Inspectie

De inspectietaak voor hoofd- en lokaalspoorwegen, alsmede metro’s en tramwegen volgens het Tramwegreglement (de zogenaamde Rijkstramwegen, zoals de Sneltram Utrecht-Nieuwegein-IJsselstein) berust bij de Inspectie Verkeer en Waterstaat Toezichteenheid Rail en Wegvervoer (IVW Rail en Wegvervoer). IVW als overkoepelend inspectieorgaan voor het ministerie van Verkeer en waterstaat is ingesteld bij besluit van de toenmalige minister Tineke Netelenbos op 1 juni 2001. De Toezichtenheid Rail ontstond op 1 januari 2003 door samenvoeging van de Rijksverkeersinspectie en de sector Spoorwegtoezicht van Railned (tot 2000 de dienst Spoorwegveiligheid van Railinfrabeheer geheten).

IVW Rail en Wegvervoer kent vier units:

  • VRA Vergunningverlening Rail en Audit
  • A&O Analyse en Ontwikkeling
  • Handhaving Noord (inspectie wegvervoer noord)
  • Handhaving Zuid (inspectie wegvervoer zuid)
  • Handhaving Midden (inspectie en onderzoek alle railsystemen)
  • P&D Planning en Dienstverlening

Door het samengaan van V&W en VROM worden ook delen van de VROM inspectie samengevoegd met IVW.

De unit A&O is belast met het analyseren van het toezicht op de integrale veiligheid in de domeinen Rail en Wegvervoer. De unit verzamelt, analyseert en publiceert relevante kennis op het domeingebied voor risicomanagement, prioriteitsstelling, politieke en maatschappelijke ontwikkelingen, technisch inhoudelijke onderwerpen. Ook adviseert ze over de domeinspecifieke strategie. Daarnaast levert de unit informatie over wet- en regelgeving en de omgang daarmee bij nalevingbevordering.

De unit VRA is belast met de vergunningverlening voor railsystemen. Deze vergunningverlening is gebaseerd op geldende regelgeving en op veiligheidsbeoordelingen, beschikkingen en ontheffingen. Ten behoeve van deze vergunning verlening worden zowel voorafgaande aan een verlening of verlenging van een vergunning als tussentijds audits uitgevoerd. Als daartoe aanleiding bestaat, bijvoorbeeld doordat audits bij herhaling negatief uitvallen kan een reeds verleende vergunning voortijdig worden ingetrokken of niet worden verlengd.

De unit Handhaving Midden is belast met het toezicht op het functioneren van alle uitvoerende processen in het railverkeerssysteem. Dit betreft zowel railvervoer volgens de Spoorwegwet 2003 (al het hoofdspoor) als de Spoorwegwet 1875 en de Locaalspoor- en Tramwegwet (alle metro’s en voorts de interlokale trams en het grootste deel van de museumlijnen). Dit betekent primair dat de unit op grond van inspecties beoordeelt of aan wettelijke en andere regelgeving wordt voldaan. De inspectieactiviteiten van de unit richten zich op het verhogen en waarborgen van de rail- en vervoersveiligheid. Dit gebeurt door direct en indirect toezicht uit te oefenen op alle betrokkenen binnen het railverkeersysteem en/of de vervoerketen van het spoorvervoer (ketenbenadering). Er wordt niet alleen nagegaan of aan wettelijke vereiste vervoer- en andere regelgeving wordt voldaan, maar ook of het gewenste maatschappelijke resultaat in termen van rail-, vervoers-, milieuveiligheid en efficiency wordt behaald. Dit resultaat staat geformuleerd in de Kadernota Railveiligheid en wordt beoordeeld in de jaarlijkse trendanalyses. Voorts voert deze unit onderzoeken uit naar incidenten en ongevallen. Dat laatste gebeurt in die situaties waarin bijvoorbeeld de Onderzoeksraad voor Veiligheid besluit zelf geen onderzoek te doen en de Inspectie dit wel relevant acht voor haar eigen functioneren (inspectiestrategie).

De units Handhaving Noord en Zuid zijn belast met het toezicht op het functioneren van alle uitvoerende processen in het beroeps wegvervoersysteem. Dat betreft dus het beroeps goederenvervoer, maar ook het personenvervoer volgens de Wet Personenvervoer 2000 en de Taxiwet. Dit betekent primair dat de unit op grond van inspecties beoordeelt of aan wettelijke en andere regelgeving wordt voldaan. De inspectieactiviteiten van de unit richten zich op het verhogen en waarborgen van de beroeps wegvervoerveiligheid. Dit gebeurt door direct en indirect toezicht uit te oefenen op alle betrokkenen binnen het wegvervoersysteem en/of de vervoerketen van het spoorvervoer (ketenbenadering).

Voor de stadstramwegen geldt geen vastgelegde inspectietaak buiten de eigen trambedrijven. In feite moeten de stedelijke/regionale overheden daar zelf toezicht op uitoefenen.

Railsystemen binnen een inrichting (zoals het spoorbedrijf van Corus in IJmuiden) vallen evenmin onder IVW Rail en Wegvervoer.

Museumbedrijven of daarmee gelijk te stellen railsystemen binnen besloten terrein (zoals de Efteling en het trambedrijf van het Nederlands Openluchtmuseum) vallen onder de Warenwet en de bijbehorende inspectie. De ‘gewone’ museumbedrijven werken zonder uitzondering onder het regime van de Lokaalspoor- en Tramwegwet en worden wel jaarlijks door IVW geinspecteerd.

