De spoorweginfrastuur kan beschouwd worden als het onroerende gedeelte van het spoorwegsysteem. De vervoerders, verladers en reizigers maken met behulp van reizigerstreinen en goederentreinen gebruik van deze infrastructuur om in het vervoer van reizigers en goederen te voorzien.

In hoofdonderdelen kan de spoorweginfrastructuur worden onderscheiden in gebouwen waaronder stations en overige dienstgebouwen en de eigenlijke spoorbaan die zich laat onderscheiden in "vrije baan" en "emplacementen".

Daar waar de spoorbaan een weg of water kruist is sprake van een gelijkvloerse (overweg) of een ongelijkvloerse kruising (fly-over, dive-under, brug of tunnel).

Met behulp van de treinbeveiling wordt gezorgd dat treinen geen met elkaar conflicterende bewegingen kunnen maken waardoor botsingen en aanrijdingen worden voorkomen.

Met behulp van de treinbeheersing worden de treinbewegingen volgens plan uitgevoerd.

Bijzondere installaties worden aangetroffen bij tunnels, bruggen en overwegen.

Apparatuur en installaties zijn veelal ondergebracht in dienstgebouwen, waaronder relaishuizenrelaishuizen en straatkasten. Daarnaast worden relaiskasten toegepast.

Bij elektrische baanvakken wordt de noodzakelijke energie met behulp van transformatoren en eventueel gelijkrichters in onderstations naar de gewenste tractiespanning gebracht. Om systemen met verschillende rijdraadspanningen op elkaar aan te laten sluiten wordt gebruik gemaakt van een spanningsluis.

Een complexe ondergrondse infrastructuur bestaande de uit tal van kabels voor tractievoeding, elektrische voeding, treinbeveiliging, telecommunicatie en Scada koppelt al deze systemen aan elkaar.

De telecommunicatieinfrastructuur gebruikt naast kabelverbindingen ook draadloze technieken waaronder Telerail en GSM-R; hiervoor zijn in de infrastructuur basisstations opgenomen.

Voor het beheer van alle installaties op afstand wordt vaak gebruik gemaakt van een schakel- en stoormeldcentrum waarbij van Scada gebruik gemaakt wordt.

Emplacementen

Al naar gelang de toepassing laten zich verschillende soorten emplacementen onderscheiden:

• Eenvoudige wisselstraat

• Perronsporen

• Inrijd- en uitrijdsporen

• Opstelterrein

• Rangeerterrein

• Sporen t.b.v. laad- en losinrichtingen

Nederland

Klassiek spoorwegnet (voormalig NS)

ProRail is de railinfrastructuurbeheerder van Nederland. Formeel is ProRail BV een dochteronderneming van Railinfratrust BV (RIT). Voor de dagelijkse bedrijfsvoering wordt de handelsnaam ProRail gevoerd.

Railinfratrust BV is een zelfstandig bedrijf (eigendom van de Nederlandse Staat) dat juridisch eigenaar is van het overgrote deel van de spoorweginfrastructuur. Dochteronderneming ProRail BV is de economisch eigenaar van het spoorwegnet en heeft als taak dit te onderhouden, te exploiteren en indien de rijksoverheid daartoe besluit, uit te breiden. Bovendien verdeelt ProRail de capaciteit op het spoor onder de verschillende goederen- en reizigersvervoerders. Ten slotte is ProRail ook verantwoordelijk voor de verkeersleiding op het spoor.

Betuweroute

Sneltram Utrecht Nieuwegein Ijsselstein (SUNY]]

Metronetwerk Rotterdam

Metronetwerk Amsterdam

Randstadrail

Corus

DSM

Locaties van objecten

• www.energievoorziening.info: deze site bevat veel informatie over EV, locaties, falen van installaties etc. Daarnaast zijn de objectgegevens (GPS coördinaten) van RH’s, straatkasten en overwegen hier te raadplegen.

bron m.b.t. ProRail: Wikipedia