Marktsegmentatie in mobiliteitsonderzoek

Definitie

(Markt)segmentatie is in overeenstemming met Verhage (2001) kortweg te omschrijven als het verdelen van een heterogene markt in kleinere homogenere deelmarkten om vervolgens het productaanbod – met een uigekiende marketingsstrategie – zo goed mogelijk af te stemmen op de wensen en behoeften van een bepaald segment. In mobiliteitsonderzoek is segmentatie te omschrijven als het verdelen van een heterogene groep Reizigers in een aantal doelgroepen die wat betreft opvattingen, motieven en gedragingen homogeen zijn (AVV, 2005). Homogeen betekent dat mensen binnen een doelgroep één of meerdere kenmerken gemeen hebben. Bij segmentatie is het van belang dat er sprake is van homogeniteit in een bepaalde doelgroep van mensen en heterogeniteit van tussen doelgroepen:

Functie

Het segmenteren van reizigers is om een aantal redenen nuttig te noemen. Een eerste reden is dat beleid effectiever en aanvaardbaarder wordt, wanneer het wordt gericht op specifieke doelgroepen (AVV, 2005; Steg &Kalfs, 2000). Generieke maatregelen roepen namelijk vaak onnodige weerstand op. Deze maatregelen leiden voor de één al dan niet bedoeld tot meer voor- of nadelen dan voor de ander. Ook zijn generieke maatregelen voor specifieke doelgroepen vaak niet aantrekkelijk genoeg. Daarom zijn generieke maatregelen minder effectief te noemen. Een ander voordeel is dat het denken in verschillen tussen segmenten de onderzoeker dwingt tot een scherpere analyse van het beleidsprobleem (AVV, 2005). Er zal namelijk geanalyseerd moeten worden op welke doelgroepen het beleid van toepassing wordt en op welke niet. Een laatste voordeel is dat het gericht benaderen van doelgroepen leidt tot een verlaagd risico op ongewenste reacties bij mensen voor wie de maatregelen niet bestemd zijn.

Segmentatiebases

Voor het segmenteren van een heterogene groep mensen in een aantal doelgroepen is/zijn één of meerdere criteria nodig. Dit wordt ook wel de segmentatiebasis genoemd (AVV, 2005). Aan de hand van de bevindingen van AVV (2005) en Steg &Kalfs (2000) kunnen de volgende segmentatiebases voor (potentiële) reizigers onderscheiden worden:

Bij een segmentatie op basis van situationele kenmerken kan gedacht worden aan het onderverdelen van (potentiële) reizigers op basis van de kwaliteit van het Openbaar vervoer, dat zij op een bepaalde plek en tijdstip tot hun beschikking hebben. Een voorbeeld hiervan is het onderverdelen van reizigers aan de hand van de spitsfrequentie van de openbaar vervoersverbinding, die het dichtst bij hun woonlocatie gelegen is. Een segmentatie op basis van sociaal-demografische kenmerken is bijvoorbeeld het onderverdelen van (potentiële) reizigers aan de hand van hun leeftijd, geslacht, inkomen en beroep. Bij een segmentatie op basis van gedrag worden (potentiële) reizigers onderverdeeld aan de hand van hun daadwerkelijk tentoongestelde gedrag. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om een onderscheid tussen fietsers die â??s avonds wel of niet met verlichting aan fietsen of om automobilisten die wel of niet handsfree bellen in de auto.

Het onderscheiden van doelgroepen op basis van situationele kenmerken, sociaal-demografische kenmerken en gedrag is vrij gemakkelijk, omdat deze segmentatiebases gemakkelijk meetbaar of beschikbaar zijn. Dit is in het verleden op het gebied van mobiliteitsonderzoek al vele malen toegepast (zie onder andere Ebbink, 2005; Cambridge Systematics, 1996). Het nadeel van deze bases is echter dat deze weinig zeggen over de motivaties, behoeften, attitudes, normen en waarden van mensen. Dit zijn juist de aspecten die iets zeggen over de drijfveren van het vertoonde gedrag van mensen, dus ook hun verplaatsingsgedrag.

