Waarnemingen en kanttekeningen IPO bij Rijksbegroting 2011

geen verrassingen

De Rijksbegroting 2011 bevat geen verrassingen. Er wordt door het laatste kabinet Balkenende niet voorgesorteerd op de nieuwe kabinetsperiode. Het IPO zet zijn waarnemingen en kanttekeningen op de Rijksbegroting in een korte analyse uiteen.

De Rijksbegroting 2011 bevat geen verrassingen. Er wordt door het laatste kabinet Balkenende niet voorgesorteerd op de nieuwe kabinetsperiode. Dat is eigenlijk alleen het geval bij een deel van de invulling van het aanvullende bezuinigingspakket van 3,2
miljard euro. Maar dat bezuinigingspakket raakt de provincies niet, met uitzondering van
een forse loon- en prijsbijstelling in de Brede Doeluitkering Verkeer en Vervoer, die hieronder nader wordt toegelicht. De analyse van de Rijksbegroting 2011 kan verder kort
zijn. Het IPO beperkt zich tot een aantal waarnemingen en kanttekeningen.

Provinciefonds
De eerder aangekondigde korting van 300 miljoen euro vanaf 2011 is in de begroting verwerkt. Het kabinet herhaalt dat het voornemens is vanaf 2012 tot herziening van het verdeelmodel provinciefonds te komen. Uitdrukkelijk wordt daarbij aangegeven dat in het nieuwe verdeelmodel een maatstaf voor vermogen zal worden opgenomen.

De normeringssystematiek is in 2011 nog buiten werking. Daardoor raakt het aanvullend bezuinigingspakket het provinciefonds niet. Van belang is op te merken dat daardoor ook het nieuwe regeerakkoord in 2011 nog niet zal doorwerken naar provincie- en gemeentefonds.

Als de normeringssystematiek in 2012 (in enigszins aangepaste vorm) wordt hersteld, zal het provinciefonds delen in de autonome stijging van de netto gecorrigeerde rijksuitgaven. Dit leidt tot een accresstijging van het provinciefonds van 27,3 miljoen euro in 2012 oplopend tot 183,3 miljoen euro in 2015. In deze stijging is het aanvullende bezuinigingspakket van 3,2 miljard euro al verwerkt. Maar dit accres zal natuurlijk nog
moeten worden gecorrigeerd voor het bezuinigingspakket dat het nieuwe kabinet daarenboven gaat doorvoeren.

Wel valt op dat na 2014 de decentralisatie-uitkeringen in het provinciefonds voor stads- en dorpsvernieuwing, bedrijventerreinen en bodemsanering stoppen. Het is van belang om in overleg met het kabinet deze uitkeringen ook vanaf 2015 gedecentraliseerd beschikbaar te houden.

Bestuursakkoord
De passage over de bestuursakkoorden in de begroting van BZK meldt ten onrechte dat
met de toezending van de evaluatie aan de Tweede Kamer, de uitvoering van de bestuursakkoorden formeel is afgerond. Het bestuursakkoord rijk-provincies kent een looptijd tot en met 2011. Wel juist is dat een aantal afspraken nog niet is afgerond en dat aan de uitvoering hiervan in 2011 verder wordt gewerkt.

Stads- en dorpsvernieuwing
De decentralisatie van het ISV geldt via de Intrekkingswet ISV voor onbepaalde tijd, maar de decentralisatie-uitkering (55 miljoen euro) in het provinciefonds eindigt in 2014, evenals in het gemeentefonds. Nieuw in 2015 op de WWI-begroting is een Brede Doeluitkering voor fysieke investeringen stedelijke vernieuwing van in totaal 136,5 miljoen euro en een budget van 93 miljoen euro voor het Besluit Locatiegebonden Subsidie (BLS). Het is in strijd met gemaakte afspraken dat de decentralisatie vanaf 2015 wordt teruggedraaid. Bovendien is in 2010 de decentralisatie BLS, waartoe in het
bestuursakkoord afspraken zijn gemaakt, niet doorgegaan vanwege het ‘wegbezuinigingen’ van dit budget op de Rijksbegroting.

