Geluid

Het geluid van spoorwegen moet aan verschillende wetten en regelingen voldoen.

Doorgaande spoorlijnen

Het geluid langs doorgaande Spoorlijnen moet voldoen aan de Wet geluidhinder en aan het Besluit geluidhinder. Deze regelgeving geeft regels als er iets aan de spoorlijn wordt gewijzigd, maar ook als er een groei van het vervoer optreedt. Ook worden ongunstige geluidssituaties die sinds 1987 bestaan aangepakt, zie hiervoor Geluidsanering.

De Nederlandse geluidswetgeving geldt alleen voor geluidsgevoelige objecten. Geluidsgevoelige objecten zijn op grond van artikel 1 van de Wet geluidhinder :

  1. woningen (met uitzondering van opvangcentra voor asielzoekers);
  2. onderwijsgebouwen (een gymnastieklokaal maakt voor de toepassing van de wet geen deel uit van een onderwijsgebouw)
  3. ziekenhuizen en verpleeghuizen;
  4. bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen andere gezondheidszorggebouwen dan bedoeld onder 3. Dit is geregeld in artikel 1.2 van het Besluit geluidhinder:
    1. verzorgingstehuizen;
    2. psychiatrische inrichtingen;
    3. medisch centra;
    4. poliklinieken
    5. medische kleuterdagverblijven.

Daarnaast zijn in artikel 1 van de Wgh de volgende terreinen genoemd als geluidsgevoelig:

geluidsgevoelige terreinen:

  1. terreinen die behoren bij andere gezondheidszorggebouwen dan algemene, categorale en academische ziekenhuizen, alsmede verpleeghuizen, voor zover deze bestemd zijn of worden gebruikt voor de in die gebouwen verleende zorg;
  2. woonwagenstandplaatsen.

Voorheen bestond ook het Besluit Geluidhinder Spoorwegen, maar dit is vervallen.

Emplacementen

Emplacementen hebben meestal een milieuvergunning waaraan voldaan moet worden. Daarnaast is er de Wet milieubeheer.

Geluidsbronnen rijdende treinen

Rolgeluid

De belangrijkste geluidsbron van rijdende treinen is het Rolgeluid. Dit wordt veroorzaakt door kleine oneffenheden van het wiel en de Rails. Als het wiel over de rails rolt, komen zowel het wiel als de rails in trilling. Die trillingen veroorzaken vervolgens geluid in de lucht. De trillingen in de rails worden bovendien overgebracht op de dwarsliggers.

Het rolgeluid is niet alleen afhankelijk van de Railruwheid en de Wielruwheid, maar ook van de snelheid van de trein.

Treinen met gladdere wielen, zoals een trein met een schijfrem, veroorzaken veel minder geluid dan treinen met ruwe wielen. Het Remsysteem met gietijzeren remblokken, zoals gebruikt op goederentreinen en de oudere types reizigerstreinen maakt de wielen tamelijk ruw. Een remsysteem met K-blokken of LL-blokken kan dat geluid verminderen. Momenteel (2006) worden beide remblokken binnen het Innovatieprogramma Geluid getest. Daarbij is de geluidsreductie van 7-8 dB(A) al verschillende malen aangetoond.

Remgeluid

Een andere geluidsbron is het geluid tijdens remmen. Remblokken die op het wiel worden gedrukt veroorzaken breedbandig geluid. Tegen de tijd dat de trein bijna stilstaat treedt vaak een sterk gepiep op, vooral bij droog weer. Ook schijfremmen kunnen dit hoogfrequente geluid produceren.

Tractiegeluid

Het geluid van de motoren, ventilatoren, choppers etc. wordt samengevat onder de noemer tractiegeluid. Het tractiegeluid is de belangrijkste geluidbron als de trein stilstaat of langzaam rijdt.

Aërodynamisch geluid

Als een hogesnelheidstrein harder dan ca. 250 km/u rijdt, wordt er weer een nieuwe geluidbron belangrijk. Het zogenoemde aërodynamische geluid wordt veroorzaakt door de luchtweerstand van uitstekende delen aan de trein, zoals de Stroomafnemer.

Het Reken en Meetvoorschrift Geluidhinder maakt melding van de bovengenoemde 4 geluidbronnen (rol-, rem-, tractie-, en aërodynamisch geluid), en geeft per treintype en snelheid de emissiewaarden voor deze bronnen.

