Arbeidsveiligheid

Dit artikel beperkt zich tot de spoorsector.

Arbeidsveiligheid betreft het beheerst hebben van risico’s die werknemers lopen bij bouw, onderhoud of exploitatie van de Spoorweg.

Met name de door baanwerkers uitgevoerde werkzaamheden worden gekenmerkt door een slechte arbeidsveiligheid.

Wettelijk kader

Het begrip Arbeidsveiligheid komt in de Nederlandse wetgeving als zodanig niet aan de orde.

In de Arbowet, de Art. 64 en het  Regeling spoorverkeer  (besluit spoorverkeer Art.21)  zijn de wettelijke verplichtingen voor opdrachtgever, werkgever, werknemer, en de beheerder van de Spoorweginfrastructuur vastgelegd.

De opdrachtgever dient al in de ontwerpfase van een werk risico’s verbonden aan werkzaamheden te inventariseren en evalueren zodat naderhand de veilg gewerkt kan worden. Daarbij dient gebruik gemaakt te worden van de Arbeidshygiënische strategie.

Op Europees niveau zijn de arbeidsomstandigheden geregeld in het directief ,<nog uitzoeken>

Invulling door de spoorsector in Nederland

Arbeidsinspectie en IVW

Handhaving van de wetgeving vindt plaats door  Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW) en Arbeidsinspectie (AI).

Zij hanteren daarbij de wet als kader. Een bedrijfseigen reglement, zoals het Normenkader Veilig Werken(NVW) van ProRail heeft geen wettelijke status.

Door IVW en Arbeidsinspectie vindt regelmatig rapportage plaats.

Stichting Railalert

RailAlert is een stichting met als doel het bevorderen van de arbeidsveiligheid in brede zin bij de aanleg en het beheer van de railinfrastructuur, zowel óp als langs het spoor. De stichting verzorgt verschillende vormen van certificatie die daarbij van belang zijn.

Binnen de stichting vindt afstemming plaats over arbeidsveiligheid tussen alle belanghebbende partijen, zoals ProRail, vertegenwoordigers van de andere railinfrabeheerders, Verenging Bouwend Nederland (spoor)aannemers en ONRI (ingenieursbureaus).

ProRail

Met behulp van het NVW, een bedrijfseigen reglement, geeft ProRail invulling aan de door de wet opgelegde verplichtingen.

In het NVW van ProRail wordt voor arbeidsveiligheid de volgende omschrijving gehanteerd: de veiligheid van degenen die werken in of in de nabijheid van het railverkeerssysteem.

Stand van zaken 2007

Project Vrijgave Werkzone/plek

In 2007 wordt door ProRail en de Spooraannemers een veiliger werkwijze uitontwikkeld voor het buitendienst nemen van sporen. Het al eerder gestarte project heeft de naam Project Vrijgave Werkzone.

Oprichting Vakgroep Railveiligheid

Op 15 mei 2007 is te Maarssen de oprichtingsvergadering van de Vakgroep railveiligheid gehouden.

Henk de Raadt is de initiatiefnemer van de vakgroep.

De behoefte naar een vakgroep voor railveiligheid heeft zich al eerder voorgedaan: de oprichting van het inmiddels uit elkaar gevallen 2BSAVE onder leiding van Jos Hendriks.

De noodzaak om als adviseurs en medewerkers van de veiligheidsafdelingen van de bedrijven in de

spoorbranche bij elkaar te komen en informatie uit te wisselen blijft echter bestaan.

Het doel van de vakgroep: elkaar helpen als het lastig wordt met veiligheid, met begrip voor elkaars problemen, vooral luisterend naar elkaars moeilijkheden en mogelijkheden. In een branche waarbinnen alles zich beweegt op hetzelfde ijzer en waarbij de veiligheid in de keten vooral een product is van alle bedrijven in samenwerking met elkaar. Daarbij kan het gaan om een tram die zich met 40 ton beweegt door een voetgangersgebied, een goederentrein die met 6.000 ton economie op pad is, of een high speed train die de zakenman met 300 km/u naar een andere Europese bestemming brengt.

