Geocode

Geocode

Alle spoorlijnen in Nederland kunnen worden aangeduid met een unieke geocode, een nummer tussen de 1 en de 999. In combinatie met de kilometrering op een spoorlijn kan de locatie van elk stukje spoorlijn worden aangeduid. De combinatie 095/7.860 (=geocode/kilometer) bijvoorbeeld is de locatie van de overweg Dorpsweg in Maartensdijk, waarbij het hart van de weg als meetpunt wordt genomen. ProRail gebruikt deze gegevens onder andere bij het beheer en onderhoud van de spoorlijnen.

Een andere manier om een locatie aan te duiden, is met behulp van een plaatsnaamafkorting. Deze is minder nauwkeurig, maar geeft meer informatie over de plaats waar de spoorlocatie in de beurt ligt.

Reeksen van geocodes

De ligging van de geocodes in Nederland is enigszins historisch bepaald. De waarde ervan zegt over het algemeen wel iets over het soort spoorlijn:

  • Geocodes met een waarde tussen 001 en 199 worden gebruikt voor gewone (hoofd)spoorlijnen.
  • Geocodes met een waarde tussen 201 en 499 worden gebruikt voor secundaire spoorlijnen en goederenspoorlijnen, ook vervallen spoorlijnen vallen hieronder.
  • Geocodes 501 tot en met 799 worden gebruikt voor knooppunten.
  • Geocodes in de 800-serie behoren tot de spooraansluitingen (aansluiting van één bedrijf met een wissel aan het spoorwegnet).
  • Geocodes in de 900-serie zijn rangeerterreinen, opstelterreinen en (Nedtrain)werkplaatsen.

Zie ook: Lijst van afkortingen en verkortingen (specifiek onder het kopje ‘Lijst van verkortingen’, BID00011) voor geocodenamen, emplacementsnamen, hun afkortingen, enzovoort.

Geocodes inzien

Op de zogenaamde Geocodekaart (opvraagbaar via Het Loket ProRail) is de ligging en de kilometrering van elke geocode te zien. De BID0005 regelt dit formeel (welke geocodes voor wat gelden). De GOBI-portal is e.e.a. binnen ProRail te zien. Op de Basisbeheerkaarten staan deze kilometreringen en geocodes uiteraard ook genoemd. Voor aannemers is die BBK in te zien via de applicatie GeoWeb. Het beheer van geocodes en kilometreringen gebeurt door ProRail Inframanagement Infradatacenter Cartografie.

Wanneer voldoet registratie met geocode/kilometrering?

Geocode en kilometrerig worden zeer vaak gebruikt binnen (en buiten) NS / ProRail. En vele databases, met name SAP, vindt je deze gegevens dan ook vaak terug. Door deze systematiek (ook wel lineair refereren genoemd), is – al of niet geautomatiseerd, direct duidelijk waar een storing of wissel zich (ongeveer) bevindt, en waar een nieuwbouwproject begint en eindigt. Geocode en kilometrering als gegeven is dan ook zeer belangrijk om (goed en nauwkeurig) in te vullen. Het komt helaas wel eens voor dat kilometreringen van de ene geocode, worden ingevuld bij een andere. Er ontstaan dan fouten, wanneer (al of niet geautomatiseerd) deze gegevens zoals bijvoorbeeld storingen en nieuwbouwprojecten geanalyseerd worden of geautomatiseerd in kaart worden gebracht. Voor allerlei analyses ontstaan er dan tekortkomingen. Via onder andere de Procedure 000055 en een project als Harmonisatie Infrastamdata / Project Implementatie Objectenstructuur wordt gepoogd deze gegevens completer te krijgen. 1-1-2008 moeten voor de belangrijkste objecten de gegevens 100% up to date en 100% gevuld in SAP zitten.

Voor een grove locatieaanduiding is het opslaan van een geocode tezamen met kilometrering voldoende, bijvoorbeeld voor het aanduiden van een storing, of het begin- en eindpunt van een nieuwbouwproject. Voor een exacte aanduiding is dit echter niet voldoende, omdat een storing of nieuwbouwproject bijvoorbeeld maar aan één kant van het spoor is gelegen. In die gevallen dient de exacte xy-locatie (een punt of een omtrek van het gebied) ingemeten te worden. Alleen met die laatste methode waarbij de locatie exact is bepaald, is het mogelijk om geautomatiseerd / met zekerheid analyses te doen, om bijvoorbeeld te bepalen in welk contractgebied de storing plaatsvindt, op welke gemeente het nieuwbouwproject betrekking heeft, en of het in bijvoorbeeld een waterwingebied is gelegen. Wordt een object niet met geocode/kilometrering aangeduid, maar (ook) met deze exacte xy-coödinaten, dan is er sprake van GIS-waardige gegevens. Met een GIS zijn dan dergelijke analyses te doen. Zie ook onder het kopje ‘Lineair Refereren’ in GIS.