Bij een segmentatie aan de hand van motivaties vormt het motief waarmee mensen een verplaatsing maken de segmentatiebasis. Hierbij kan gedacht worden aan een woon-werk, winkel, zakelijk en sociaal-recreatief motief. Ook deze methode is inmiddels al vaak toegepast in onderzoek (zie Konen &Molnar-in â??t Veld, 2006; Samove/Mc. Kinsey &Co, 1989). Bij een segmentatie op basis van leefstijlen vormen de attitudes, levensovertuigingen, normen en waarden van mensen de segmentatiebasis. Deze onderverdeling van reizigers heeft op dit moment veel aandacht in onderzoek. De NS heeft in 2005 een methodiek ontwikkeld om reizigers in leefstijlen onder te verdelen (Maartens, 2007; NS, 2006; Van Hagen et al., 2005). Maar er zijn diverse ander voorbeelden van leefstijlsegmentatie aan te wijzen (zie Ebbink, 2007; Kooij, 2006; Verburg et al., 2005). Een nadeel van een segmentatie aan de hand van motivaties en leefstijlen is dat deze bases moeilijk te bepalen zijn bij reizigers en nogal abstract zijn.

Ten slotte is het van belang te stellen dat de diverse segmentatiebases elkaar niet hoeven uit te sluiten. Bijvoorbeeld Kooij (2006) segmenteert reizigers niet alleen aan de hand van hun leefstijl, maar ook aan de hand van hun verplaatsingsmotieven. Uit onderzoek blijkt echter dat een segmentatie van (potentiële) reizigers op basis van enkel situationele kenmerken, sociaal-demografische kenmerken, gedrag of motivaties tot minder homogene doelgroepen leidt dan wanneer er gesegmenteerd wordt op leefstijlen.

De eerste versie van dit artikel is geschreven door: [Ebbink|B.A.J. (Bart) Ebbink|[Gebruiker:Bart] en gebaseerd op Ebbink (2007).

Bronnen

AVV (ADVIESDIENST VERKEER EN VERVOER) (2005). Handboek Segmentatie. Rotterdam: Adviesdienst Verkeer en Vervoer.

CAMBRIDGE SYSTEMATICS (1996). _Performance measures and travel behavior inventory study. Final report. Phase 1 â?" Development pf performance measurements_. Voorbereid voor de Metropolitan Council, St. Paul, Verenigde Staten.

EBBINK, B.A.J. (2005). Kansloos en kansrijk openbaar vervoer. Methodiek om kansrijk openbaar vervoer te vinden om automobilisten te trekken. Bachelorscriptie Verkeerskunde aan de NHTV Internationale hogeschool te Breda. Amsterdam: Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer.

EBBINK, B.A.J. (2007). _De Reiziger Centraal! Een onderzoek naar een nieuwe methodiek om het openbaar vervoer op de wensen van de (potentiële) reiziger aan te laten sluiten_. Masterscriptie Planologie aan de Universiteit van Amsterdam. Amersfoort: ARCADIS Infra B.V.

HAGEN, M. VAN &J. VISSER &M. DE GIER (2005). De psychologie van de treinreiziger: een verkenning van de behoeften en drijfveren van treinreizigers. Bijdrage aan het Colloquium Vervoersplanologisch Speurwerk 2005. Antwerpen.

KONEN, R. &H. MOLNAR-IN â??T VELD (2006). _Onderzoeks Verplaatsingsgedrag â?" Methodische beschrijving_. Voorburg/Heerlen: Centraal Bureau voor de Statistiek.

KOOIJ, L.P. (2006). Noordvleugelnet. Het ontwikkelen van een lange termijnvisie en een ruimtelijk concept voor een regionaal verbindend openbaar vervoerssysteem in de Noordvleugel. Masterscriptie Civiele Techniek aan de TU Delft. Amsterdam: Dienst Ruimtelijke Ordening.

MAARTENS, M. (2007). NS onderscheidt zes types reizigers. In: OV-magazine; onafhankelijk vakblad over openbaar vervoer, nr. 1, p. 24-25.

NS (NEDERLANDSE SPOORWEGEN) (2006). NS Visie op Stations. Van overstapmachine naar dynamisch stadsportaal. Utrecht: Nederlandse Spoorwegen.

SAMOVE/MC. KINSEY &CO (1989). Kiezen voor openbaar vervoer: Ov x 2. Amsterdam: Mc. Kinsey &Company.

STEG, L. &N. KALFS (2000). Altijd weer die auto! Sociaal- en gedragswetenschappelijk onderzoek en het verkeers- en vervoerbeleid. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.

VERBURG, T. &M. DIJST &T. SCHWANEN (2005). Leef- en mobiliteitsstijlen; een onderzoek in opdracht van urban unlimited. Utrecht: Universiteit Utrecht, faculteit Geowetenschappen, departement Sociale Geografie en Planologie.

VERHAGE, B. (2001). Grondslagen van de marketing. Vijfde druk. Groningen: Stenfert Kroese.