Historie Nederland

Oprichting SAS

Op initiatief van de PCA’s is na een aantal ernstige ongevallen in 199X de Stichting Arbeidsomstandigheden en Spoorwegveiligheid (SAS) opgericht. Alhoewel elk bedrijf zelf verantwoordelijk blijft voor de implementatie van SAS-adviezen en -producten, hebben zowel de werkgevers als de vakbonden zich gecommitteerd aan deze stichting middels bijlage 5 in de CAO-Railinfra.

Voorgangers van NVW

Om dezelfde reden heeft het toenmalig Railinfrabeheer (ProRail) de regelgeving voor het uitvoeren van werkzaamheden in en nabij het spoor aangescherpt en in 1997 het RUW van 19XX vervangen door het inmiddels ook weer vervallen RVW.

Het RVW was een eenduidige Doe-regeling waarbij op basis van een eenvoudige beslisboom tot een onderbouwde keuze van de werkplekbeveiliging gekomen kon worden.

Belangrijke input daarbij vormt de toen ontstane Algemene Risico Inventarisatie RIB0065 en de Lokale Risico Inventarisatie (LRI), een 1:1000 tekening, die door de beheerder van de infrastructuur wordt onderhouden.

Het onderhouden en leveren van een risisco inventarisatie aan ontwerpende en uitvoerende partijen was door de inmiddels van kracht geworden Arbowet een wettelijke plicht voor de infrabeheerder geworden.

Ontwikkeling NVW

Vanaf 2001 is er door SAS en ProRail gewerkt aan het NKVW (Nieuw Kader Veilig Werken), later NKVWR (Normen Kader Veilig Werken Railinfra), hetgeen uiteindelijk per 2005 heeft geresulteerd in de introductie van het NVW.

Het NVW is een ‘Doel-‘in plaats van een ‘Doe-regeling’. Het doel is het voortdurend verder reduceren van risico’s op basis van inventarisatie en evaluatie, dit in de plaats van de doe maatregelen die eenvoudig volgden bij het aflopen van beslisboom zoals die opgenomen was in het RVW.

Door de Stichting Rail Examens zijn eindtermen voor de nieuw ontstane functies beschreven.

Aanpak door Arbeidsinspectie

In 2003 werd door de Arbeidsinspectie in samenwerking met IVW een uitgebreid onderzoek Veiligheid Baanwerkers verricht.

De voornaamste resultaten van dit onderzoek waren:

De aannemers zijn in project het meest bezocht. Er zijn 32 locaties bezocht/inspecties verricht.

In 69 % van de gevallen (22 inspecties) was de beveiliging van de werkplek onvoldoende. In de meeste gevallen wordt gewerkt in Persoonlijke waarneming (PW) en is de keuze voor PW het gevolg van het doorlopen van een stroomschema uit de bedrijfsregelgeving (Reglement Veilig werken, RVW) van ProRail. De keuze heeft niet te maken met het toepassen van bronbeleid (arbeidshygiënische strategie van de Arbowet). Met andere woorden de werkzaamheden hadden ook in een Buitendienststelling (BD) kunnen worden uitgevoerd. De aannemers hadden ook niet aannemelijk gemaakt dat BD (alsmede de tussengelegen niveaus) onmogelijk was. In 14 gevallen waren de werkzaamheden zo slecht beveiligd dat naar het oordeel van de inspecteur sprake was van ernstig gevaar en een stillegging volgde.Belangrijk was ook de constatering dat de extra veiligheidsman (XVHM) op grote schaal (volgens ProRail 20.000 keer per jaar) wordt toegepast. De XVHM wordt echter al sinds 1998 niet meer door de Arbeidsinspectie geaccepteerd als beveiligingsmiddel (brief van 23 mei ’97). Zowel de Arbeidsinspectie en IVW Divisie Rail gingen er in de voorbereiding van het project van uit dat de XVHM nauwelijks meer voorkwam. In het projectplan was opgenomen dat indien een inspecteur de XVHM zou aantreffen, hij direct zou overgaan tot stillegging.Ook belangrijk was de constatering dat de afspraken die twee jaar geleden met ProRail zijn gemaakt over de beveiliging van de werkplek bij grote spoorvernieuwingsprojecten, niet werden nagekomen. Deze afspraken zijn destijds gemaakt omdat er onvoldoende maatregelen tegen aanrijdgevaar waren genomen bij Nefit spoorvernieuwingswerkzaamheden (o.a. traject Apeldoorn-Amersfoort 2001). De Arbeidsinspectie oordeelde toen ook al dat er ernstig gevaar voor personen was en heeft destijds de werkzaamheden stilgelegd.Van de opdrachtgever ProRail zijn van twee werkzaamheden de V&G plannen bekeken. Deze plannen waren onvoldoende voorzien van een overtuigende motivering waarom wordt afgeweken van het hoogste veiligheidsniveau (buitendienststelling van beide sporen). De praktijk is dat de opdrachtgever helemaal geen uitspraak doet over het gewenste beveiligingsniveau en dit over laat aan de aannemer.