Inspectie | Infrasite

Inspectie

De inspectietaak voor hoofd- en lokaalspoorwegen, alsmede metro’s en tramwegen volgens het Tramwegreglement (de zogenaamde Rijkstramwegen, zoals de Sneltram Utrecht-Nieuwegein-IJsselstein) berust bij de Inspectie Verkeer en Waterstaat Toezichteenheid Rail en Wegvervoer (IVW Rail en Wegvervoer). IVW als overkoepelend inspectieorgaan voor het ministerie van Verkeer en waterstaat is ingesteld bij besluit van de toenmalige minister Tineke Netelenbos op 1 juni 2001. De Toezichtenheid Rail ontstond op 1 januari 2003 door samenvoeging van de Rijksverkeersinspectie en de sector Spoorwegtoezicht van Railned (tot 2000 de dienst Spoorwegveiligheid van Railinfrabeheer geheten).

IVW Rail en Wegvervoer kent vier units:

  • VRA Vergunningverlening Rail en Audit
  • A&O Analyse en Ontwikkeling
  • Handhaving Noord (inspectie wegvervoer noord)
  • Handhaving Zuid (inspectie wegvervoer zuid)
  • Handhaving Midden (inspectie en onderzoek alle railsystemen)
  • P&D Planning en Dienstverlening

Door het samengaan van V&W en VROM worden ook delen van de VROM inspectie samengevoegd met IVW.

De unit A&O is belast met het analyseren van het toezicht op de integrale veiligheid in de domeinen Rail en Wegvervoer. De unit verzamelt, analyseert en publiceert relevante kennis op het domeingebied voor risicomanagement, prioriteitsstelling, politieke en maatschappelijke ontwikkelingen, technisch inhoudelijke onderwerpen. Ook adviseert ze over de domeinspecifieke strategie. Daarnaast levert de unit informatie over wet- en regelgeving en de omgang daarmee bij nalevingbevordering.

De unit VRA is belast met de vergunningverlening voor railsystemen. Deze vergunningverlening is gebaseerd op geldende regelgeving en op veiligheidsbeoordelingen, beschikkingen en ontheffingen. Ten behoeve van deze vergunning verlening worden zowel voorafgaande aan een verlening of verlenging van een vergunning als tussentijds audits uitgevoerd. Als daartoe aanleiding bestaat, bijvoorbeeld doordat audits bij herhaling negatief uitvallen kan een reeds verleende vergunning voortijdig worden ingetrokken of niet worden verlengd.

De unit Handhaving Midden is belast met het toezicht op het functioneren van alle uitvoerende processen in het railverkeerssysteem. Dit betreft zowel railvervoer volgens de Spoorwegwet 2003 (al het hoofdspoor) als de Spoorwegwet 1875 en de Locaalspoor- en Tramwegwet (alle metro’s en voorts de interlokale trams en het grootste deel van de museumlijnen). Dit betekent primair dat de unit op grond van inspecties beoordeelt of aan wettelijke en andere regelgeving wordt voldaan. De inspectieactiviteiten van de unit richten zich op het verhogen en waarborgen van de rail- en vervoersveiligheid. Dit gebeurt door direct en indirect toezicht uit te oefenen op alle betrokkenen binnen het railverkeersysteem en/of de vervoerketen van het spoorvervoer (ketenbenadering). Er wordt niet alleen nagegaan of aan wettelijke vereiste vervoer- en andere regelgeving wordt voldaan, maar ook of het gewenste maatschappelijke resultaat in termen van rail-, vervoers-, milieuveiligheid en efficiency wordt behaald. Dit resultaat staat geformuleerd in de Kadernota Railveiligheid en wordt beoordeeld in de jaarlijkse trendanalyses. Voorts voert deze unit onderzoeken uit naar incidenten en ongevallen. Dat laatste gebeurt in die situaties waarin bijvoorbeeld de Onderzoeksraad voor Veiligheid besluit zelf geen onderzoek te doen en de Inspectie dit wel relevant acht voor haar eigen functioneren (inspectiestrategie).

De units Handhaving Noord en Zuid zijn belast met het toezicht op het functioneren van alle uitvoerende processen in het beroeps wegvervoersysteem. Dat betreft dus het beroeps goederenvervoer, maar ook het personenvervoer volgens de Wet Personenvervoer 2000 en de Taxiwet. Dit betekent primair dat de unit op grond van inspecties beoordeelt of aan wettelijke en andere regelgeving wordt voldaan. De inspectieactiviteiten van de unit richten zich op het verhogen en waarborgen van de beroeps wegvervoerveiligheid. Dit gebeurt door direct en indirect toezicht uit te oefenen op alle betrokkenen binnen het wegvervoersysteem en/of de vervoerketen van het spoorvervoer (ketenbenadering).

Voor de stadstramwegen geldt geen vastgelegde inspectietaak buiten de eigen trambedrijven. In feite moeten de stedelijke/regionale overheden daar zelf toezicht op uitoefenen.

Railsystemen binnen een inrichting (zoals het spoorbedrijf van Corus in IJmuiden) vallen evenmin onder IVW Rail en Wegvervoer.

Museumbedrijven of daarmee gelijk te stellen railsystemen binnen besloten terrein (zoals de Efteling en het trambedrijf van het Nederlands Openluchtmuseum) vallen onder de Warenwet en de bijbehorende inspectie. De ‘gewone’ museumbedrijven werken zonder uitzondering onder het regime van de Lokaalspoor- en Tramwegwet en worden wel jaarlijks door IVW geinspecteerd.