Burger betaalt voor doelmatig waterbeheer
In het kader van het aanvullend beleidsakkoord van het Kabinet Balkenende IV is een
bedrag van 100 miljoen euro per jaar ingeboekt op de Rijksbegroting onder de noemer
doelmatig waterbeheer. Deze taakstelling wordt ingevuld door een uitname uit het
provinciefonds van 19 miljoen euro per jaar voor de overdracht van de muskusrattenbestrijding van provincies naar de waterschappen. Daarnaast nemen de waterschappen een deel van de kosten van het hoogwaterbeschermingsprogramma op zich van 81 miljoen euro per jaar. Naar verwachting kunnen de waterschappen per 2011 niet waarmaken dat zij door efficiënter werken 100 miljoen euro kunnen besparen, waarmee de muskusrattenbestrijding en de primaire waterkeringen kunnen worden gefinancierd. Dit betekent lastenverzwaring voor de burger en het bedrijfsleven, die de rekening komend jaar krijgen gepresenteerd voor een bezuiniging op de rijksbegroting. Alle fraaie woorden over doelmatig waterbeheer ten spijt. Bovendien is het principieel zeer discutabel dat een doelheffing (watersysteemheffing) wordt afgeroomd voor de algemene rijksmiddelen. Financiering van nationale doelen is geen taak voor een decentrale overheid: dat is de verantwoordelijkheid van het rijk.

Toch forse korting op Brede doeluitkering verkeer en vervoer
De begroting van het ministerie van Verkeer en Waterstaat bevat geen bezuinigingen op de BDU en het Infrastructuurfonds ten opzichte van de begroting 2010, met uitzondering van een forse neerwaartse bijstelling van de loon- en prijscompensatie (ook voor het Infrafonds). Waar in de begroting 2010 nog sprake was van een loon- en prijsbijstelling die iets meer dan 50 miljoen euro bedroeg, is de loon- en prijscompensatie voor 2011 nu begroot op 2,7 miljoen euro per jaar. Zoals gebruikelijk lopen de bijstellingen over alle komende jaren door en zijn dus zeer structureel. In deze forse bijstelling werkt de
loonmatiging door waartoe het kabinet in het aanvullende bezuinigingspakket heeft besloten. Deze korting op de loon- en prijscompensatie is een herhaling van de korting van 2008, die toen geleid heeft tot een staking in het regionaal OV. De korting is deze
keer groter en zal mogelijk niet door provincies met eigen middelen kunnen worden bijgepast vanwege de bezuinigingen op het Provinciefonds.

Rijk legt rekening voor kostenoverschrijding DLG bij provincies
In de begroting van het ministerie van LNV staat dat door de provincies over de periode 2011-2013, 6,5 miljoen euro per jaar wordt bijgedragen ter dekking van de hogere uitvoeringskosten van de Dienst Landelijk Gebied voor het ILG. Hierover zijn echter geen afspraken gemaakt. Integendeel, het gaat hier om een probleem van de minister zelf dat niet achteloos op het provinciale bordje mag worden gedeponeerd.

Voorsorteren op nieuw kabinet bij klimaat en duurzame energie?
Het kabinet lijkt vooruit te lopen op drastische bezuinigingen op klimaat- en
energiedoelen in het nieuwe regeerakkoord en het probleem over te laten aan de samenleving. De begroting is in 2011 meer dan gehalveerd ten opzichte van 2010 en wordt in de meerjarenraming nog verder drastisch verlaagd. Alleen aan juridisch onontkoombare verplichtingen lijkt het kabinet toch te willen voldoen. Ook bij de voornemens voor duurzame energie lijkt het kabinet de handdoek in de ring te gooien. Het IPO maakt zich zorgen over de geringe inzet van het rijk om duurzame energietechnologieën te stimuleren. De provincies en veel bedrijven zien grote kansen voor de duurzame economische ontwikkeling in Nederland door in te zetten op deze innovatie. Het demissionaire kabinet trekt de stekker eruit door de nieuwe verplichtingen voor de Subsidieregeling Duurzame Energie met 99 procent te reduceren in 2011 ten opzichte van 2010. Er wordt vooralsnog geen alternatief geboden voor ondersteuning van innovatie.

Kabinet bezuinigt in 2011 met verkeerde argumenten op VROM-inspectie
In de begroting van het ministerie van VROM wordt alvast voorgesorteerd op ‘de voortvarendheid’ waarmee alle betrokken partners komen tot de uitvoering van de package deal over de totstandkoming van de Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD’s). Bij de VROM-inspectie wordt daarom vanaf 2011 een bezuiniging ingeboekt (ten opzichte van 2010) voor het bevorderen van de naleving van wetgeving Milieu en Ruimte. Hiermee wordt geanticipeerd op kwaliteitsverbetering in vergunningverlening en handhaving als gevolg van het functioneren van de uitvoeringsdiensten, die zouden leiden tot minder toezichtlast. De RUD’s zullen echter pas vanaf 2012 functioneren, waarbij de kwaliteitswinst pas op langere termijn kan worden verwacht. Bezuinigen op toezicht is dus prematuur. Bovendien is het niet uitgesloten dat provincies nog een claim neerleggen voor extra kosten als gevolg van overname van rijksbeleid.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Interprovinciaal Overleg (IPO)

Waarnemingen en kanttekeningen IPO bij Rijksbegroting 2011 | Infrasite

Waarnemingen en kanttekeningen IPO bij Rijksbegroting 2011

geen verrassingen

De Rijksbegroting 2011 bevat geen verrassingen. Er wordt door het laatste kabinet Balkenende niet voorgesorteerd op de nieuwe kabinetsperiode. Het IPO zet zijn waarnemingen en kanttekeningen op de Rijksbegroting in een korte analyse uiteen.

