Een signaalhoorn wordt door een VHM gebruikt om werkenden te waarschuwen dat er een trein nadert op het werkspoor of nevenspoor.

• Twintig seconden voor het aanrijdgevaar worden de werkenden aan het spoor gewaarschuwd door de VHM.
• De werkenden steken een hand op dat hij/zij het signaal van de VHM hebben begrepen.
• Binnen vijftien seconden moeten de werkenden op de wijkplaats staan en gereedschap moet buiten de Profiel van vrije ruimte (PVR) van het spoor zijn.

Als de signaalhoorn defect is gebruikt de VHM een fluit.

De VHM gebruikt de volgende signalen:

Lange matige toon

Attentiesein ‘Nadering trein nevenspoor’. Met dit sein wordt het personeel gewaarschuwd niet in het nevenspoor te stappen en worden schrikreacties voorkomen. De werkzaamheden hoeven niet te worden onderbroken.

Vijf korte tonen

Gevaarsein bij werkzaamheden. De veiligheidsman geeft dit sein bij direct dreigend gevaar. Het personeel moet direct het werk onderbreken en naar een veilige wijkplaats gaan.

Lang kort lang

Attentiesein ‘nadering trein’. Bij dit sein moet het personeel het spoor verlaten. Bij gebruik van de tweetonige hoorn heeft de tweede, korte toon een lagere toonhoogte dan de twee lange tonen.

Korte toon

Werkzaamheden hervatten. Dit sein geeft aan dat de werkzaamheden na het passeren van een trein mogen worden hervat.

Externe link

• Seinenboek