Klimaatverandering vraagt om aanpassing natuurbeleid

clusters en corridors in plaats van ecologische hoofdstructuur

Bij uitvoering van het huidige beleid blijft de natuur kwetsbaar voor de gevolgen van klimaatverandering. Behoud van alle dier- en plantensoorten per gebied is niet realistisch in het licht van de klimaatverandering. Het beleid kan zich beter richten op het vergroten van het aanpassingsvermogen van natuur. Een voorstel hiertoe doet het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) dat 20 augustus 2010 in samenwerking met Wageningen UR de studie ‘Adaptatiestrategie voor een klimaatbestendige natuur’ uitbrengt.

Nederland warmt op en zal in de toekomst vaker te maken krijgen met extreme weersomstandigheden. Meer droogte, hitte en wateroverlast zullen er onvermijdelijk toe leiden dat bepaalde populaties achteruit gaan of zelfs uit Nederland verdwijnen. Het klimaat is op termijn ongeschikt voor 15 procent van alle hier voorkomende dier- en plantensoorten.

Andere soorten krijgen juist de kans zich hier te vestigen. Zij kunnen de functies van de verdwijnende soorten overnemen. Bij een veranderend klimaat kan de biodiversiteit dus op peil blijven. De natuur moet dan wel voldoende in staat zijn zich aan te passen aan de verstoringen.

Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en Wageningen UR stellen voor het Nederlandse natuurbeleid op een andere leest te schoeien. Niet het behouden van dier- en plantensoorten per gebied, maar het vergroten van het aanpassingsvermogen van de natuur zou het nieuwe uitgangspunt kunnen worden.

In grotere, aaneengesloten gebieden kunnen dieren- en plantenpopulaties zich beter aanpassen om zo de gevolgen van extreem weer op te vangen. Als daarnaast natuurgebieden internationaal met elkaar verbonden worden, kunnen dier- én plantensoorten voor wie het hier te warm wordt, koudere streken bereiken. Vanuit het zuiden kunnen nieuwe soorten zich in ons land vestigen. Goede verbindingen vergroten het aanpassingsvermogen van de natuur, en dat is gunstig ongeacht of de gevolgen van de klimaatverandering nu groter of kleiner zullen zijn.

Het Planbureau voor de Leefomgeving en Wageningen UR stellen voor om het door het kabinet gewenste netwerk van natuurgebieden, de zogenaamde ecologische hoofdstructuur, aan te passen. Tegengaan van de versnippering van natuurgebieden blijft van belang, maar aan te kopen gebieden liggen bij voorkeur in de in deze studie gepresenteerde clusters en corridors. Hierdoor krijgt de natuur meer kans mee te bewegen met de verschuivingen van klimaatzones. Klimaatbestendige natuurontwikkeling valt goed te combineren met andere maatschappelijke belangen, zoals het beschermen van Nederland tegen wateroverlast.

Meer informatie
U kunt de studie downloaden via de website van het Planbureau voor de Leefomgeving

Het Planbureau voor de Leefomgeving is het nationale instituut voor strategische beleidsanalyses op het gebied van milieu, natuur en ruimte. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) draagt bij aan de kwaliteit van de politiek-bestuurlijke afweging door het verrichten van verkenningen, analyses en evaluaties waarbij een integrale benadering voorop staat. Het PBL is voor alles beleidsgericht. Het verricht zijn onderzoek gevraagd en ongevraagd, onafhankelijk en altijd wetenschappelijk gefundeerd.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Planbureau voor de Leefomgeving (PBL)

Klimaatverandering vraagt om aanpassing natuurbeleid | Infrasite

Klimaatverandering vraagt om aanpassing natuurbeleid

clusters en corridors in plaats van ecologische hoofdstructuur

Bij uitvoering van het huidige beleid blijft de natuur kwetsbaar voor de gevolgen van klimaatverandering. Behoud van alle dier- en plantensoorten per gebied is niet realistisch in het licht van de klimaatverandering. Het beleid kan zich beter richten op het vergroten van het aanpassingsvermogen van natuur. Een voorstel hiertoe doet het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) dat 20 augustus 2010 in samenwerking met Wageningen UR de studie ‘Adaptatiestrategie voor een klimaatbestendige natuur’ uitbrengt.

Nederland warmt op en zal in de toekomst vaker te maken krijgen met extreme weersomstandigheden. Meer droogte, hitte en wateroverlast zullen er onvermijdelijk toe leiden dat bepaalde populaties achteruit gaan of zelfs uit Nederland verdwijnen. Het klimaat is op termijn ongeschikt voor 15 procent van alle hier voorkomende dier- en plantensoorten.

Andere soorten krijgen juist de kans zich hier te vestigen. Zij kunnen de functies van de verdwijnende soorten overnemen. Bij een veranderend klimaat kan de biodiversiteit dus op peil blijven. De natuur moet dan wel voldoende in staat zijn zich aan te passen aan de verstoringen.

Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en Wageningen UR stellen voor het Nederlandse natuurbeleid op een andere leest te schoeien. Niet het behouden van dier- en plantensoorten per gebied, maar het vergroten van het aanpassingsvermogen van de natuur zou het nieuwe uitgangspunt kunnen worden.

In grotere, aaneengesloten gebieden kunnen dieren- en plantenpopulaties zich beter aanpassen om zo de gevolgen van extreem weer op te vangen. Als daarnaast natuurgebieden internationaal met elkaar verbonden worden, kunnen dier- én plantensoorten voor wie het hier te warm wordt, koudere streken bereiken. Vanuit het zuiden kunnen nieuwe soorten zich in ons land vestigen. Goede verbindingen vergroten het aanpassingsvermogen van de natuur, en dat is gunstig ongeacht of de gevolgen van de klimaatverandering nu groter of kleiner zullen zijn.

Het Planbureau voor de Leefomgeving en Wageningen UR stellen voor om het door het kabinet gewenste netwerk van natuurgebieden, de zogenaamde ecologische hoofdstructuur, aan te passen. Tegengaan van de versnippering van natuurgebieden blijft van belang, maar aan te kopen gebieden liggen bij voorkeur in de in deze studie gepresenteerde clusters en corridors. Hierdoor krijgt de natuur meer kans mee te bewegen met de verschuivingen van klimaatzones. Klimaatbestendige natuurontwikkeling valt goed te combineren met andere maatschappelijke belangen, zoals het beschermen van Nederland tegen wateroverlast.

Meer informatie
U kunt de studie downloaden via de website van het Planbureau voor de Leefomgeving

Het Planbureau voor de Leefomgeving is het nationale instituut voor strategische beleidsanalyses op het gebied van milieu, natuur en ruimte. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) draagt bij aan de kwaliteit van de politiek-bestuurlijke afweging door het verrichten van verkenningen, analyses en evaluaties waarbij een integrale benadering voorop staat. Het PBL is voor alles beleidsgericht. Het verricht zijn onderzoek gevraagd en ongevraagd, onafhankelijk en altijd wetenschappelijk gefundeerd.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Neem nu een Infrasite Premium abonnement voor € 12,- per maand.

ABONNEREn

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Planbureau voor de Leefomgeving (PBL)