Op basis van deze resultaten zijn de volgende algemene conclusies en aanbevelingen genoemd:

Aanrijdgevaar is een groot risico tijdens werkzaamheden aan het spoor.

Aannemers zijn zich in beginsel bewust van deze risico’s. Ze handelen over het algemeen conform de interne bedrijfsregelgeving van ProRail, het Reglement Veilig Werken aan de Railinfra (RVW). Ze geven echter onvoldoende invulling aan een veilige werkplek volgens de Arbowet. Aannemers worden weliswaar door de opdrachtgever soms geconfronteerd met niet veilig uit te voeren opdrachten, maar dat ontslaat ze als werkgever niet van een goed arbeidsomstandighedenbeleid.

ProRail vult haar wettelijke verplichtingen als opdrachtgever onvoldoende in en laat "veiligheid" te veel over aan de aannemer. ProRail is zich onvoldoende bewust van de afhankelijke positie die de aannemers hebben bij het beveiligen van de werkplek. Het is van allergrootst belang dat de start die opdrachtgever en aannemers in 2001 hebben gemaakt met het formuleren van een nieuw veiligheidsbeleid (Nieuw Kader Veilig Werken) een goed vervolg krijgt door het NKVW te baseren op de arbeidshygiënische strategie.

Prijsvraag ProRail

‘Hoe kan het spoor worden onderhouden met veel minder hinder?’ was de opdracht van een prijsvraag die ProRail in 2004 uitschreef.

ProRail heeft op 13 april 2005 de winnaars van de ProRail Prijsvraag bekend gemaakt. In een werkplaats onthulde de jury welke ideeën in ronde twee verder uitgewerkt mogen worden. De inzenders ontvangen daarvoor een geldbedrag van euro 20.000. De jury had de keuze uit 63 inzendingen.

De winnaars zijn:

  • Mobiele werkplaats Movares en Volker Stevin Rail &Traffic
  • Slimmer bouwen van modulaire overwegen  (Arcadis Infra en Voestalpine Railpro)
  • Kritisch kijken naar Functionaliteit (DHV en Temid Rail)
  • Airbag Dwarsligger Liftmethode (Movares)

Proef onderhoudsrooster

In 2005 werd een proef met het Onderhoudsrooster spoorsector uitgevoerd; voor zover bekend heeft dit geen vervolg gekregen.

Stand van zaken eind 2006

Als doel(en?) voor 2008 wordt genoemd: geen (??) werkzaamheden meer in Persoonlijke waarneming(PW) uit te voeren.

De inzet van de Videoschouw heeft als resultaat ….

De proefnemingen met de Mobiele werkplaats hebben als resultaat ….

Per eind 2006 is een geheel herzien versie van het Normenkader Veilg Werken(NVW) door ProRail uitgegeven.