Booggeluid

Bij het rijden door een boog kan ook hoogfrequent tonaal geluid optreden. Dit wordt veroorzaakt door het slippen van het wiel in laterale richting (dwars op de rijrichting), omdat het linker- en het rechterwiel een verschillende weglengte moeten afleggen. Een aangepast railprofiel in de boog kan het ontstaan van booggeluid verminderen. Ook kan booggeluid worden weggenomen door de toepassing van smeerpotten of door het sproeien van water. Hierdoor wordt de wrijving tussen spoorstaaf en wielband in de boog verminderd en wordt het stick-slip proces in het contactvlak voorkomen.

Sommige leveranciers claimen ook grote reducties van booggeluid door toepassing van wieldempers of raildempers.

Bovenbouw

Verschillende soorten bovenbouw veroorzaken ander geluid. Wissels en overwegen kunnen extra geluid produceren. Een bovenbouw met betonnen dwarsliggers, bovendien voorzien van Raildempers is in 2006 de stilste vrijgegeven constructie.

Bruggeluid

Met name stalen spoorbruggen, maar ook betonnen bruggen kunnen extra geluid produceren.

Geluidsbronnen emplacementen

Met de term emplacementen worden in deze context Opstelterreinen en Rangeerterreinen aangeduid. Voor geluid worden beide beschouwd als inrichtingen in de zin van de Wet milieubeheer. Dat betekent onder andere, dat de beheerder moet beschikken over een vergunning in het kader van de Wet milieubeheer. Aan deze vergunning worden voorwaarden verbonden voor het maximaal te produceren geluid in de omgeving van de inrichting. Hierbij is vooral beperkend, dat er in de nachtelijke uren (23.00 – 7.00 uur) een straffactor van 10 dB geldt, terwijl in die uren het emplacement juist in vol bedrijf is. Bovendien gelden er meestal aanvullende eisen voor het piekgeluid, in aanvulling op de algemene eisen die het geluid middelen over alle uren van de dag, de avond of de nacht.

Op rangeerterreinen en opstelterreinen zijn andere bronnen relevant dan bij doorgaande spoorwegen. Het rangeren van treinen leidt tot Rolgeluid, maar ook tot stootgeluid in Wissels. Omdat er op emplacementen vaak nog geen doorgelast spoor ligt, is er ook stootgeluid in voegen. En omdat het rangeren met lage snelheid geschiedt, is ook tractiegeluid, zowel van electrische als dieseltractie, van belang. Bij het samenstellen kan tenslotte ook botsgeluid belangrijk zijn, wat vooral een rol speelt bij het Heuvelen van Goederenwagens.

Dieseltractie leidt nogal eens tot klachten uit de omgeving, omdat diesellocs op emplacementen stationair draaiend worden opgesteld, of omdat diesellocs geruime tijd moeten warmdraaien voordat ze in bedrijf kunnen worden genomen.

Naast al deze geluiden die met rollende en rangerende treinen te maken hebben, is ook de [overstand|overstaan van materieel een belangrijke bron. Overstaand materieel maakt geluid, omdat er generatoren, omvormers en compressoren draaien die ervoor zorgen dat er perslucht, stroom en verwarming is om onder andere de deuren te bedienen en reiniging met bijvoorbeeld stofzuigers mogelijk te maken. In de jaren ’90 is in het project PRIL een begin gemaakt met de ombouw van reizigersmaterieel, waarbij compressoren, generatoren en omvormers met dempers en omkastingen zijn behandeld om hun bijdrage tot het overstandsgeluid te beperken.

Voor aanpak van geluidsoverlast op emplacementen loopt het programma UPGE van ProRail.

Ontsluiting geluidsinformatie

Rings is een applicatie ontwikkeld door Veiligheid en Milieu. Rings (Rail Infra Noise Gis Software) is een applicatie voor berekeningen aan spoorweggeluid. Er kunnen verschillende scenario’s mee doorgerekend worden op consequenties zoals geluidsschermen en harder rijden voor geluidsbelasting van woningen langs het spoor. Rings is een goed voorbeeld van een maatwerk GIS-toepassing op basis van een standaard desktop GIS-applicatie. Output van deze applicatie / dit GIS-rekenmodel zijn geluidscontouren. Deze staan ook op de Geluidskaart op www.prorail.nl. Hiermee is het publiek op de hoogte van het geluid dat ProRail – met zijn vervoerders – veroorzaakt, een Europese verplichting. Binnenkort zullen dezelfde geluidscontoueren ook op de GOBI-portal met andere spoorse gegevens te zien zijn.

Rings is een applicatie puur binnen ProRail, op www.prorail.nl kunnen externen bij de output ervan.

Zie verder

  • Verstoring van weidevogels door spoorweggeluid

Eerste versie geschreven door: Elly Waterman

Geluid | Infrasite

Geluid

Het geluid van spoorwegen moet aan verschillende wetten en regelingen voldoen.

