Reizigersinspraak

Openbaar vervoer wordt door overheden aanbesteed en door vervoerders uitgevoerd. Reizigers hebben geen wezenlijke keuzevrijheid: zij zijn gebonden aan het vervoerbedrijf dat een aanbesteding wint en dat gedurende enkele jaren een monopoliepositie inneemt. Hun enige alternatief is om géén gebruik te maken van openbaar vervoer.

Omdat vervoerbedrijven niet zo worden geprikkeld als sterk concurrerende marktpartijen om naar hun klanten te luisteren, zijn hiervoor speciale bepalingen in de wet opgenomen. De betreffende wet is de Wet personenvervoer 2000 (Wp2000).

De Wp2000 regelt dat consumentenorganisaties advies- en informatierecht hebben. De vervoerder en de aanbestedende overheid hebben een corresponderende advies- en informatie’plicht’. Deze systematiek moet voorkomen dat de vervoerder en de aanbestedende overheid het belang van de reiziger veronachtzamen.

Het openbaar vervoer valt uiteen in twee delen: het stads- en streekvervoer en het hoofdrailnet, waarop NS het exclusieve recht heeft tot 2015. Ze maken echter gebruik van dezelfde bepalingen in de Wet Personenvervoer 2000 (Wp2000).

Stads- en streekvervoer

In Nederland hebben consumentenorganisaties elkaar gevonden in ROCOV’s. ROCOV staat voor Regionaal Overleg Consumentenbelangen Openbaar Vervoer. Deze vorm maakt het overleg over het stads- en streekvervoer voor alle partijen overzichtelijk en efficënt.

Op ROCOV.nl vindt u de contactgegevens van alle ROCOVs in Nederland. De ROCOVs worden met advies, training en faciliteiten ondersteund door Stichting OPC.

Hoofdrailnet

De inspraak op het vervoer van NS vindt plaats in het Landelijk Overleg Consumentenbelangen Openbaar Vervoer (LOCOV). Zie LOCOV.nl.

Adviesrecht en adviesplicht

Adviesrecht en adviesplicht houden in dat de overheid en de vervoerder verplicht zijn om bij een aantal gelegenheden (bijvoorbeeld voorafgaand aan publicatie van de dienstregeling of een Programma van Eisen voor een aanbesteding) tijdig het advies van de relevante consumentenorganisaties te vragen.

Daarnaast mogen consumentenorganisaties ook ongevraagd adviezen aan vervoerder en overheid toezenden. Deze is verplicht om op alle adviezen tijdig te reageren. Indien de reactie een gehele of gedeeltelijke afwijzing inhoudt, dan is hij ook verplicht om deze schriftelijk te motiveren.

Informatierecht en informatieplicht

De consumentenorganisaties hebben het recht om tenminste eenmaal per jaar te worden geïnformeerd over een aantal onderwerpen die de belangen van de reiziger raken. De aanbestedende overheid en de vervoerder hebben de plicht hierover informatie te verschaffen. De onderwerpen die dit betreft staan genoemd in het Besluit Personenvervoer 2000.

Vaak geeft de geleverde informatie aanleiding tot adviezen van ROCOVs.