De Rijksbegroting 2011 bevat geen verrassingen. Er wordt door het laatste kabinet Balkenende niet voorgesorteerd op de nieuwe kabinetsperiode. Dat is eigenlijk alleen het geval bij een deel van de invulling van het aanvullende bezuinigingspakket van 3,2
miljard euro. Maar dat bezuinigingspakket raakt de provincies niet, met uitzondering van
een forse loon- en prijsbijstelling in de Brede Doeluitkering Verkeer en Vervoer, die hieronder nader wordt toegelicht. De analyse van de Rijksbegroting 2011 kan verder kort
zijn. Het IPO beperkt zich tot een aantal waarnemingen en kanttekeningen.

Provinciefonds
De eerder aangekondigde korting van 300 miljoen euro vanaf 2011 is in de begroting verwerkt. Het kabinet herhaalt dat het voornemens is vanaf 2012 tot herziening van het verdeelmodel provinciefonds te komen. Uitdrukkelijk wordt daarbij aangegeven dat in het nieuwe verdeelmodel een maatstaf voor vermogen zal worden opgenomen.

De normeringssystematiek is in 2011 nog buiten werking. Daardoor raakt het aanvullend bezuinigingspakket het provinciefonds niet. Van belang is op te merken dat daardoor ook het nieuwe regeerakkoord in 2011 nog niet zal doorwerken naar provincie- en gemeentefonds.

Als de normeringssystematiek in 2012 (in enigszins aangepaste vorm) wordt hersteld, zal het provinciefonds delen in de autonome stijging van de netto gecorrigeerde rijksuitgaven. Dit leidt tot een accresstijging van het provinciefonds van 27,3 miljoen euro in 2012 oplopend tot 183,3 miljoen euro in 2015. In deze stijging is het aanvullende bezuinigingspakket van 3,2 miljard euro al verwerkt. Maar dit accres zal natuurlijk nog
moeten worden gecorrigeerd voor het bezuinigingspakket dat het nieuwe kabinet daarenboven gaat doorvoeren.

Wel valt op dat na 2014 de decentralisatie-uitkeringen in het provinciefonds voor stads- en dorpsvernieuwing, bedrijventerreinen en bodemsanering stoppen. Het is van belang om in overleg met het kabinet deze uitkeringen ook vanaf 2015 gedecentraliseerd beschikbaar te houden.

Bestuursakkoord
De passage over de bestuursakkoorden in de begroting van BZK meldt ten onrechte dat
met de toezending van de evaluatie aan de Tweede Kamer, de uitvoering van de bestuursakkoorden formeel is afgerond. Het bestuursakkoord rijk-provincies kent een looptijd tot en met 2011. Wel juist is dat een aantal afspraken nog niet is afgerond en dat aan de uitvoering hiervan in 2011 verder wordt gewerkt.

Stads- en dorpsvernieuwing
De decentralisatie van het ISV geldt via de Intrekkingswet ISV voor onbepaalde tijd, maar de decentralisatie-uitkering (55 miljoen euro) in het provinciefonds eindigt in 2014, evenals in het gemeentefonds. Nieuw in 2015 op de WWI-begroting is een Brede Doeluitkering voor fysieke investeringen stedelijke vernieuwing van in totaal 136,5 miljoen euro en een budget van 93 miljoen euro voor het Besluit Locatiegebonden Subsidie (BLS). Het is in strijd met gemaakte afspraken dat de decentralisatie vanaf 2015 wordt teruggedraaid. Bovendien is in 2010 de decentralisatie BLS, waartoe in het
bestuursakkoord afspraken zijn gemaakt, niet doorgegaan vanwege het ‘wegbezuinigingen’ van dit budget op de Rijksbegroting.