Doorgaande spoorlijnen

Het geluid langs doorgaande Spoorlijnen moet voldoen aan de Wet geluidhinder en aan het Besluit geluidhinder. Deze regelgeving geeft regels als er iets aan de spoorlijn wordt gewijzigd, maar ook als er een groei van het vervoer optreedt. Ook worden ongunstige geluidssituaties die sinds 1987 bestaan aangepakt, zie hiervoor Geluidsanering.

De Nederlandse geluidswetgeving geldt alleen voor geluidsgevoelige objecten. Geluidsgevoelige objecten zijn op grond van artikel 1 van de Wet geluidhinder :

  1. woningen (met uitzondering van opvangcentra voor asielzoekers);
  2. onderwijsgebouwen (een gymnastieklokaal maakt voor de toepassing van de wet geen deel uit van een onderwijsgebouw)
  3. ziekenhuizen en verpleeghuizen;
  4. bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen andere gezondheidszorggebouwen dan bedoeld onder 3. Dit is geregeld in artikel 1.2 van het Besluit geluidhinder:
    1. verzorgingstehuizen;
    2. psychiatrische inrichtingen;
    3. medisch centra;
    4. poliklinieken
    5. medische kleuterdagverblijven.

Daarnaast zijn in artikel 1 van de Wgh de volgende terreinen genoemd als geluidsgevoelig:

geluidsgevoelige terreinen:

  1. terreinen die behoren bij andere gezondheidszorggebouwen dan algemene, categorale en academische ziekenhuizen, alsmede verpleeghuizen, voor zover deze bestemd zijn of worden gebruikt voor de in die gebouwen verleende zorg;
  2. woonwagenstandplaatsen.

Voorheen bestond ook het Besluit Geluidhinder Spoorwegen, maar dit is vervallen.

Emplacementen

Emplacementen hebben meestal een milieuvergunning waaraan voldaan moet worden. Daarnaast is er de Wet milieubeheer.

Geluidsbronnen rijdende treinen

Rolgeluid

De belangrijkste geluidsbron van rijdende treinen is het Rolgeluid. Dit wordt veroorzaakt door kleine oneffenheden van het wiel en de Rails. Als het wiel over de rails rolt, komen zowel het wiel als de rails in trilling. Die trillingen veroorzaken vervolgens geluid in de lucht. De trillingen in de rails worden bovendien overgebracht op de dwarsliggers.

Het rolgeluid is niet alleen afhankelijk van de Railruwheid en de Wielruwheid, maar ook van de snelheid van de trein.

Treinen met gladdere wielen, zoals een trein met een schijfrem, veroorzaken veel minder geluid dan treinen met ruwe wielen. Het Remsysteem met gietijzeren remblokken, zoals gebruikt op goederentreinen en de oudere types reizigerstreinen maakt de wielen tamelijk ruw. Een remsysteem met K-blokken of LL-blokken kan dat geluid verminderen. Momenteel (2006) worden beide remblokken binnen het Innovatieprogramma Geluid getest. Daarbij is de geluidsreductie van 7-8 dB(A) al verschillende malen aangetoond.

Remgeluid

Een andere geluidsbron is het geluid tijdens remmen. Remblokken die op het wiel worden gedrukt veroorzaken breedbandig geluid. Tegen de tijd dat de trein bijna stilstaat treedt vaak een sterk gepiep op, vooral bij droog weer. Ook schijfremmen kunnen dit hoogfrequente geluid produceren.

Tractiegeluid

Het geluid van de motoren, ventilatoren, choppers etc. wordt samengevat onder de noemer tractiegeluid. Het tractiegeluid is de belangrijkste geluidbron als de trein stilstaat of langzaam rijdt.

Aërodynamisch geluid

Als een hogesnelheidstrein harder dan ca. 250 km/u rijdt, wordt er weer een nieuwe geluidbron belangrijk. Het zogenoemde aërodynamische geluid wordt veroorzaakt door de luchtweerstand van uitstekende delen aan de trein, zoals de Stroomafnemer.

Het Reken en Meetvoorschrift Geluidhinder maakt melding van de bovengenoemde 4 geluidbronnen (rol-, rem-, tractie-, en aërodynamisch geluid), en geeft per treintype en snelheid de emissiewaarden voor deze bronnen.