Hectometerpaaltjes

Hectometerpaaltjes staan over het algemeen om de 100 meter in langs het spoor. Ze gelden slechts binnen een bepaalde geocode. Op emplacementen kan het voorkomen dat de hectometerpaaltjes slechts voor het doorgaand spoor gelden, en dat de hectometerpaaltjes van het emplacement verderop staan. Uitsluitsel zal de Basisbeheerkaart kunnen geven, hierop staan de geocodegrenzen één de exacte (ingemeten) plaats van het hectometerpaaltje op vermeld. Let op: dit hectometerpaaltje kan in de praktijk soms licht verplaatst zijn, omdat een aannemer deze tijdelijk uit het balastbed heeft gehaald, en ongeveer weer heeft terug gezet.

Het verschil tussen administratieve en fysieke kilometrering

Hectometerpaaltjes hebben een administratieve kilometrering. In de meeste gevallen zit tussen twee hectometerpaaltjes ook fysiek 100 meter afstand. Bij afstandsberekeningen moet onderscheid gemaakt worden tussen administratieve kilometreringen en fysieke kilometreringen (bij locatiebepalingen niet). De reden hiervoor is dat niet in alle gevallen de fysieke afstand tussen twee hectometerpaaltjes 100 meter is. Zie hieronder. Voor plaatsbepaling in het veld gelden formeel gezien niet de hectometerpaaltjes in het veld, maar de hectometeraanduidingen (strepen) in de Basisbeheerkaart. De reden hierachter is dat de hectometerpaaltjes verplaatst kunnen zijn. In de praktijk wordt toch wel degelijk nuttig en terecht gebruik gemaakt van die hectometerpaaltjes. Bij landmeetkundige en projectmatig belangrijkere toepassingen zal toch weer gebruik moeten worden gemaakt van de formele hectometeraanduidingen in de Basisbeheerkaart.

Bijzondere situaties

De kilometreringen die gelden langs het spoor staan over het algemeen al tientallen jaren vast. Wat in het huidige (computer) tijdperk logisch of handig zou zijn, is niet altijd terug te vinden in de vastgestelde kilometreringen. Er lijken dan ook soms vreemde situaties zich voor te doen. Hieronder een aantal voorbeelden die gelijk de opbouw van de kilometreringen verheldert.

Vanuit de historie

Voorbeelden bevinden zich vaak op emplacementen / stations, daar waar destijds twee spoorlijnen (van verschillende maatschappijen!) vanaf verschillende perrons vertrokken in twee richtingen. Die begonnen dan beide bij ‘hun eigen’ startpunt (km=0). Inmiddels zijn die perrons verdwenen of verplaatst. De kilometreringsreeksen blijven gewoon bestaan. Ze zijn niet gesaneerd. Er hangen immers te veel (historische en huidige) documenten aan die geocode/kilometer-combinaties. In het voorbeeld is te zien hoe vanuit een voormalig, verdwenen perron tussen Utrecht CS en het huidige Utrecht Lunetten, een kilometrering start richting het Zuidoosten, daar waar ook al een kilometrering loopt van Utrecht CS naar het zuidoosten. Zien we waar deze kilometreringen heen lopen (respectievelijk ’s Hertogenbosch en Arnhem), dan begrijpen we de herkomst van deze schijnbaar dubbele kilometreringen, en begrijpen we ook waar deze kilometreringen betrekking op hebben. De hoge kilometrering (37 – 38) op de noordelijke sporen, de lage kilometrering op de zuidelijke sporen.