Arbeidsveiligheid | Infrasite

Arbeidsveiligheid

Dit artikel beperkt zich tot de spoorsector.

Arbeidsveiligheid betreft het beheerst hebben van risico’s die werknemers lopen bij bouw, onderhoud of exploitatie van de Spoorweg.

Met name de door baanwerkers uitgevoerde werkzaamheden worden gekenmerkt door een slechte arbeidsveiligheid.

Wettelijk kader

Het begrip Arbeidsveiligheid komt in de Nederlandse wetgeving als zodanig niet aan de orde.

In de Arbowet, de Art. 64 en het  Regeling spoorverkeer  (besluit spoorverkeer Art.21)  zijn de wettelijke verplichtingen voor opdrachtgever, werkgever, werknemer, en de beheerder van de Spoorweginfrastructuur vastgelegd.

De opdrachtgever dient al in de ontwerpfase van een werk risico’s verbonden aan werkzaamheden te inventariseren en evalueren zodat naderhand de veilg gewerkt kan worden. Daarbij dient gebruik gemaakt te worden van de Arbeidshygiënische strategie.

Op Europees niveau zijn de arbeidsomstandigheden geregeld in het directief ,<nog uitzoeken>

Invulling door de spoorsector in Nederland

Arbeidsinspectie en IVW

Handhaving van de wetgeving vindt plaats door  Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW) en Arbeidsinspectie (AI).

Zij hanteren daarbij de wet als kader. Een bedrijfseigen reglement, zoals het Normenkader Veilig Werken(NVW) van ProRail heeft geen wettelijke status.

Door IVW en Arbeidsinspectie vindt regelmatig rapportage plaats.

Stichting Railalert

RailAlert is een stichting met als doel het bevorderen van de arbeidsveiligheid in brede zin bij de aanleg en het beheer van de railinfrastructuur, zowel óp als langs het spoor. De stichting verzorgt verschillende vormen van certificatie die daarbij van belang zijn.

Binnen de stichting vindt afstemming plaats over arbeidsveiligheid tussen alle belanghebbende partijen, zoals ProRail, vertegenwoordigers van de andere railinfrabeheerders, Verenging Bouwend Nederland (spoor)aannemers en ONRI (ingenieursbureaus).

ProRail

Met behulp van het NVW, een bedrijfseigen reglement, geeft ProRail invulling aan de door de wet opgelegde verplichtingen.

In het NVW van ProRail wordt voor arbeidsveiligheid de volgende omschrijving gehanteerd: de veiligheid van degenen die werken in of in de nabijheid van het railverkeerssysteem.

Stand van zaken 2007

Project Vrijgave Werkzone/plek

In 2007 wordt door ProRail en de Spooraannemers een veiliger werkwijze uitontwikkeld voor het buitendienst nemen van sporen. Het al eerder gestarte project heeft de naam Project Vrijgave Werkzone.

Oprichting Vakgroep Railveiligheid

Op 15 mei 2007 is te Maarssen de oprichtingsvergadering van de Vakgroep railveiligheid gehouden.

Henk de Raadt is de initiatiefnemer van de vakgroep.

De behoefte naar een vakgroep voor railveiligheid heeft zich al eerder voorgedaan: de oprichting van het inmiddels uit elkaar gevallen 2BSAVE onder leiding van Jos Hendriks.

De noodzaak om als adviseurs en medewerkers van de veiligheidsafdelingen van de bedrijven in de

spoorbranche bij elkaar te komen en informatie uit te wisselen blijft echter bestaan.

Het doel van de vakgroep: elkaar helpen als het lastig wordt met veiligheid, met begrip voor elkaars problemen, vooral luisterend naar elkaars moeilijkheden en mogelijkheden. In een branche waarbinnen alles zich beweegt op hetzelfde ijzer en waarbij de veiligheid in de keten vooral een product is van alle bedrijven in samenwerking met elkaar. Daarbij kan het gaan om een tram die zich met 40 ton beweegt door een voetgangersgebied, een goederentrein die met 6.000 ton economie op pad is, of een high speed train die de zakenman met 300 km/u naar een andere Europese bestemming brengt.

