Besluit spoorverkeer Par. 3 en 4.

§ 3. Seinen

Artikel 20

Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld over de aard, uitvoering, plaatsing, bediening en betekenis van seinen.

§ 4. Werkzaamheden aan of nabij de hoofdspoorweg

Artikel 21

De beheerder draagt er zorg voor:

a. dat gedeelten van de Hoofdspoorweg, die buiten dienst zijn gesteld als bedoeld in artikel 64 (Spoorwegwet) van de wet, worden aangeduid met de daartoe door de Beheerder aangewezen seinen overeenkomstig het krachtens artikel 20 bepaalde;

b. dat de hoofdspoorweg ter plaatse waar werkzaamheden aan of nabij die hoofdspoorweg worden uitgevoerd, in de bij ministeriële regeling bepaalde gevallen buiten dienst wordt gesteld of doelmatig wordt afgeschermd;

c. dat tijdens de uitvoering van werkzaamheden aan of nabij de hoofdspoorweg gebruik wordt gemaakt van goed functionerende Automatische waarschuwingsapparatuur als bedoeld in normblad nummer 730-3 van de Internationale Spoorweg Unie op de wijze als in dat normblad bepaald, of van goed functionerende andere bij ministriële regeling voorgeschreven apparatuur.

(ref: Besluit spoorverkeer geldend op: 28-11-2007)

links

wetgeving in Nederland

Eerste versie artikel geschreven door: Gertjan Rhebergen