Verplaatsing van bogen

Er zijn een aantal bogen inmiddels ruimer uitgevoerd dan destijds (zie figuur, linker deel). De kilometreringsstrepen zijn ongewijzigd, om vóór en na de boog géén gewijzigde kilometreringen te krijgen. Het resultaat is dat de administratieve kilometrering ongewijzigd is, echter de fysieke afstand tussen de ‘hectometerstrepen’ is gewijzigd. Bij een verplaatsing van de sporen naar binnen zal de fysieke afstand tussen de hectometerstrepen kleiner worden. Bij een verplaatsing van de sporen naar buiten zal de fysieke afstand tussen de hectometerstrepen groter worden. 

In het voorbeeld is te zien dat de boog in zij deel 32 meter is ingekort, omdat hier de sporen naar binnen zijn verlegd. Deze inkorting wordt in gelijke delen ‘uitgesmeerd’ over de betrokken kilometreringen. Zo is de fysieke afstand tussen 9.7 en 8.8 (in de figuur) 92 meter geworden. Was de boog naar buiten geplaatst, dan was het resultaat wellicht 108 meter tussen elke kilometreringspaal.

Kilometersprongen

Meestal gaat de ene geocode over naar de andere op een gehele hectometer (9.8 bijvoorbeeld). In zeldzame gevallen (zie figuur, rechter deel) komt het voor dat een kilometrering van de ene geocode bij de andere uitkomt. Ook dit heeft dan een historische achtergrond. In het voorbeeld is Geocode 102, kilometrering 10.2 gelijk aan Geocode 103 en kilometrering 55,271. Ook hier is de fysieke afstand ’tussen twee hectometreringen’ niet gelijk aan 100 meter, maar minder: 71 meter.

Negatieve kilometrering

Een zeer bijzondere plek is Harlingen Haven, dit is de enige plek in Nederland met negatieve kilometreringen (tot -0.173). Richting Leeuwarden loopt deze kilometrering op. Databases en software dienen hier uiteraard rekening mee te houden!

Met dank aan Lex van Boetzelaer en Tjeerd Nijeholt voor de totstandkoming van dit artikel!

Utrecht_km-ing.PNG (imate/png)

Utrecht_km-ing.PNG (imate/png)

Geocode_lijst_voorbeeld.PNG (imate/png)

Geocode_lijst_voorbeeld.PNG (imate/png)

Geocodekaart_voorbeeld.PNG (image/png)

Geocode | Infrasite

Geocode

Geocode

Alle spoorlijnen in Nederland kunnen worden aangeduid met een unieke geocode, een nummer tussen de 1 en de 999. In combinatie met de kilometrering op een spoorlijn kan de locatie van elk stukje spoorlijn worden aangeduid. De combinatie 095/7.860 (=geocode/kilometer) bijvoorbeeld is de locatie van de overweg Dorpsweg in Maartensdijk, waarbij het hart van de weg als meetpunt wordt genomen. ProRail gebruikt deze gegevens onder andere bij het beheer en onderhoud van de spoorlijnen.

Een andere manier om een locatie aan te duiden, is met behulp van een plaatsnaamafkorting. Deze is minder nauwkeurig, maar geeft meer informatie over de plaats waar de spoorlocatie in de beurt ligt.

Reeksen van geocodes

De ligging van de geocodes in Nederland is enigszins historisch bepaald. De waarde ervan zegt over het algemeen wel iets over het soort spoorlijn:

  • Geocodes met een waarde tussen 001 en 199 worden gebruikt voor gewone (hoofd)spoorlijnen.
  • Geocodes met een waarde tussen 201 en 499 worden gebruikt voor secundaire spoorlijnen en goederenspoorlijnen, ook vervallen spoorlijnen vallen hieronder.
  • Geocodes 501 tot en met 799 worden gebruikt voor knooppunten.
  • Geocodes in de 800-serie behoren tot de spooraansluitingen (aansluiting van één bedrijf met een wissel aan het spoorwegnet).
  • Geocodes in de 900-serie zijn rangeerterreinen, opstelterreinen en (Nedtrain)werkplaatsen.

Zie ook: Lijst van afkortingen en verkortingen (specifiek onder het kopje ‘Lijst van verkortingen’, BID00011) voor geocodenamen, emplacementsnamen, hun afkortingen, enzovoort.