Marktsegmentatie in mobiliteitsonderzoek | Infrasite

Marktsegmentatie in mobiliteitsonderzoek

Definitie

(Markt)segmentatie is in overeenstemming met Verhage (2001) kortweg te omschrijven als het verdelen van een heterogene markt in kleinere homogenere deelmarkten om vervolgens het productaanbod – met een uigekiende marketingsstrategie – zo goed mogelijk af te stemmen op de wensen en behoeften van een bepaald segment. In mobiliteitsonderzoek is segmentatie te omschrijven als het verdelen van een heterogene groep Reizigers in een aantal doelgroepen die wat betreft opvattingen, motieven en gedragingen homogeen zijn (AVV, 2005). Homogeen betekent dat mensen binnen een doelgroep één of meerdere kenmerken gemeen hebben. Bij segmentatie is het van belang dat er sprake is van homogeniteit in een bepaalde doelgroep van mensen en heterogeniteit van tussen doelgroepen:

Functie

Het segmenteren van reizigers is om een aantal redenen nuttig te noemen. Een eerste reden is dat beleid effectiever en aanvaardbaarder wordt, wanneer het wordt gericht op specifieke doelgroepen (AVV, 2005; Steg &Kalfs, 2000). Generieke maatregelen roepen namelijk vaak onnodige weerstand op. Deze maatregelen leiden voor de één al dan niet bedoeld tot meer voor- of nadelen dan voor de ander. Ook zijn generieke maatregelen voor specifieke doelgroepen vaak niet aantrekkelijk genoeg. Daarom zijn generieke maatregelen minder effectief te noemen. Een ander voordeel is dat het denken in verschillen tussen segmenten de onderzoeker dwingt tot een scherpere analyse van het beleidsprobleem (AVV, 2005). Er zal namelijk geanalyseerd moeten worden op welke doelgroepen het beleid van toepassing wordt en op welke niet. Een laatste voordeel is dat het gericht benaderen van doelgroepen leidt tot een verlaagd risico op ongewenste reacties bij mensen voor wie de maatregelen niet bestemd zijn.

Segmentatiebases

Voor het segmenteren van een heterogene groep mensen in een aantal doelgroepen is/zijn één of meerdere criteria nodig. Dit wordt ook wel de segmentatiebasis genoemd (AVV, 2005). Aan de hand van de bevindingen van AVV (2005) en Steg &Kalfs (2000) kunnen de volgende segmentatiebases voor (potentiële) reizigers onderscheiden worden:

Bij een segmentatie op basis van situationele kenmerken kan gedacht worden aan het onderverdelen van (potentiële) reizigers op basis van de kwaliteit van het Openbaar vervoer, dat zij op een bepaalde plek en tijdstip tot hun beschikking hebben. Een voorbeeld hiervan is het onderverdelen van reizigers aan de hand van de spitsfrequentie van de openbaar vervoersverbinding, die het dichtst bij hun woonlocatie gelegen is. Een segmentatie op basis van sociaal-demografische kenmerken is bijvoorbeeld het onderverdelen van (potentiële) reizigers aan de hand van hun leeftijd, geslacht, inkomen en beroep. Bij een segmentatie op basis van gedrag worden (potentiële) reizigers onderverdeeld aan de hand van hun daadwerkelijk tentoongestelde gedrag. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om een onderscheid tussen fietsers die â??s avonds wel of niet met verlichting aan fietsen of om automobilisten die wel of niet handsfree bellen in de auto.

Het onderscheiden van doelgroepen op basis van situationele kenmerken, sociaal-demografische kenmerken en gedrag is vrij gemakkelijk, omdat deze segmentatiebases gemakkelijk meetbaar of beschikbaar zijn. Dit is in het verleden op het gebied van mobiliteitsonderzoek al vele malen toegepast (zie onder andere Ebbink, 2005; Cambridge Systematics, 1996). Het nadeel van deze bases is echter dat deze weinig zeggen over de motivaties, behoeften, attitudes, normen en waarden van mensen. Dit zijn juist de aspecten die iets zeggen over de drijfveren van het vertoonde gedrag van mensen, dus ook hun verplaatsingsgedrag.

