In provincie Noord-Brabant 40 batterij-elektrische bussen en in Limburg 30. Ook Amsterdam en Utrecht timmeren aan de weg. Zo vervangt Utrecht 10 dieselbussen door 10 elektrische bussen die onderweg kunnen bijladen.

Waarom gaat deze transitie lukken?
Niet alleen omdat het moet en omdat we het verplicht zijn voor de volgende generaties. Maar ook omdat de mogelijkheden die er liggen om de kwaliteit van het openbaar vervoer te verbeteren, bijdragen aan de duurzaamheidsdoelstelling. Deze ambities gaan hand in hand. Er liggen kansen!

  • Denk alleen al aan goede fietsvoorzieningen. Ik geloof in een grotere rol voor de fiets. De meeste reizigers maken dagelijks ritjes binnen 30 kilometer. Zeker de nieuwe generatie elektrische fietsen zijn een prima oplossing voor de first en last mile in de deur-tot-deurreis. Daarom gaan we met verschillende partijen een Agenda Fiets samenstellen. En we gaan de fietsvoorzieningen bij de stations verruimen [40 miljoen].
  • Het station zelf is natuurlijk ook een belangrijk middel om de reiziger te verleiden. Zeker als het station een overzichtelijk en comfortabel knooppunt is voor verschillende vervoersmogelijkheden. We hebben net een nieuwe generatie schitterende stations geopend. Denk aan Rotterdam, Delft, Arnhem, Den Haag, Breda en straks – begin december – Utrecht.

Ik rond af.

Ik heb u de belangrijkste ambities genoemd. Er is veel dynamiek. We kunnen onze ambitie alleen waarmaken als we minder gefragmenteerd acteren vanuit de verschillende onderdelen van het personenvervoer, en meer integraal, vanuit de deur-tot-deur gedachte.

Daar zijn we ook mee bezig. Samen met alle OV-partijen zijn we bezig met een toekomstbeeld op het OV in 2040. We kijken naar de invloed van verstedelijking, technologie, verduurzaming en innovatie. We brengen in kaart waar uitdagingen, ambities en grootste kansen liggen en hoe we die mogelijk kunnen maken.

Denkt u aan vragen als:

  • Hoe kunnen we OV in grootste stedelijke regio’s versterken?
  • Hoe kunnen we goede mobiliteit bieden in krimpgebieden?
  • Welke rol heeft het zelfrijdend vervoer hierbij?
  • Wat betekent dit voor de regionale concessies en de financiering van het OV?

Ik verwacht dat we eind dit jaar een toekomstbeeld kunnen presenteren. Dat zal zeker niet in beton gegoten zijn. Dat past niet in een dynamische sector als de mobiliteitssector. Er zijn altijd weer Kamerleden die nieuwe moties indienen. Of amendementen.

Maar de ambitie staat wat mij betreft wel recht overeind: het slimste, veiligste en meest duurzame mobiliteitssysteem van Europa.
Ik ben benieuwd naar uw rol en ideeën daarbij. Dank u wel.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (I&W)

Toespraak staatssecretaris Dijksma voor Mobiliteitspoort | Infrasite

Toespraak staatssecretaris Dijksma voor Mobiliteitspoort

Bron: Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Toespraak van staatssecretaris Dijksma (IenM) bij de Mobiliteitspoort op 8 november 2016 in Nieuwspoort.

Dames en heren,

Dank voor uw uitnodiging. U heeft me gevraagd om een inleiding te houden over het personenvervoer, en dan met name over de toekomst.

Maar toen ik de namen zag van uw Comité van Aanbeveling gingen mijn gedachten eerst even terug naar het verleden.

Toen ik tot 2007 als Kamerlid Verkeer en Vervoer in mijn portefeuille had, was Karla Peijs de minister van Verkeer en Waterstaat en Pieter Hofstra mijn collega vanuit de VVD. Hoewel de politieke opvattingen van de heer Hofstra met die van mij soms net zo op elkaar leken als Venus en Mars, hebben we op dit gebied heel goed samengewerkt.

Ik denk alleen al aan onze gezamenlijke motie om het toenmalige kabinet te bewegen een begin te maken met het rekeningrijden.

Het heeft toen wel iets in gang gezet. En de discussie komt weer terug.

Ook heb ik toen een amendement ingediend op de begroting van mevrouw Peijs om de CO2-subsidieregeling te verhogen. Vooral bedoeld om de innovatie van biobrandstoffen te stimuleren.