Geocodes inzien

Op de zogenaamde Geocodekaart (opvraagbaar via Het Loket ProRail) is de ligging en de kilometrering van elke geocode te zien. De BID0005 regelt dit formeel (welke geocodes voor wat gelden). De GOBI-portal is e.e.a. binnen ProRail te zien. Op de Basisbeheerkaarten staan deze kilometreringen en geocodes uiteraard ook genoemd. Voor aannemers is die BBK in te zien via de applicatie GeoWeb. Het beheer van geocodes en kilometreringen gebeurt door ProRail Inframanagement Infradatacenter Cartografie.

Wanneer voldoet registratie met geocode/kilometrering?

Geocode en kilometrerig worden zeer vaak gebruikt binnen (en buiten) NS / ProRail. En vele databases, met name SAP, vindt je deze gegevens dan ook vaak terug. Door deze systematiek (ook wel lineair refereren genoemd), is – al of niet geautomatiseerd, direct duidelijk waar een storing of wissel zich (ongeveer) bevindt, en waar een nieuwbouwproject begint en eindigt. Geocode en kilometrering als gegeven is dan ook zeer belangrijk om (goed en nauwkeurig) in te vullen. Het komt helaas wel eens voor dat kilometreringen van de ene geocode, worden ingevuld bij een andere. Er ontstaan dan fouten, wanneer (al of niet geautomatiseerd) deze gegevens zoals bijvoorbeeld storingen en nieuwbouwprojecten geanalyseerd worden of geautomatiseerd in kaart worden gebracht. Voor allerlei analyses ontstaan er dan tekortkomingen. Via onder andere de Procedure 000055 en een project als Harmonisatie Infrastamdata / Project Implementatie Objectenstructuur wordt gepoogd deze gegevens completer te krijgen. 1-1-2008 moeten voor de belangrijkste objecten de gegevens 100% up to date en 100% gevuld in SAP zitten.

Voor een grove locatieaanduiding is het opslaan van een geocode tezamen met kilometrering voldoende, bijvoorbeeld voor het aanduiden van een storing, of het begin- en eindpunt van een nieuwbouwproject. Voor een exacte aanduiding is dit echter niet voldoende, omdat een storing of nieuwbouwproject bijvoorbeeld maar aan één kant van het spoor is gelegen. In die gevallen dient de exacte xy-locatie (een punt of een omtrek van het gebied) ingemeten te worden. Alleen met die laatste methode waarbij de locatie exact is bepaald, is het mogelijk om geautomatiseerd / met zekerheid analyses te doen, om bijvoorbeeld te bepalen in welk contractgebied de storing plaatsvindt, op welke gemeente het nieuwbouwproject betrekking heeft, en of het in bijvoorbeeld een waterwingebied is gelegen. Wordt een object niet met geocode/kilometrering aangeduid, maar (ook) met deze exacte xy-coödinaten, dan is er sprake van GIS-waardige gegevens. Met een GIS zijn dan dergelijke analyses te doen. Zie ook onder het kopje ‘Lineair Refereren’ in GIS.

Hectometerpaaltjes

Hectometerpaaltjes staan over het algemeen om de 100 meter in langs het spoor. Ze gelden slechts binnen een bepaalde geocode. Op emplacementen kan het voorkomen dat de hectometerpaaltjes slechts voor het doorgaand spoor gelden, en dat de hectometerpaaltjes van het emplacement verderop staan. Uitsluitsel zal de Basisbeheerkaart kunnen geven, hierop staan de geocodegrenzen één de exacte (ingemeten) plaats van het hectometerpaaltje op vermeld. Let op: dit hectometerpaaltje kan in de praktijk soms licht verplaatst zijn, omdat een aannemer deze tijdelijk uit het balastbed heeft gehaald, en ongeveer weer heeft terug gezet.

Het verschil tussen administratieve en fysieke kilometrering

Hectometerpaaltjes hebben een administratieve kilometrering. In de meeste gevallen zit tussen twee hectometerpaaltjes ook fysiek 100 meter afstand. Bij afstandsberekeningen moet onderscheid gemaakt worden tussen administratieve kilometreringen en fysieke kilometreringen (bij locatiebepalingen niet). De reden hiervoor is dat niet in alle gevallen de fysieke afstand tussen twee hectometerpaaltjes 100 meter is. Zie hieronder. Voor plaatsbepaling in het veld gelden formeel gezien niet de hectometerpaaltjes in het veld, maar de hectometeraanduidingen (strepen) in de Basisbeheerkaart. De reden hierachter is dat de hectometerpaaltjes verplaatst kunnen zijn. In de praktijk wordt toch wel degelijk nuttig en terecht gebruik gemaakt van die hectometerpaaltjes. Bij landmeetkundige en projectmatig belangrijkere toepassingen zal toch weer gebruik moeten worden gemaakt van de formele hectometeraanduidingen in de Basisbeheerkaart.

