Bijdrukwagens

Bijdrukwagens bewegen zich vanaf de ontruimzone tot ca 400 m achter de railrem. De functie van de bijdrukswagens is om de losse afloopjes tegen elkaar aan te drukken zodat de koppelingen tussen de wagens eenvoudig kunnen worden aangebracht. Per spoor is er een wagen. Wanneer er een afloopje uit de ontruimzone komt rijdt de bijdrukwagen snel (dubbele snelheid) onder de rijdende goederenwagens door, richting ontruimzone. Het omhoog staande armpje wordt door het wiel omlaag gedrukt. Bij de ontruimzone aangekomen, keert de wagens om en rijdt met de vaste snelheid achter de rijdende goederenwagens aan. Wordt de snelheid van de wagens lager dan ontruimingswagen dan loopt de ontruimingswagen met het omhoogstekende armpje tegen het wiel van de wagen en drukt hiermee de wagen voorwaarts.Boven een bepaalde kracht (op het spoor staande wagens zijn b.v. op de remslof gelopen)dan stopt de bijdrukwagens met bijdrukken.Terug naar heuvelen.

Eerste versie van artikel geschreven door: Luc van Gerrevink