Liggingsonderhoud

Om gewenst horizontale en verticale alignement van de spoorstaven te houden, dient liggingsonderhoud uitgevoerd te worden.

Liggingsonderhoud is voor de meeste sporen in Nederland nodig. De frequentie is afhankelijk van onder meer bodemgesteldheid, gebruik (de belasting) van spoor en gesteldheid en fysische eigenschappen van de onderbouw.

In gebieden met zachte bodems (bijvoorbeeld venige gebeiden zoals Zuid Holland en Friesland) zakt spoor sneller en moet aanmerkelijk meer liggingsonderhoud plaatsvinden dan bijvoorbeeld in het oosten van Nederland of Limburg.

Meten

Gevolgen van zettingen worden o.a. inzichtelijk door zettingen te monitoren, door signalen van gebruikers en inspecties van aannemers. Door goed aan te leggen in de projectfase kan veel zettingen worden voorkomen, dit is gestuurd door de kosten. Schouwen (visuele inspectie, lopend lang het spoor) en meten met een meettrein (twee maal per jaar) geven een goed beeld van zettingen. Na ingebruikname van een nieuw trace wordt vaker gemeten; in 2007 wordt bijvoorbeeld de Betuweroute na indienstname (van juni tot december 2007) drie keer gemeten. De meettrein meet horizontale verplaatsingen ([schifting|Schiften) en verticale verplaatsing (zetting).

Funderen

Sommige spoorlijnen vergen heel veel onderhoud, zoals het stuk tussen Zwijndrecht en Barendrecht. Oplossingen zouden kunnen zijn onderheien, injecteren of bijv zettingsvrije platen aan te leggen, hier is wel eens een onderzoekje naar gedaan. Kosten daarvan wegen, op genoemd traject, niet op tegen frequenter liggingsonderhoud.

Voor HSL-Zuid is wel van zettingsvrije platen gebruik gemaakt. Dat was met name nodig om hoge snelheden mogelijk te maken en om bodemresonantie te vermijden. De trein zou theoretisch op de golven kunnen gaan ‘dansen’ die voor hem uitgaan.

Voor de Betuweroute is voor een â??traditioneelâ?? ballastbed gekozen en gefundeerd â??op staalâ??. De bovenleidingspalen en geluidschermen van de Betuweroute zijn wél onderheid. Ze zijn â??op kleefâ?? gefundeerd en er zal (in zeer beperkte mate) een zettingsverschil op kunnen treden tussen aarden baan, bovenleidingspalen en geluidschermen.

Onderhoud

De Betuwoute gaat van zee tot Zevenaar en ligt op verschillende bodemsoorten. In de projectfase zijn op zettingsgevoelige plekken overhoogten aangebracht zodat het spoor bij indienstelling vlak zou liggen. In de praktijk traden er andere zettingen op is extra liggingsonderhoud uitgevoerd en zijn andere maatregelen genomen zoals Kettinghorren. Het voordeel was wel, dat tijdens de eerste exploitatieperiode minder onderhoud hoefde plaats te vinden en er dus minder overlast voor de vervoerders is. In de exploitatiefase komen de eerste drie tot vijf jaar naar verwachting de grootste zettingen voor en is het meeste liggingsonderhoud nodig.

In 2007 worden voor de Betuweroute met name de eerste kleine zettingen rondom de zogenaamde vaste punten â??bijgehaaldâ??. Vaste punten zijn onderbrekingen in de elasticiteit van de fundering, zoals bijvoorbeeld veroorzaakt door (onderheide) platen, onderheide duikers en door viaducten die onder het spoor door gaan.

Liggingsonderhoud vindt onder meer plaats met een wisselstopmachine (Unimat) en doorgaand-spoorstopmachine (mainliner). Bij beduidende overhoogten, die niet verdwijnen, kan een Kettinghor worden ingezet (zoals bij de Betuweroute in de aanlegfase het geval was). In de 2e helft van 2007 zal in totaal circa 15 keer liggingsonderhoud plaatsvinden op verschillende plekken, zo is nu de inschatting.

In theorie kan een doorgaand-spoorstopmachine 1.200 tot 1.300 meter per uur verwerken en kost een wisseloverloop circa twee uur. Aangezien alleen slechte stukken op de Betuweroute bijgewerkt worden (die meestal korter zijn dan 1.200 meter) ligt de gemiddelde snelheid lager. Waar te weinig ballast ligt, meestal tijdens een schouw opgemerkt, dient nieuwe ballast gelost, gestopt en met een ballast afwerk machine (BAM) afgewerkt te worden.

Liggingsonderhoud bij Prorail wordt uitgevoerd door een aannemer, aangestuurd door een tracéteam.

Een andere maatregel om zettingen te verminderen en slijtage aan spoorstaven te voorkomen is de spoorbaan de Slijpen waardoor de treinenloop gelijkmatiger is en er minder effecten op de ligging ontstaan tgv dynamische belasting.

