Rijk en koepels sluiten akkoord kosten invoering Omgevingswet

Foto: Ivo Ketelaar

Voor een voortvarende invoering van de Omgevingswet hebben Rijk, VNG, IPO en Unie van Waterschappen een akkoord gesloten over de kosten en besparingen die de invoering van de wet met zich meebrengt.

De koepels VNG, IPO, UvW en het Rijk hebben 22-04-2016 een onderhandelingsakkoord gesloten. In dit akkoord is een principe-afspraak gemaakt over de verdeling van de kosten en besparingen:

  • De Rijksoverheid draagt de investeringskosten die samenhangen met de invoering van de wet. Hierbij moet gedacht worden aan eenmalige kosten die samenhangen met de centrale digitale voorzieningen, het inrichten van informatiepunt(en) en het maken van opleidingen.
  • Iedere partij draagt zelf de transitiekosten van de wet. Dit zijn kosten voor de transitie naar het werken met deze nieuwe wetgeving. Het gaat bijvoorbeeld om de kosten voor het volgen van opleidingen, organisatie- en cultuurveranderingstrajecten, aanpassingen van digitale voorzieningen.
  • De uitvoeringskosten worden via een verdeelsleutel gedeeld. Dit zijn de terugkerende kosten die bijvoorbeeld samenhangen met het gebruik van het digitale stelsel en de kosten van de bevoegde gezagen bij het werken conform de wet.
  • Partijen behouden zelf de besparingen die optreden door de invoering van de stelselherziening, hiervoor komt geen verrekening met het Gemeentefonds en het Provinciefonds.

Aan deze afspraken zijn maximale bedragen gekoppeld. Om de financiële risico’s beheersbaar te houden wordt het digitale stelsel dat ondersteunend is voor de wet stap voor stap ontwikkeld. Besluitvorming vindt plaats tijdens een structureel overleg tussen de koepels en het Rijk op basis van uitgewerkte business cases.

De invoeringsondersteuning wordt door de koepels en het Rijk collectief ingericht. Hiervoor wordt 35 miljoen euro gereserveerd. Verder zal onderzoek worden ingesteld naar de wijze waarop het fysieke domein in de toekomst kan worden gefinancierd. Daarin worden ook de gevolgen van minder vergunningverlening en meer handhaving bekeken.

Partijen leggen dit akkoord met een positief advies voor aan hun achterban. Na een positieve raadpleging wordt het onderhandelingsakkoord definitief bekrachtigd.

Verdere toelichting
Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen hebben een gezamenlijke ambitie om van de Omgevingswet een succes te maken. Deze ambitie is vastgelegd in het Bestuursakkoord implementatie Omgevingswet van 1 juli 2015. In dat bestuursakkoord zijn over de financiën enkele kaderstellende afspraken gemaakt. Deze afspraken worden nu nader ingevuld door dit onderhandelaarsakkoord.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (I&W)

Rijk en koepels sluiten akkoord kosten invoering Omgevingswet | Infrasite

Rijk en koepels sluiten akkoord kosten invoering Omgevingswet

Foto: Ivo Ketelaar

Voor een voortvarende invoering van de Omgevingswet hebben Rijk, VNG, IPO en Unie van Waterschappen een akkoord gesloten over de kosten en besparingen die de invoering van de wet met zich meebrengt.

De koepels VNG, IPO, UvW en het Rijk hebben 22-04-2016 een onderhandelingsakkoord gesloten. In dit akkoord is een principe-afspraak gemaakt over de verdeling van de kosten en besparingen:

  • De Rijksoverheid draagt de investeringskosten die samenhangen met de invoering van de wet. Hierbij moet gedacht worden aan eenmalige kosten die samenhangen met de centrale digitale voorzieningen, het inrichten van informatiepunt(en) en het maken van opleidingen.
  • Iedere partij draagt zelf de transitiekosten van de wet. Dit zijn kosten voor de transitie naar het werken met deze nieuwe wetgeving. Het gaat bijvoorbeeld om de kosten voor het volgen van opleidingen, organisatie- en cultuurveranderingstrajecten, aanpassingen van digitale voorzieningen.
  • De uitvoeringskosten worden via een verdeelsleutel gedeeld. Dit zijn de terugkerende kosten die bijvoorbeeld samenhangen met het gebruik van het digitale stelsel en de kosten van de bevoegde gezagen bij het werken conform de wet.
  • Partijen behouden zelf de besparingen die optreden door de invoering van de stelselherziening, hiervoor komt geen verrekening met het Gemeentefonds en het Provinciefonds.

Aan deze afspraken zijn maximale bedragen gekoppeld. Om de financiële risico’s beheersbaar te houden wordt het digitale stelsel dat ondersteunend is voor de wet stap voor stap ontwikkeld. Besluitvorming vindt plaats tijdens een structureel overleg tussen de koepels en het Rijk op basis van uitgewerkte business cases.

De invoeringsondersteuning wordt door de koepels en het Rijk collectief ingericht. Hiervoor wordt 35 miljoen euro gereserveerd. Verder zal onderzoek worden ingesteld naar de wijze waarop het fysieke domein in de toekomst kan worden gefinancierd. Daarin worden ook de gevolgen van minder vergunningverlening en meer handhaving bekeken.

Partijen leggen dit akkoord met een positief advies voor aan hun achterban. Na een positieve raadpleging wordt het onderhandelingsakkoord definitief bekrachtigd.

Verdere toelichting
Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen hebben een gezamenlijke ambitie om van de Omgevingswet een succes te maken. Deze ambitie is vastgelegd in het Bestuursakkoord implementatie Omgevingswet van 1 juli 2015. In dat bestuursakkoord zijn over de financiën enkele kaderstellende afspraken gemaakt. Deze afspraken worden nu nader ingevuld door dit onderhandelaarsakkoord.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Neem nu een Infrasite Premium abonnement voor € 12,- per maand.

ABONNEREn

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (I&W)