Historie Nederland

Oprichting SAS

Op initiatief van de PCA’s is na een aantal ernstige ongevallen in 199X de Stichting Arbeidsomstandigheden en Spoorwegveiligheid (SAS) opgericht. Alhoewel elk bedrijf zelf verantwoordelijk blijft voor de implementatie van SAS-adviezen en -producten, hebben zowel de werkgevers als de vakbonden zich gecommitteerd aan deze stichting middels bijlage 5 in de CAO-Railinfra.

Voorgangers van NVW

Om dezelfde reden heeft het toenmalig Railinfrabeheer (ProRail) de regelgeving voor het uitvoeren van werkzaamheden in en nabij het spoor aangescherpt en in 1997 het RUW van 19XX vervangen door het inmiddels ook weer vervallen RVW.

Het RVW was een eenduidige Doe-regeling waarbij op basis van een eenvoudige beslisboom tot een onderbouwde keuze van de werkplekbeveiliging gekomen kon worden.

Belangrijke input daarbij vormt de toen ontstane Algemene Risico Inventarisatie RIB0065 en de Lokale Risico Inventarisatie (LRI), een 1:1000 tekening, die door de beheerder van de infrastructuur wordt onderhouden.

Het onderhouden en leveren van een risisco inventarisatie aan ontwerpende en uitvoerende partijen was door de inmiddels van kracht geworden Arbowet een wettelijke plicht voor de infrabeheerder geworden.

Ontwikkeling NVW

Vanaf 2001 is er door SAS en ProRail gewerkt aan het NKVW (Nieuw Kader Veilig Werken), later NKVWR (Normen Kader Veilig Werken Railinfra), hetgeen uiteindelijk per 2005 heeft geresulteerd in de introductie van het NVW.

Het NVW is een ‘Doel-‘in plaats van een ‘Doe-regeling’. Het doel is het voortdurend verder reduceren van risico’s op basis van inventarisatie en evaluatie, dit in de plaats van de doe maatregelen die eenvoudig volgden bij het aflopen van beslisboom zoals die opgenomen was in het RVW.

Door de Stichting Rail Examens zijn eindtermen voor de nieuw ontstane functies beschreven.

Aanpak door Arbeidsinspectie

In 2003 werd door de Arbeidsinspectie in samenwerking met IVW een uitgebreid onderzoek Veiligheid Baanwerkers verricht.

De voornaamste resultaten van dit onderzoek waren:

De aannemers zijn in project het meest bezocht. Er zijn 32 locaties bezocht/inspecties verricht.

In 69 % van de gevallen (22 inspecties) was de beveiliging van de werkplek onvoldoende. In de meeste gevallen wordt gewerkt in Persoonlijke waarneming (PW) en is de keuze voor PW het gevolg van het doorlopen van een stroomschema uit de bedrijfsregelgeving (Reglement Veilig werken, RVW) van ProRail. De keuze heeft niet te maken met het toepassen van bronbeleid (arbeidshygiënische strategie van de Arbowet). Met andere woorden de werkzaamheden hadden ook in een Buitendienststelling (BD) kunnen worden uitgevoerd. De aannemers hadden ook niet aannemelijk gemaakt dat BD (alsmede de tussengelegen niveaus) onmogelijk was. In 14 gevallen waren de werkzaamheden zo slecht beveiligd dat naar het oordeel van de inspecteur sprake was van ernstig gevaar en een stillegging volgde.Belangrijk was ook de constatering dat de extra veiligheidsman (XVHM) op grote schaal (volgens ProRail 20.000 keer per jaar) wordt toegepast. De XVHM wordt echter al sinds 1998 niet meer door de Arbeidsinspectie geaccepteerd als beveiligingsmiddel (brief van 23 mei ’97). Zowel de Arbeidsinspectie en IVW Divisie Rail gingen er in de voorbereiding van het project van uit dat de XVHM nauwelijks meer voorkwam. In het projectplan was opgenomen dat indien een inspecteur de XVHM zou aantreffen, hij direct zou overgaan tot stillegging.Ook belangrijk was de constatering dat de afspraken die twee jaar geleden met ProRail zijn gemaakt over de beveiliging van de werkplek bij grote spoorvernieuwingsprojecten, niet werden nagekomen. Deze afspraken zijn destijds gemaakt omdat er onvoldoende maatregelen tegen aanrijdgevaar waren genomen bij Nefit spoorvernieuwingswerkzaamheden (o.a. traject Apeldoorn-Amersfoort 2001). De Arbeidsinspectie oordeelde toen ook al dat er ernstig gevaar voor personen was en heeft destijds de werkzaamheden stilgelegd.Van de opdrachtgever ProRail zijn van twee werkzaamheden de V&G plannen bekeken. Deze plannen waren onvoldoende voorzien van een overtuigende motivering waarom wordt afgeweken van het hoogste veiligheidsniveau (buitendienststelling van beide sporen). De praktijk is dat de opdrachtgever helemaal geen uitspraak doet over het gewenste beveiligingsniveau en dit over laat aan de aannemer.

