Aanrijdgevaar

Definities aanrijdgevaar

Indien aan onderstaande voorwaarden niet wordt voldaan is er in ieder geval sprake van aanrijdgevaar:

  • Spoorbaanwerkers dienen tijdens werkzaamheden bij een  Arbeidshygiënische strategie Buitendienststelling en bij aanwezigheid van werktreinen binnen 15 seconden op de Wijkplaats te staan voordat een trein passeert. Na de passage van de Werktrein mogen de werkzaamheden hervat worden ( Een werktrein rijdt in de nabijheid van mensen 10km/h ).
  • Als er gewerkt wordt in een werkplekbeveiligsklasse met een Fysieke afscheiding blijven de baanwerkers werken achter de fysieke afscheiding. Een Grenswachter ziet er op toe dat door de baanwerkers het PVR niet bedoeld of onbedoeld betreden wordt.
  • Tijdens werkzaamheden met bij een werkplekbeveiligsklasse Gegarandeerde waarschuwing worden de baanwerkers gewaarschuwd door een gehoorsignaal en lichtsignalen of een overweg. Hierna begeven de baanwerkers zich binnen 5 seconden uit het PVR en dienen 15 seconden op de aangegeven Wijkplaats te staan voordat de trein passeert.
    (Vervallen per 1 jan 2008) Tijdens werkzaamheden in een werkplekbeveiligsklasse Persoonlijke waarneming worden de baanwerkers als zij werkzaam zijn in de zone A,B,C,D gewaarschuwd door een Veiligheidsman / Grenswachter. Deze neemt de trein waar in een zichttijd van 30 seconden waarna de mensen zich naar een wijkplaats begeven.

Voor al deze werkzaamheden verzorgt de Werkplekbeveiliger uitvoering voor de WBI. Hiervoor heeft deze, in de voorbereidende fase contact met de V&G – coördinator uitvoeringsfase.

Aanrijdgevaar binnen PVR van het nevenspoor

Baanwerkers die werkzaamheden uitvoeren in het werkspoor en binnen PVR van het Nevenspoor, moeten er rekening mee houden dat het nevenspoor in dienst is. Op dat moment spreekt men over aanrijdgevaar binnen PVR van het nevenspoor. Om het aanrijdgevaar te voorkomen wordt tussen het Werkspoor en het nevenspoor een Fysieke afscheiding geplaatst. Tevens wordt op deze locatie een Grenswachter gesteld die erop toeziet dat het nevenspoor niet bedoeld of onbedoeld wordt betreden.

Aanrijdgevaar wegverkeer

In veel situaties moeten er tijdens een buitendienststelling Overweg en gepasseerd worden door werktreinen. De Werktreinbegeleider (WTB) die verantwoordelijk is voor het veilig passeren van een overweg en hierover continu overleg heeft met de Werktreinmachinist moet altijd rekening houden met alle deelnemers in het wegverkeer. Het Normenkader Veilig Werken heeft hiervoor in het Best Practice werken aan of in nabijheid van overwegenregels vastgesteld.

De WTB heeft kennis betreft de overwegprocedures zodat de overweg veilig gepasseerd wordt door een werktrein.

Door AIen IVW erkende maatregelen ter beheersing van aanrijdgevaar

De maatregelen om aanrijdgevaar bij spoorbaanwerkzaamheden te voorkomen kunnen volgens de

arbeidshygiënische strategie (van bronaanpak naar persoonlijke beschermingsmiddelen) als volgt

worden ingedeeld:

1. BD = Buitendienststelling

2. FA = Fysieke afscherming (valbestendig hekwerk)

3. BT = Beheerste toelating (komt in de praktijk niet voor)

4. GW = Gegarandeerde waarschuwing

5. PW = Persoonlijke waarneming (tot 1 jan 2008)

Onderscheid moet gemaakt worden tussen aanrijdgevaar dat wordt veroorzaakt door het treinverkeer:

  • op het werkspoor, en
  • op het nevenspoor.

Aanrijdgevaar door treinen op het werkspoor kunnen beheerst worden door BD, BT, GW, en PW.

Aanrijdgevaar door treinen op het nevenspoor kunnen, naast bovengenoemde, ook beheerst worden

door FA.

 

Eerste versie van artikel geschreven door: Hans Marijnissen

Aanrijdgevaar | Infrasite