Inmiddels heb ik nu zelf een dienstauto die op waterstof rijdt. En lopen er nu onderzoeken naar de haalbaarheid van waterstoftreinen en de inzet van biodiesel en bio-LNG op het spoor.

Zo zie je maar dat het verkeer en vervoer een zeer dynamisch terrein is, maar er zijn ook onderwerpen die terugkomen en al naar gelang de maatschappelijke ontwikkelingen hoger of lager op de politieke agenda staan.

Het is interessant om even terug te kijken, maar veel belangrijker is het om vast te stellen dat er heel veel is gebeurd op het brede terrein van verkeer en vervoer.
Ik denk aan:

  • Een forse groei van het openbaar vervoer. Het aantal reizigerskilometers per trein is gestegen van 15 miljard in 2005 naar 18,5 miljard in 2015. Een stijging van 22%!
  • Een verbetering van de punctualiteit op het spoor. Rond 2007 was dit tegen de 87%, dit jaar is het gestegen naar 92,3%.
  • Een grote verbetering van de reisinformatie, steeds meer integraal.
  • Ook heeft de fiets een enorme boost gekregen. Sinds 2005 is het fietsgebruik gestegen met 11%. Vooral de e-bike geeft totaal nieuwe mogelijkheden om de deur-tot-deurreis te verbeteren.
  • Het elektrisch vervoer groeit. We zitten nu op zo’n 100 duizend elektrische voertuigen. En met de green deal Laadinfrastructuur slaan de marktpartijen en de overheid de handen ineen om te zorgen voor meer publieke laadpunten.
  • En er zijn nieuwe spelers op de markt gekomen – ik denk aan Snapcar, Blablacar en ook Uber die bovendien nu aan het experimenteren is met zelfrijdend vervoer.
  • En met de opmars van het zelfrijdend vervoer staan we nog maar aan het begin van een nieuw tijdperk. In Appelscha en Wageningen worden hier al experimenten mee gedaan waardoor het openbaar vervoer een geheel nieuwe dimensie krijgt.

Ik volg dit laatste met zeer veel belangstelling. Ik zie zeker mogelijkheden om ons vervoer meer op maat te maken met zelfrijdend vervoer. En het is ook een interessante ontwikkeling voor de dunbevolkte regio’s waar het openbaar vervoer meer maatwerk en flexibiliteit nodig heeft.

Er is veel beweging en dynamiek. Wat zie ik in dit veranderende speelveld als belangrijkste ambities en uitdagingen?

Ons land heeft alles in huis om de lat hoog te kunnen leggen. Onze infrastructuur is van wereldklasse. We hebben veel kennisinstellingen en ontzettend veel slimme mensen die zich inzetten voor een slimmer en schoner verkeer en vervoer. Daarom is onze ambitie het slimste, veiligste en meest duurzame mobiliteitssysteem van Europa.

Laat ik er 1 aspect uitlichten: duurzamer vervoer. De urgentie is torenhoog. Het klimaatakkoord van Parijs is een memorabele mijlpaal. We zijn verder gekomen dan wie dan ook heeft gedacht! Ik ben zeer blij dat een grote groep landen het akkoord inmiddels heeft omarmd en dat het 2 dagen geleden in werking is getreden.

Ook in Nederland is nu een zeer breed gedeeld gevoel dat de tijd rijp is voor actie en beweging. De Nationale Klimaattop van 2 weken geleden liet dit op een hele heldere wijze zien.

Bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties jagen de overheid op. Prima! Het is wel eens anders geweest.

Ook de transportsector was nadrukkelijk aanwezig op deze top. En dat moet ook. Uw inzet is zeer hard nodig omdat er een forse transitie nodig is.

De mobiliteitssector is verantwoordelijk voor een kwart van de CO2-uitstoot in Nederland. Nog los van de scheep- en luchtvaart. We zijn nog steeds verslaafd aan fossiele brandstoffen. Het is tijd voor een andere norm.

Daar zetten we ons nationaal en internationaal voor in. Er is vooruitgang. Bijvoorbeeld in de luchtvaart. Het is superbelangrijk dat de internationale luchtvaart een maand geleden tot een mondiaal systeem voor schoon vliegen is gekomen. Dat is echt een doorbraak!

Op nationaal niveau gebeurt ook van alles. Tijdens de Klimaattop is bijvoorbeeld een overeenkomst gesloten tussen IenM en KLM over biokerosine. Over de hele breedte heeft de mobiliteitssector de klimaatopgave omarmd. Samen gaan we transitie inzetten naar 2050. Dan willen we de uitstoot met 85-90% naar beneden brengen ten opzichte van 1990.