Bijzondere situaties

De kilometreringen die gelden langs het spoor staan over het algemeen al tientallen jaren vast. Wat in het huidige (computer) tijdperk logisch of handig zou zijn, is niet altijd terug te vinden in de vastgestelde kilometreringen. Er lijken dan ook soms vreemde situaties zich voor te doen. Hieronder een aantal voorbeelden die gelijk de opbouw van de kilometreringen verheldert.

Vanuit de historie

Voorbeelden bevinden zich vaak op emplacementen / stations, daar waar destijds twee spoorlijnen (van verschillende maatschappijen!) vanaf verschillende perrons vertrokken in twee richtingen. Die begonnen dan beide bij ‘hun eigen’ startpunt (km=0). Inmiddels zijn die perrons verdwenen of verplaatst. De kilometreringsreeksen blijven gewoon bestaan. Ze zijn niet gesaneerd. Er hangen immers te veel (historische en huidige) documenten aan die geocode/kilometer-combinaties. In het voorbeeld is te zien hoe vanuit een voormalig, verdwenen perron tussen Utrecht CS en het huidige Utrecht Lunetten, een kilometrering start richting het Zuidoosten, daar waar ook al een kilometrering loopt van Utrecht CS naar het zuidoosten. Zien we waar deze kilometreringen heen lopen (respectievelijk ’s Hertogenbosch en Arnhem), dan begrijpen we de herkomst van deze schijnbaar dubbele kilometreringen, en begrijpen we ook waar deze kilometreringen betrekking op hebben. De hoge kilometrering (37 – 38) op de noordelijke sporen, de lage kilometrering op de zuidelijke sporen.

Verplaatsing van bogen

Er zijn een aantal bogen inmiddels ruimer uitgevoerd dan destijds (zie figuur, linker deel). De kilometreringsstrepen zijn ongewijzigd, om vóór en na de boog géén gewijzigde kilometreringen te krijgen. Het resultaat is dat de administratieve kilometrering ongewijzigd is, echter de fysieke afstand tussen de ‘hectometerstrepen’ is gewijzigd. Bij een verplaatsing van de sporen naar binnen zal de fysieke afstand tussen de hectometerstrepen kleiner worden. Bij een verplaatsing van de sporen naar buiten zal de fysieke afstand tussen de hectometerstrepen groter worden. 

In het voorbeeld is te zien dat de boog in zij deel 32 meter is ingekort, omdat hier de sporen naar binnen zijn verlegd. Deze inkorting wordt in gelijke delen ‘uitgesmeerd’ over de betrokken kilometreringen. Zo is de fysieke afstand tussen 9.7 en 8.8 (in de figuur) 92 meter geworden. Was de boog naar buiten geplaatst, dan was het resultaat wellicht 108 meter tussen elke kilometreringspaal.

Kilometersprongen

Meestal gaat de ene geocode over naar de andere op een gehele hectometer (9.8 bijvoorbeeld). In zeldzame gevallen (zie figuur, rechter deel) komt het voor dat een kilometrering van de ene geocode bij de andere uitkomt. Ook dit heeft dan een historische achtergrond. In het voorbeeld is Geocode 102, kilometrering 10.2 gelijk aan Geocode 103 en kilometrering 55,271. Ook hier is de fysieke afstand ’tussen twee hectometreringen’ niet gelijk aan 100 meter, maar minder: 71 meter.

Negatieve kilometrering

Een zeer bijzondere plek is Harlingen Haven, dit is de enige plek in Nederland met negatieve kilometreringen (tot -0.173). Richting Leeuwarden loopt deze kilometrering op. Databases en software dienen hier uiteraard rekening mee te houden!

Met dank aan Lex van Boetzelaer en Tjeerd Nijeholt voor de totstandkoming van dit artikel!

Utrecht_km-ing.PNG (imate/png)

Utrecht_km-ing.PNG (imate/png)

Geocode_lijst_voorbeeld.PNG (imate/png)

Geocode_lijst_voorbeeld.PNG (imate/png)

Geocodekaart_voorbeeld.PNG (image/png)