Bij een segmentatie aan de hand van motivaties vormt het motief waarmee mensen een verplaatsing maken de segmentatiebasis. Hierbij kan gedacht worden aan een woon-werk, winkel, zakelijk en sociaal-recreatief motief. Ook deze methode is inmiddels al vaak toegepast in onderzoek (zie Konen &Molnar-in â??t Veld, 2006; Samove/Mc. Kinsey &Co, 1989). Bij een segmentatie op basis van leefstijlen vormen de attitudes, levensovertuigingen, normen en waarden van mensen de segmentatiebasis. Deze onderverdeling van reizigers heeft op dit moment veel aandacht in onderzoek. De NS heeft in 2005 een methodiek ontwikkeld om reizigers in leefstijlen onder te verdelen (Maartens, 2007; NS, 2006; Van Hagen et al., 2005). Maar er zijn diverse ander voorbeelden van leefstijlsegmentatie aan te wijzen (zie Ebbink, 2007; Kooij, 2006; Verburg et al., 2005). Een nadeel van een segmentatie aan de hand van motivaties en leefstijlen is dat deze bases moeilijk te bepalen zijn bij reizigers en nogal abstract zijn.

Ten slotte is het van belang te stellen dat de diverse segmentatiebases elkaar niet hoeven uit te sluiten. Bijvoorbeeld Kooij (2006) segmenteert reizigers niet alleen aan de hand van hun leefstijl, maar ook aan de hand van hun verplaatsingsmotieven. Uit onderzoek blijkt echter dat een segmentatie van (potentiële) reizigers op basis van enkel situationele kenmerken, sociaal-demografische kenmerken, gedrag of motivaties tot minder homogene doelgroepen leidt dan wanneer er gesegmenteerd wordt op leefstijlen.

De eerste versie van dit artikel is geschreven door: [Ebbink|B.A.J. (Bart) Ebbink|[Gebruiker:Bart] en gebaseerd op Ebbink (2007).

Bronnen

AVV (ADVIESDIENST VERKEER EN VERVOER) (2005). Handboek Segmentatie. Rotterdam: Adviesdienst Verkeer en Vervoer.

CAMBRIDGE SYSTEMATICS (1996). _Performance measures and travel behavior inventory study. Final report. Phase 1 â?" Development pf performance measurements_. Voorbereid voor de Metropolitan Council, St. Paul, Verenigde Staten.

EBBINK, B.A.J. (2005). Kansloos en kansrijk openbaar vervoer. Methodiek om kansrijk openbaar vervoer te vinden om automobilisten te trekken. Bachelorscriptie Verkeerskunde aan de NHTV Internationale hogeschool te Breda. Amsterdam: Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer.

EBBINK, B.A.J. (2007). _De Reiziger Centraal! Een onderzoek naar een nieuwe methodiek om het openbaar vervoer op de wensen van de (potentiële) reiziger aan te laten sluiten_. Masterscriptie Planologie aan de Universiteit van Amsterdam. Amersfoort: ARCADIS Infra B.V.

HAGEN, M. VAN &J. VISSER &M. DE GIER (2005). De psychologie van de treinreiziger: een verkenning van de behoeften en drijfveren van treinreizigers. Bijdrage aan het Colloquium Vervoersplanologisch Speurwerk 2005. Antwerpen.

KONEN, R. &H. MOLNAR-IN â??T VELD (2006). _Onderzoeks Verplaatsingsgedrag â?" Methodische beschrijving_. Voorburg/Heerlen: Centraal Bureau voor de Statistiek.

KOOIJ, L.P. (2006). Noordvleugelnet. Het ontwikkelen van een lange termijnvisie en een ruimtelijk concept voor een regionaal verbindend openbaar vervoerssysteem in de Noordvleugel. Masterscriptie Civiele Techniek aan de TU Delft. Amsterdam: Dienst Ruimtelijke Ordening.

MAARTENS, M. (2007). NS onderscheidt zes types reizigers. In: OV-magazine; onafhankelijk vakblad over openbaar vervoer, nr. 1, p. 24-25.

NS (NEDERLANDSE SPOORWEGEN) (2006). NS Visie op Stations. Van overstapmachine naar dynamisch stadsportaal. Utrecht: Nederlandse Spoorwegen.

SAMOVE/MC. KINSEY &CO (1989). Kiezen voor openbaar vervoer: Ov x 2. Amsterdam: Mc. Kinsey &Company.

STEG, L. &N. KALFS (2000). Altijd weer die auto! Sociaal- en gedragswetenschappelijk onderzoek en het verkeers- en vervoerbeleid. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.

VERBURG, T. &M. DIJST &T. SCHWANEN (2005). Leef- en mobiliteitsstijlen; een onderzoek in opdracht van urban unlimited. Utrecht: Universiteit Utrecht, faculteit Geowetenschappen, departement Sociale Geografie en Planologie.

VERHAGE, B. (2001). Grondslagen van de marketing. Vijfde druk. Groningen: Stenfert Kroese.