Booggeluid

Bij het rijden door een boog kan ook hoogfrequent tonaal geluid optreden. Dit wordt veroorzaakt door het slippen van het wiel in laterale richting (dwars op de rijrichting), omdat het linker- en het rechterwiel een verschillende weglengte moeten afleggen. Een aangepast railprofiel in de boog kan het ontstaan van booggeluid verminderen. Ook kan booggeluid worden weggenomen door de toepassing van smeerpotten of door het sproeien van water. Hierdoor wordt de wrijving tussen spoorstaaf en wielband in de boog verminderd en wordt het stick-slip proces in het contactvlak voorkomen.

Sommige leveranciers claimen ook grote reducties van booggeluid door toepassing van wieldempers of raildempers.

Bovenbouw

Verschillende soorten bovenbouw veroorzaken ander geluid. Wissels en overwegen kunnen extra geluid produceren. Een bovenbouw met betonnen dwarsliggers, bovendien voorzien van Raildempers is in 2006 de stilste vrijgegeven constructie.

Bruggeluid

Met name stalen spoorbruggen, maar ook betonnen bruggen kunnen extra geluid produceren.

Geluidsbronnen emplacementen

Met de term emplacementen worden in deze context Opstelterreinen en Rangeerterreinen aangeduid. Voor geluid worden beide beschouwd als inrichtingen in de zin van de Wet milieubeheer. Dat betekent onder andere, dat de beheerder moet beschikken over een vergunning in het kader van de Wet milieubeheer. Aan deze vergunning worden voorwaarden verbonden voor het maximaal te produceren geluid in de omgeving van de inrichting. Hierbij is vooral beperkend, dat er in de nachtelijke uren (23.00 – 7.00 uur) een straffactor van 10 dB geldt, terwijl in die uren het emplacement juist in vol bedrijf is. Bovendien gelden er meestal aanvullende eisen voor het piekgeluid, in aanvulling op de algemene eisen die het geluid middelen over alle uren van de dag, de avond of de nacht.

Op rangeerterreinen en opstelterreinen zijn andere bronnen relevant dan bij doorgaande spoorwegen. Het rangeren van treinen leidt tot Rolgeluid, maar ook tot stootgeluid in Wissels. Omdat er op emplacementen vaak nog geen doorgelast spoor ligt, is er ook stootgeluid in voegen. En omdat het rangeren met lage snelheid geschiedt, is ook tractiegeluid, zowel van electrische als dieseltractie, van belang. Bij het samenstellen kan tenslotte ook botsgeluid belangrijk zijn, wat vooral een rol speelt bij het Heuvelen van Goederenwagens.

Dieseltractie leidt nogal eens tot klachten uit de omgeving, omdat diesellocs op emplacementen stationair draaiend worden opgesteld, of omdat diesellocs geruime tijd moeten warmdraaien voordat ze in bedrijf kunnen worden genomen.

Naast al deze geluiden die met rollende en rangerende treinen te maken hebben, is ook de [overstand|overstaan van materieel een belangrijke bron. Overstaand materieel maakt geluid, omdat er generatoren, omvormers en compressoren draaien die ervoor zorgen dat er perslucht, stroom en verwarming is om onder andere de deuren te bedienen en reiniging met bijvoorbeeld stofzuigers mogelijk te maken. In de jaren ’90 is in het project PRIL een begin gemaakt met de ombouw van reizigersmaterieel, waarbij compressoren, generatoren en omvormers met dempers en omkastingen zijn behandeld om hun bijdrage tot het overstandsgeluid te beperken.

Voor aanpak van geluidsoverlast op emplacementen loopt het programma UPGE van ProRail.

Ontsluiting geluidsinformatie

Rings is een applicatie ontwikkeld door Veiligheid en Milieu. Rings (Rail Infra Noise Gis Software) is een applicatie voor berekeningen aan spoorweggeluid. Er kunnen verschillende scenario’s mee doorgerekend worden op consequenties zoals geluidsschermen en harder rijden voor geluidsbelasting van woningen langs het spoor. Rings is een goed voorbeeld van een maatwerk GIS-toepassing op basis van een standaard desktop GIS-applicatie. Output van deze applicatie / dit GIS-rekenmodel zijn geluidscontouren. Deze staan ook op de Geluidskaart op www.prorail.nl. Hiermee is het publiek op de hoogte van het geluid dat ProRail – met zijn vervoerders – veroorzaakt, een Europese verplichting. Binnenkort zullen dezelfde geluidscontoueren ook op de GOBI-portal met andere spoorse gegevens te zien zijn.

Rings is een applicatie puur binnen ProRail, op www.prorail.nl kunnen externen bij de output ervan.

Zie verder

  • Verstoring van weidevogels door spoorweggeluid

Eerste versie geschreven door: Elly Waterman