Het is bovendien goed dat er een dalende trend is in het energieverbruik en in de CO2-uitstoot. Het wagenpark wórdt zuiniger. Het aandeel biobrandstoffen néémt iets toe…

Maar het gaat nog lang niet hard genoeg!

Daarom is het goed dat er meer initiatieven worden genomen.

  • We zetten keihard in op een volledige CO2-neutrale voetafdruk van de spoorsector, in 2050. We zijn nu bezig om die ambitie handen en voeten te geven, met alle partijen. De provincies mogen hier niet ontbreken en daarom nodig ik ze van harte uit om aan te haken!
  • NS gaat in 2017 100% windenergie inkopen – een jaar eerder dan verwacht.
  • Met alle regionale opdrachtgevers van het openbaar vervoer heb ik de afspraak gemaakt dat nieuwe bussen in Nederland in 2025 volledig emmissieloos gaan rijden en dat de gehele busvloot in 2030 emmissievrij is. In alle aanbestedingen wordt deze eis opgenomen.
  • Het verschil moet nog wel worden gemaakt. Maar er zijn al mooie voorbeelden: batterijbussen die ’s nachts opladen op Schiermonnikoog en Schiphol. In provincie Noord-Brabant 40 batterij-elektrische bussen en in Limburg 30. Ook Amsterdam en Utrecht timmeren aan de weg. Zo vervangt Utrecht 10 dieselbussen door 10 elektrische bussen die onderweg kunnen bijladen.

Waarom gaat deze transitie lukken?
Niet alleen omdat het moet en omdat we het verplicht zijn voor de volgende generaties. Maar ook omdat de mogelijkheden die er liggen om de kwaliteit van het openbaar vervoer te verbeteren, bijdragen aan de duurzaamheidsdoelstelling. Deze ambities gaan hand in hand. Er liggen kansen!

  • Denk alleen al aan goede fietsvoorzieningen. Ik geloof in een grotere rol voor de fiets. De meeste reizigers maken dagelijks ritjes binnen 30 kilometer. Zeker de nieuwe generatie elektrische fietsen zijn een prima oplossing voor de first en last mile in de deur-tot-deurreis. Daarom gaan we met verschillende partijen een Agenda Fiets samenstellen. En we gaan de fietsvoorzieningen bij de stations verruimen [40 miljoen].
  • Het station zelf is natuurlijk ook een belangrijk middel om de reiziger te verleiden. Zeker als het station een overzichtelijk en comfortabel knooppunt is voor verschillende vervoersmogelijkheden. We hebben net een nieuwe generatie schitterende stations geopend. Denk aan Rotterdam, Delft, Arnhem, Den Haag, Breda en straks – begin december – Utrecht.

Ik rond af.

Ik heb u de belangrijkste ambities genoemd. Er is veel dynamiek. We kunnen onze ambitie alleen waarmaken als we minder gefragmenteerd acteren vanuit de verschillende onderdelen van het personenvervoer, en meer integraal, vanuit de deur-tot-deur gedachte.

Daar zijn we ook mee bezig. Samen met alle OV-partijen zijn we bezig met een toekomstbeeld op het OV in 2040. We kijken naar de invloed van verstedelijking, technologie, verduurzaming en innovatie. We brengen in kaart waar uitdagingen, ambities en grootste kansen liggen en hoe we die mogelijk kunnen maken.

Denkt u aan vragen als:

  • Hoe kunnen we OV in grootste stedelijke regio’s versterken?
  • Hoe kunnen we goede mobiliteit bieden in krimpgebieden?
  • Welke rol heeft het zelfrijdend vervoer hierbij?
  • Wat betekent dit voor de regionale concessies en de financiering van het OV?

Ik verwacht dat we eind dit jaar een toekomstbeeld kunnen presenteren. Dat zal zeker niet in beton gegoten zijn. Dat past niet in een dynamische sector als de mobiliteitssector. Er zijn altijd weer Kamerleden die nieuwe moties indienen. Of amendementen.

Maar de ambitie staat wat mij betreft wel recht overeind: het slimste, veiligste en meest duurzame mobiliteitssysteem van Europa.
Ik ben benieuwd naar uw rol en ideeën daarbij. Dank u wel.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Neem nu een Infrasite Premium abonnement voor € 12,- per maand.

ABONNEREn

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (I&W)