Rail wegvoertuig

Begeleiden van rail/wegvoertuig

Rail/wegvoertuigen kunnen zowel over het Spoor als over de weg rijden. Als een rail/wegvoertuig zich op het spoor bevindt, wordt het beschouwd als railgebonden gereedschap. Een rail/wegvoertuig kan op een Overweg in en uit spoor worden gezet. Bij het uitvoeren van werkzaamheden kunnen onder andere de volgende rail-wegvoertuigen gebruikt worden:

  • Automontagewagen
  • Stormobiel
  • Krol
  • Railauto
  • Unimobiel

    Een rail-wegvoertuig moet geidentificeerd worden met een certificaat-nummer (zichtbaar op de kraan) De maximumsnelheid op het spoor is: 40km/h, in de nabijheid van Baanwerkers 10km/h. Rail/wegvoertuigen hebben geen betrouwbare werking op geisoleerd spoor. Dit wil zeggen dat Seinen en overwegen niet geactiveerd worden door deze voertuigen. Het voertuig wordt dus niet afgeschermd door vaste seinen en het wegverkeer wordt bij een overweg niet op de gebruikelijke wijze gewaarschuwd.

In- en uit het spoor zetten van een rail/wegvoertuig

Voor het in en uitzetten van het voertuig moet de Werktreinbegeleider toestemming vragen aan de LWB. De WTB moet ervoor zorgen dat bij het in- en uitzetten geen gevaar ontstaat voor het wegverkeer. Als het in- of uitzetten van het voertuig gevaar oplevert voor het treinverkeer op het Nevenspoor, moet ook het nevenspoor buitendienst genomen worden door de LWB.

Rail wegvoertuig | Infrasite

Rail wegvoertuig

Begeleiden van rail/wegvoertuig

Rail/wegvoertuigen kunnen zowel over het Spoor als over de weg rijden. Als een rail/wegvoertuig zich op het spoor bevindt, wordt het beschouwd als railgebonden gereedschap. Een rail/wegvoertuig kan op een Overweg in en uit spoor worden gezet. Bij het uitvoeren van werkzaamheden kunnen onder andere de volgende rail-wegvoertuigen gebruikt worden:

  • Automontagewagen
  • Stormobiel
  • Krol
  • Railauto
  • Unimobiel

    Een rail-wegvoertuig moet geidentificeerd worden met een certificaat-nummer (zichtbaar op de kraan) De maximumsnelheid op het spoor is: 40km/h, in de nabijheid van Baanwerkers 10km/h. Rail/wegvoertuigen hebben geen betrouwbare werking op geisoleerd spoor. Dit wil zeggen dat Seinen en overwegen niet geactiveerd worden door deze voertuigen. Het voertuig wordt dus niet afgeschermd door vaste seinen en het wegverkeer wordt bij een overweg niet op de gebruikelijke wijze gewaarschuwd.

In- en uit het spoor zetten van een rail/wegvoertuig

Voor het in en uitzetten van het voertuig moet de Werktreinbegeleider toestemming vragen aan de LWB. De WTB moet ervoor zorgen dat bij het in- en uitzetten geen gevaar ontstaat voor het wegverkeer. Als het in- of uitzetten van het voertuig gevaar oplevert voor het treinverkeer op het Nevenspoor, moet ook het nevenspoor buitendienst genomen worden door de LWB.