Op basis van deze resultaten zijn de volgende algemene conclusies en aanbevelingen genoemd:

Aanrijdgevaar is een groot risico tijdens werkzaamheden aan het spoor.

Aannemers zijn zich in beginsel bewust van deze risico’s. Ze handelen over het algemeen conform de interne bedrijfsregelgeving van ProRail, het Reglement Veilig Werken aan de Railinfra (RVW). Ze geven echter onvoldoende invulling aan een veilige werkplek volgens de Arbowet. Aannemers worden weliswaar door de opdrachtgever soms geconfronteerd met niet veilig uit te voeren opdrachten, maar dat ontslaat ze als werkgever niet van een goed arbeidsomstandighedenbeleid.

ProRail vult haar wettelijke verplichtingen als opdrachtgever onvoldoende in en laat "veiligheid" te veel over aan de aannemer. ProRail is zich onvoldoende bewust van de afhankelijke positie die de aannemers hebben bij het beveiligen van de werkplek. Het is van allergrootst belang dat de start die opdrachtgever en aannemers in 2001 hebben gemaakt met het formuleren van een nieuw veiligheidsbeleid (Nieuw Kader Veilig Werken) een goed vervolg krijgt door het NKVW te baseren op de arbeidshygiënische strategie.

Prijsvraag ProRail

‘Hoe kan het spoor worden onderhouden met veel minder hinder?’ was de opdracht van een prijsvraag die ProRail in 2004 uitschreef.

ProRail heeft op 13 april 2005 de winnaars van de ProRail Prijsvraag bekend gemaakt. In een werkplaats onthulde de jury welke ideeën in ronde twee verder uitgewerkt mogen worden. De inzenders ontvangen daarvoor een geldbedrag van euro 20.000. De jury had de keuze uit 63 inzendingen.

De winnaars zijn:

  • Mobiele werkplaats Movares en Volker Stevin Rail &Traffic
  • Slimmer bouwen van modulaire overwegen  (Arcadis Infra en Voestalpine Railpro)
  • Kritisch kijken naar Functionaliteit (DHV en Temid Rail)
  • Airbag Dwarsligger Liftmethode (Movares)

Proef onderhoudsrooster

In 2005 werd een proef met het Onderhoudsrooster spoorsector uitgevoerd; voor zover bekend heeft dit geen vervolg gekregen.

Stand van zaken eind 2006

Als doel(en?) voor 2008 wordt genoemd: geen (??) werkzaamheden meer in Persoonlijke waarneming(PW) uit te voeren.

De inzet van de Videoschouw heeft als resultaat ….

De proefnemingen met de Mobiele werkplaats hebben als resultaat ….

Per eind 2006 is een geheel herzien versie van het Normenkader Veilg Werken(NVW) door ProRail uitgegeven.