Burger betaalt voor doelmatig waterbeheer
In het kader van het aanvullend beleidsakkoord van het Kabinet Balkenende IV is een
bedrag van 100 miljoen euro per jaar ingeboekt op de Rijksbegroting onder de noemer
doelmatig waterbeheer. Deze taakstelling wordt ingevuld door een uitname uit het
provinciefonds van 19 miljoen euro per jaar voor de overdracht van de muskusrattenbestrijding van provincies naar de waterschappen. Daarnaast nemen de waterschappen een deel van de kosten van het hoogwaterbeschermingsprogramma op zich van 81 miljoen euro per jaar. Naar verwachting kunnen de waterschappen per 2011 niet waarmaken dat zij door efficiënter werken 100 miljoen euro kunnen besparen, waarmee de muskusrattenbestrijding en de primaire waterkeringen kunnen worden gefinancierd. Dit betekent lastenverzwaring voor de burger en het bedrijfsleven, die de rekening komend jaar krijgen gepresenteerd voor een bezuiniging op de rijksbegroting. Alle fraaie woorden over doelmatig waterbeheer ten spijt. Bovendien is het principieel zeer discutabel dat een doelheffing (watersysteemheffing) wordt afgeroomd voor de algemene rijksmiddelen. Financiering van nationale doelen is geen taak voor een decentrale overheid: dat is de verantwoordelijkheid van het rijk.

Toch forse korting op Brede doeluitkering verkeer en vervoer
De begroting van het ministerie van Verkeer en Waterstaat bevat geen bezuinigingen op de BDU en het Infrastructuurfonds ten opzichte van de begroting 2010, met uitzondering van een forse neerwaartse bijstelling van de loon- en prijscompensatie (ook voor het Infrafonds). Waar in de begroting 2010 nog sprake was van een loon- en prijsbijstelling die iets meer dan 50 miljoen euro bedroeg, is de loon- en prijscompensatie voor 2011 nu begroot op 2,7 miljoen euro per jaar. Zoals gebruikelijk lopen de bijstellingen over alle komende jaren door en zijn dus zeer structureel. In deze forse bijstelling werkt de
loonmatiging door waartoe het kabinet in het aanvullende bezuinigingspakket heeft besloten. Deze korting op de loon- en prijscompensatie is een herhaling van de korting van 2008, die toen geleid heeft tot een staking in het regionaal OV. De korting is deze
keer groter en zal mogelijk niet door provincies met eigen middelen kunnen worden bijgepast vanwege de bezuinigingen op het Provinciefonds.

Rijk legt rekening voor kostenoverschrijding DLG bij provincies
In de begroting van het ministerie van LNV staat dat door de provincies over de periode 2011-2013, 6,5 miljoen euro per jaar wordt bijgedragen ter dekking van de hogere uitvoeringskosten van de Dienst Landelijk Gebied voor het ILG. Hierover zijn echter geen afspraken gemaakt. Integendeel, het gaat hier om een probleem van de minister zelf dat niet achteloos op het provinciale bordje mag worden gedeponeerd.

Voorsorteren op nieuw kabinet bij klimaat en duurzame energie?
Het kabinet lijkt vooruit te lopen op drastische bezuinigingen op klimaat- en
energiedoelen in het nieuwe regeerakkoord en het probleem over te laten aan de samenleving. De begroting is in 2011 meer dan gehalveerd ten opzichte van 2010 en wordt in de meerjarenraming nog verder drastisch verlaagd. Alleen aan juridisch onontkoombare verplichtingen lijkt het kabinet toch te willen voldoen. Ook bij de voornemens voor duurzame energie lijkt het kabinet de handdoek in de ring te gooien. Het IPO maakt zich zorgen over de geringe inzet van het rijk om duurzame energietechnologieën te stimuleren. De provincies en veel bedrijven zien grote kansen voor de duurzame economische ontwikkeling in Nederland door in te zetten op deze innovatie. Het demissionaire kabinet trekt de stekker eruit door de nieuwe verplichtingen voor de Subsidieregeling Duurzame Energie met 99 procent te reduceren in 2011 ten opzichte van 2010. Er wordt vooralsnog geen alternatief geboden voor ondersteuning van innovatie.

Kabinet bezuinigt in 2011 met verkeerde argumenten op VROM-inspectie
In de begroting van het ministerie van VROM wordt alvast voorgesorteerd op ‘de voortvarendheid’ waarmee alle betrokken partners komen tot de uitvoering van de package deal over de totstandkoming van de Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD’s). Bij de VROM-inspectie wordt daarom vanaf 2011 een bezuiniging ingeboekt (ten opzichte van 2010) voor het bevorderen van de naleving van wetgeving Milieu en Ruimte. Hiermee wordt geanticipeerd op kwaliteitsverbetering in vergunningverlening en handhaving als gevolg van het functioneren van de uitvoeringsdiensten, die zouden leiden tot minder toezichtlast. De RUD’s zullen echter pas vanaf 2012 functioneren, waarbij de kwaliteitswinst pas op langere termijn kan worden verwacht. Bezuinigen op toezicht is dus prematuur. Bovendien is het niet uitgesloten dat provincies nog een claim neerleggen voor extra kosten als gevolg van overname van rijksbeleid.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Neem nu een Infrasite Premium abonnement voor € 12,- per maand.

ABONNEREn

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Interprovinciaal Overleg (IPO)