Liggingsonderhoud | Infrasite

Liggingsonderhoud

Om gewenst horizontale en verticale alignement van de spoorstaven te houden, dient liggingsonderhoud uitgevoerd te worden.

Liggingsonderhoud is voor de meeste sporen in Nederland nodig. De frequentie is afhankelijk van onder meer bodemgesteldheid, gebruik (de belasting) van spoor en gesteldheid en fysische eigenschappen van de onderbouw.

In gebieden met zachte bodems (bijvoorbeeld venige gebeiden zoals Zuid Holland en Friesland) zakt spoor sneller en moet aanmerkelijk meer liggingsonderhoud plaatsvinden dan bijvoorbeeld in het oosten van Nederland of Limburg.

Meten

Gevolgen van zettingen worden o.a. inzichtelijk door zettingen te monitoren, door signalen van gebruikers en inspecties van aannemers. Door goed aan te leggen in de projectfase kan veel zettingen worden voorkomen, dit is gestuurd door de kosten. Schouwen (visuele inspectie, lopend lang het spoor) en meten met een meettrein (twee maal per jaar) geven een goed beeld van zettingen. Na ingebruikname van een nieuw trace wordt vaker gemeten; in 2007 wordt bijvoorbeeld de Betuweroute na indienstname (van juni tot december 2007) drie keer gemeten. De meettrein meet horizontale verplaatsingen ([schifting|Schiften) en verticale verplaatsing (zetting).

Funderen

Sommige spoorlijnen vergen heel veel onderhoud, zoals het stuk tussen Zwijndrecht en Barendrecht. Oplossingen zouden kunnen zijn onderheien, injecteren of bijv zettingsvrije platen aan te leggen, hier is wel eens een onderzoekje naar gedaan. Kosten daarvan wegen, op genoemd traject, niet op tegen frequenter liggingsonderhoud.

Voor HSL-Zuid is wel van zettingsvrije platen gebruik gemaakt. Dat was met name nodig om hoge snelheden mogelijk te maken en om bodemresonantie te vermijden. De trein zou theoretisch op de golven kunnen gaan ‘dansen’ die voor hem uitgaan.

Voor de Betuweroute is voor een â??traditioneelâ?? ballastbed gekozen en gefundeerd â??op staalâ??. De bovenleidingspalen en geluidschermen van de Betuweroute zijn wél onderheid. Ze zijn â??op kleefâ?? gefundeerd en er zal (in zeer beperkte mate) een zettingsverschil op kunnen treden tussen aarden baan, bovenleidingspalen en geluidschermen.

Onderhoud

De Betuwoute gaat van zee tot Zevenaar en ligt op verschillende bodemsoorten. In de projectfase zijn op zettingsgevoelige plekken overhoogten aangebracht zodat het spoor bij indienstelling vlak zou liggen. In de praktijk traden er andere zettingen op is extra liggingsonderhoud uitgevoerd en zijn andere maatregelen genomen zoals Kettinghorren. Het voordeel was wel, dat tijdens de eerste exploitatieperiode minder onderhoud hoefde plaats te vinden en er dus minder overlast voor de vervoerders is. In de exploitatiefase komen de eerste drie tot vijf jaar naar verwachting de grootste zettingen voor en is het meeste liggingsonderhoud nodig.

In 2007 worden voor de Betuweroute met name de eerste kleine zettingen rondom de zogenaamde vaste punten â??bijgehaaldâ??. Vaste punten zijn onderbrekingen in de elasticiteit van de fundering, zoals bijvoorbeeld veroorzaakt door (onderheide) platen, onderheide duikers en door viaducten die onder het spoor door gaan.

Liggingsonderhoud vindt onder meer plaats met een wisselstopmachine (Unimat) en doorgaand-spoorstopmachine (mainliner). Bij beduidende overhoogten, die niet verdwijnen, kan een Kettinghor worden ingezet (zoals bij de Betuweroute in de aanlegfase het geval was). In de 2e helft van 2007 zal in totaal circa 15 keer liggingsonderhoud plaatsvinden op verschillende plekken, zo is nu de inschatting.

In theorie kan een doorgaand-spoorstopmachine 1.200 tot 1.300 meter per uur verwerken en kost een wisseloverloop circa twee uur. Aangezien alleen slechte stukken op de Betuweroute bijgewerkt worden (die meestal korter zijn dan 1.200 meter) ligt de gemiddelde snelheid lager. Waar te weinig ballast ligt, meestal tijdens een schouw opgemerkt, dient nieuwe ballast gelost, gestopt en met een ballast afwerk machine (BAM) afgewerkt te worden.

Liggingsonderhoud bij Prorail wordt uitgevoerd door een aannemer, aangestuurd door een tracéteam.

Een andere maatregel om zettingen te verminderen en slijtage aan spoorstaven te voorkomen is de spoorbaan de Slijpen waardoor de treinenloop gelijkmatiger is en er minder effecten op de ligging ontstaan tgv dynamische belasting.