Sleutelen van overwegen

Werken met een werktrein op nabij overwegen

In de nabijheid van overwegen worden werktreinen, ingezet tijdens een buitendienststelling. De werktreinbegeleider moet zich dan houden aan de voorgeschreven overwegprocedure. Kennis van de spoorwegbeveiligingssystemen is een must. ProRail heeft deze regelgeving opgenomen in het Best Practice werken in de nabijheidheid van overwegen.

Sleutelen overweg

De meeste overwegen in Nederland bestaan uit een AKI en AHOB. Naast het spoor staan hiervoor relaiskasten.

Bij de meeste AKI/AHOB zijn voor elk spoor dat over de overweg loopt schakelaars aangebracht. Met deze schakelaars wordt de automatische treinaankondiging van de betreffende AHOB of AKI buiten werking gesteld. De LWB of WTB bereikt deze schakelaars via de sleutelgaten in de relaiskasten bij de overweg. Met behulp van de overwegsleutel wordt door de LWB of WTB de overweg gedeactiveerd.

  • De LWB is tijdens de buitendienststelling verantwoordelijk voor het plaatsen van de sleutel.
  • De WTB krijgt opdracht van de LWB de sleutel te plaatsen.

    Als de overweg is gedeactiveerd seinen vallen seinen gelijktijdig in de stand stop aan beide zijde van de overweg (rood seinbeeld).

  • Als de schakelaar in de relaiskast is omgelegd, kan de sleuteld niet meer worden uitgenomen.Hoewel hiermee in zekere zin de werkplekbeveiliging is gerealiseerd, mag de schakelaar niet zonder meer voor dat doel worden gebruikt. Omdat de sleutel na het omleggen van de schakelaar niet meer kan worden uitgenomen, is deze daarmee bereikbaar voor onbevoegden die de werkplekbeveiliging dus ook kunnen opheffen.
  • De overwegsleutel moet daarom tijdens een buitendienststelling altijd worden bewaakt door een door de LWB aan te stellen functionaris (instructie LWB vereist).

Type sleutels

Er zijn drie typen sleutels, te herkennen aan het opschrift A, B of C. Elk van de relaiskasten draagt een opschrift, waaruit blijkt voor welk spoor het slot geldt. Belangrijk is, is dat altijd de juiste sleutel gebruit wordt. Bij gebruik van de verkeerde sleutel kan deze afbreken met als gevolg:

  • Geen mogelijkheid tot het uitschakelen van de aankondigingssectie.

      Sleutel A: Wordt gebruikt voor het linkerspoor van een meersporig baanvak, gezien vanuit de laagste kilometrering.

      Sleutel B: Wordt gebruikt voor het tweede spoor van een meersporing baanvak, gezien vanuit de laagste kilometrering.

      Sleutel C: Wordt gebruikt voor een enkelsporig baanvak en in het derde spoor van een meersporig baanvak, gezien vanuit de laagste kilometrering.

Gebruik overwegsleutels

  • De sleutels worden door de WB-u tijdens een instructie over de buitendienststelling verstrekt aan de LWB.
  • De sleutels worden gebruikt wanneer door werktreinen en/of rail-wegvoertuigen of werkzaamheden een spoorbezetting in de aankondigingssectie wordt veroorzaakt.
  • Als door een spoorbezetting in de aankondigingssectie een AKI/AHOB langer dan vijf minuten in werking zal zijn moet de overwegsleutel omgelegd worden.

  • Een werktrein mag een uitgeschakelde overweg pas passeren nadat de sleutel is teruggedraaid en verwijderd is door de daarvoor aangewezen functionaris en de overweg weer normaal is geactiveerd.

Voor het veilig passeren van de overweg en het voorkomen van aanrijdgevaar worden de overwegprocedures uitgevoerd.

Sleutelen van overwegen | Infrasite

Sleutelen van overwegen

Werken met een werktrein op nabij overwegen

In de nabijheid van overwegen worden werktreinen, ingezet tijdens een buitendienststelling. De werktreinbegeleider moet zich dan houden aan de voorgeschreven overwegprocedure. Kennis van de spoorwegbeveiligingssystemen is een must. ProRail heeft deze regelgeving opgenomen in het Best Practice werken in de nabijheidheid van overwegen.

Sleutelen overweg

De meeste overwegen in Nederland bestaan uit een AKI en AHOB. Naast het spoor staan hiervoor relaiskasten.

Bij de meeste AKI/AHOB zijn voor elk spoor dat over de overweg loopt schakelaars aangebracht. Met deze schakelaars wordt de automatische treinaankondiging van de betreffende AHOB of AKI buiten werking gesteld. De LWB of WTB bereikt deze schakelaars via de sleutelgaten in de relaiskasten bij de overweg. Met behulp van de overwegsleutel wordt door de LWB of WTB de overweg gedeactiveerd.

  • De LWB is tijdens de buitendienststelling verantwoordelijk voor het plaatsen van de sleutel.
  • De WTB krijgt opdracht van de LWB de sleutel te plaatsen.

    Als de overweg is gedeactiveerd seinen vallen seinen gelijktijdig in de stand stop aan beide zijde van de overweg (rood seinbeeld).

  • Als de schakelaar in de relaiskast is omgelegd, kan de sleuteld niet meer worden uitgenomen.Hoewel hiermee in zekere zin de werkplekbeveiliging is gerealiseerd, mag de schakelaar niet zonder meer voor dat doel worden gebruikt. Omdat de sleutel na het omleggen van de schakelaar niet meer kan worden uitgenomen, is deze daarmee bereikbaar voor onbevoegden die de werkplekbeveiliging dus ook kunnen opheffen.
  • De overwegsleutel moet daarom tijdens een buitendienststelling altijd worden bewaakt door een door de LWB aan te stellen functionaris (instructie LWB vereist).

Type sleutels

Er zijn drie typen sleutels, te herkennen aan het opschrift A, B of C. Elk van de relaiskasten draagt een opschrift, waaruit blijkt voor welk spoor het slot geldt. Belangrijk is, is dat altijd de juiste sleutel gebruit wordt. Bij gebruik van de verkeerde sleutel kan deze afbreken met als gevolg:

  • Geen mogelijkheid tot het uitschakelen van de aankondigingssectie.

      Sleutel A: Wordt gebruikt voor het linkerspoor van een meersporig baanvak, gezien vanuit de laagste kilometrering.

      Sleutel B: Wordt gebruikt voor het tweede spoor van een meersporing baanvak, gezien vanuit de laagste kilometrering.

      Sleutel C: Wordt gebruikt voor een enkelsporig baanvak en in het derde spoor van een meersporig baanvak, gezien vanuit de laagste kilometrering.

Gebruik overwegsleutels

  • De sleutels worden door de WB-u tijdens een instructie over de buitendienststelling verstrekt aan de LWB.
  • De sleutels worden gebruikt wanneer door werktreinen en/of rail-wegvoertuigen of werkzaamheden een spoorbezetting in de aankondigingssectie wordt veroorzaakt.
  • Als door een spoorbezetting in de aankondigingssectie een AKI/AHOB langer dan vijf minuten in werking zal zijn moet de overwegsleutel omgelegd worden.

  • Een werktrein mag een uitgeschakelde overweg pas passeren nadat de sleutel is teruggedraaid en verwijderd is door de daarvoor aangewezen functionaris en de overweg weer normaal is geactiveerd.

Voor het veilig passeren van de overweg en het voorkomen van aanrijdgevaar worden de overwegprocedures uitgevoerd.