P-seinen
Een P-sein (permissief sein) is een automatisch Sein dat alleen bedoeld is om aan te geven of het achter het sein bevindende blok (de blokken) al dan niet bezet is/zijn
.
P-sein 697 te Soestdijk
(foto: www.nicospilt.com)
Naast de verdeling in hoge en lage seinen (dwergseinen) zijn seinen ook onderverdeeld in P-seinen en bediende seinen. Een bediend sein is een sein dat door de Treindienstleider (tegenwoordig ook wel procesleider genoemd) wordt bediend. Dit betekent niet dat hij het sein direct kan bedienen, en zelf kan bepalen welke kleur het toont. Het enige dat de treindienstleider kan doen is een rijweg instellen. De Seinwezeninstallatie zorgt er dan voor dat de wissels in de juiste stand komen te liggen, in die stand vastgelegd worden en dat daarna het sein als ook aan alle andere veiligheidsvoorwaarden is voldaan het juiste Seinbeeld (anders dan ROOD) toont. Bediende seinen staan alleen op emplacementen, dus op plaatsen waar wissels liggen. Achter een bediend sein ligt dan ook altijd een wissel (een uitzondering daargelaten). Alle dwergseinen zijn bediende seinen, op één verderop te noemen uitzondering na. Hoge seinen kunnen zowel bediende als P-seinen zijn. In de rustsituatie toont een bediend sein altijd ROOD.
Als er geen wissels achter het sein liggen, kan de trein ook maar een kant op. Er is geen keuzemogelijkheid. Het enige dat het sein dan aangeeft is of er achter het sein een trein is of niet. Het sein is dan alleen voor de blokbeveiliging. De treindienstleider heeft dan ook geen invloed op deze seinen. Deze seinen worden uitsluitend door de werking van de trein op het detectiesysteem (geïsoleerd spoor, Assentellers) bediend. P-seinen staan op een enkele uitzondering na alleen op de vrije baan, dus tussen de emplacementen in. Alle P-seinen zijn hoge seinen, op één uitzondering na. Het betreft dwergsein 558 te Den Haag Centraal langs spoor 903 a/b richting Voorburg.
In de rusttoestand kan een P-sein GEEL of GROEN (eventueel ook GEEL + cijfer) tonen. In principe toont een automatisch sein nooit GEEL KNIPPER. Dit wordt pas ROOD zodra de trein met de eerste as de afrijdsectie achter het sein berijdt en als de rijrichting gekeerd wordt voor een Treinbeweging uit tegengestelde richting. Het sein komt weer met GEEL uit de stand stop nadat de trein het volgend sein geheel gepasseerd is en de afrijdsectie van dat sein met de laatste as berijdt. Als ook het daarop volgend sein volledig is gepasseerd en de afrijdsectie geheel bezet is zal "ons" P-sein weer GROEN gaan tonen. Gaat een P-sein vooraf aan een bediend sein dan komt het P-sein na volledige passage en bezetting van de afrijdsectie van het bediende sein op GEEL en zal eerst na het uit de stand stop komen van het bediend sein met een beter beeld dan GEEL-KNIPPER een ander seinbeeld gaan tonen, afhankelijk van de na het bediend sein te volgen route, de beschikbare remwegafstand(en), etc.
De letter P staat voor Permissief. Als gevolg van een storing kan het zijn dat één of meer opeenvolgende P-seinen op ROOD blijven staan. De Machinist moet dan voor het eerste RODE P-sein stoppen en contact opnemen met de Treindienstleider en vragen om nadere instructies. Na toestemming of als hij geen contact met de treindienstleider kan krijgen mag hij verder rijden met Rijden op zicht, Deze toestemming geldt ook voor eventueel volgende stoptonende P-seinen, waarbij hij rekening dient te houden met het niet of niet juist functioneren van eventueel achter de P-seinen gelegen automatische overwegbeveiligingen (AHOB’s), totdat hij een Hoofdsein tegenkomt dat een beter seinbeeld dan stop toont. Een Voorsein ontheft de machinist niet van de verplichting tot het rijden met rijden op zicht. Een ROOD bediend sein of een ROOD automatisch sein niet gemerkt met "P" mag hij NOOIT passeren, zonder overleg met de treindienstleider. Moet de trein toch een dergelijk ROOD sein passeren, dan moet de treindienstleider een Aanwijzing STS (StopTonend Sein) afgeven, waarin hij de machinist toestemming geeft om het sein voorbij te rijden met rijden op zicht en indien van toepassing ook aanwijzingen te geven over de te volgen route, te stoppen voor een mogelijk beschadigd wissel, etc. De machinist moet ook in dit geval rekening houden met het niet of niet juist functioneren van eventueel achter het sein gelegen automatische overwegbeveiligingen (AKI, AHOB of AOB).