Overweg

Een overweg of spoorwegovergang is een gelijkvloerse kruising tussen een weg of pad enerzijds en een spoorlijn anderzijds.

We kennen beveiligde overwegen en onbeveiligde overwegen. Beveiligd wil zeggen dat er een waarschuwingssysteem is dat in gang wordt gezet als er een trein aan komt. Tevens kennen we openbare overwegen en particuliere overwegen. De particuliere hebben over het algemeen geen beveiliging en worden ook “particuliere overpaden” genoemd.

Overwegtypes

Op grond van de soort beveiliging en waarschuwingen kunnen er verschillende soorten overwegen worden onderscheiden. Zie daarvoor de Lijst van Nederlandse overwegtypes.

Overweguitrusting

Afhankelijk van de mate van beveiliging kunnen Nederlandse overwegen met de volgende onderdelen uitgerust zijn.

Beveiligingsinstallatie (actief) – Treinsignalering. Aankondiging aanrijzijde. Afkondiging uitrijzijde- Regelkasten- Stellers. Overwegbomen. Bellen. Lampen. (Andreaskruisen, zie waarschuwing)- PAG’en- Filebakken (“Bij file overweg vrijlaten”)

Waarschuwing (passief) – Andreaskruisen- Schrikhekken. Schuin roodwit gestreepte planken. Wachtborden (“Wacht tot het rode licht gedoofd is…”)- Bebording. F5, F6 (doorgangsregeling, smalle overwegen). J1 (slecht wegdek) met onderbord (diepladerbord, bolle overwegen). J10 (overweg met overwegbomen). J11 (overweg zonder overwegbomen)- Kruisen op het wegdek geschilderd (geeft kruisingsvlak met spoor aan)- Waarschuwingsportaal, Middengeleider- Scheidingshekken, Zigzaghekken- Landhekken- Klaphekken

Zie ook

Overweg | Infrasite

Overweg

Een overweg of spoorwegovergang is een gelijkvloerse kruising tussen een weg of pad enerzijds en een spoorlijn anderzijds.

We kennen beveiligde overwegen en onbeveiligde overwegen. Beveiligd wil zeggen dat er een waarschuwingssysteem is dat in gang wordt gezet als er een trein aan komt. Tevens kennen we openbare overwegen en particuliere overwegen. De particuliere hebben over het algemeen geen beveiliging en worden ook “particuliere overpaden” genoemd.

Overwegtypes

Op grond van de soort beveiliging en waarschuwingen kunnen er verschillende soorten overwegen worden onderscheiden. Zie daarvoor de Lijst van Nederlandse overwegtypes.

Overweguitrusting

Afhankelijk van de mate van beveiliging kunnen Nederlandse overwegen met de volgende onderdelen uitgerust zijn.

Beveiligingsinstallatie (actief) – Treinsignalering. Aankondiging aanrijzijde. Afkondiging uitrijzijde- Regelkasten- Stellers. Overwegbomen. Bellen. Lampen. (Andreaskruisen, zie waarschuwing)- PAG’en- Filebakken (“Bij file overweg vrijlaten”)

Waarschuwing (passief) – Andreaskruisen- Schrikhekken. Schuin roodwit gestreepte planken. Wachtborden (“Wacht tot het rode licht gedoofd is…”)- Bebording. F5, F6 (doorgangsregeling, smalle overwegen). J1 (slecht wegdek) met onderbord (diepladerbord, bolle overwegen). J10 (overweg met overwegbomen). J11 (overweg zonder overwegbomen)- Kruisen op het wegdek geschilderd (geeft kruisingsvlak met spoor aan)- Waarschuwingsportaal, Middengeleider- Scheidingshekken, Zigzaghekken- Landhekken- Klaphekken

Zie ook