Werktreinbegeleider

De Werktreinbegeleider (WTB) geeft aanwijzingen aan deWerktreinmachinist werktreinmachinisten en onderhoudt het contact met de Leider Werkplek Beveiliging (LWB) en een Leider Lokale Veiligheid (LLV). De werkzaamheden worden uitgevoerd tijdens een buitendienststelling (BD) van de railinfra. De WTB ontvangt voor aanvang van de buitendienststelling van de LWB of LLV instructie over veiligheid en veilige berijdbaarheid door middel van een werktreininstructie (WTI) en beeldinstructie.

De WTB kan na opdracht werktreinenbegeleiden en rangeren naar de buitendienststelling. Hiervoor heeft de WTB conform de spoorwegwet een verplichte wegbekendheid op emplacementenen rangeerterreinen. Ook moet de WTB kennis hebben van de overwegprocedure en het sleutelen van overwegen. De risico’s tijdens het passeren van de overweg moeten hierbij goed ingeschat. Het grootste risico is aanrijdgevaar. In overleg met de treindienstleider worden na "Toestemming en Opdracht" rangeerwerkzaamheden uitgevoerd.

Toelichting

De LWB neemt het spoor buitendienst en maakt een werkcontract (WECO) op met de treindienstleider. Bij meerdere werklocaties wordt een LLV gesteld die voor zijn werkgebied de veiligheidsmaatregelen neemt na toestemming van de LWB, en communiceert met de LWB en de veiligheidsmedewerkers op zijn werklocatie.

De Werktreinbegeleider heeft hierbij de volgende (kern)taken:

  • Het beoordelen van de aangeleverde instructie op veilige uitvoerbaarheid en beargumenteert zijn beoordeling indien de instructie niet voldoet;
  • Het verzorgen van de veiligheidsinstructie aan de machinist;
  • Het controleren van de staat van de werktrein en/of rangeerdeel op hoofdcomponenten;
  • Het nemen van een grote remproef en het nemen van een kleine remproef;
  • Het begeleiden op veilige wijze van de werktrein of het rangeerdeel;
  • Het houden van toezicht op de naleving van veiligheidsmaatregelen;
  • Het evalueren van de veiligheidsmaatregelen;

De werktreinbegeleider kan in opdracht van de LWB het contact over de rijwegen voor zijn werktrein onderhouden met de treindienstleider.

De rangeerdervolledig bevoegd stelt werktreinen samen en rangeert treinen op gecontroleerde sporen en ongecontroleerde sporen. Dit gebeurd direct in overleg met de treindienstleider. Na aankomst op het buitendienst gesteld spoor neemt de LWB de taak van de treindienstleider over.

Inzet van voertuigbegeleider (VB) in plaats van WTB

Het VVW geeft (in par. 8.1) aan dat aan de hand van een risico analyse bepaald moet worden of een voertuig dat binnen de buitendienststelling rijdt, moet worden begeleid door een WTB.

Deze analyse kan er toe leiden dat wordt vastgesteld dat een voertuig niet door een WTB begeleid hoeft te worden, c.q. dat geenWerktreininstructie WTI verplicht is. In het merendeel van de gevallen zal dat het geval zijn als er geen ‘bijzondere infra-elementen’ hoeven te worden gepasseerd.

Een aannemer zal er echter vervolgens vanuit zijn werkgeversverantwoordelijkheid voor moeten zorgen dat eventuele "andere" risico’s van het rijden met het voertuig binnen de BD, worden beheerst en dat daarvoor afdoende maatregelen worden genomen. Een aantal bedrijven heeft dit ingevuld door het instellen van de functie van de voertuigbegeleider (VB).

Communicatie

De WTB communiceert volgens het Nato-Alfabet.

Werktreinbegeleider | Infrasite

Werktreinbegeleider

De Werktreinbegeleider (WTB) geeft aanwijzingen aan deWerktreinmachinist werktreinmachinisten en onderhoudt het contact met de Leider Werkplek Beveiliging (LWB) en een Leider Lokale Veiligheid (LLV). De werkzaamheden worden uitgevoerd tijdens een buitendienststelling (BD) van de railinfra. De WTB ontvangt voor aanvang van de buitendienststelling van de LWB of LLV instructie over veiligheid en veilige berijdbaarheid door middel van een werktreininstructie (WTI) en beeldinstructie.

De WTB kan na opdracht werktreinenbegeleiden en rangeren naar de buitendienststelling. Hiervoor heeft de WTB conform de spoorwegwet een verplichte wegbekendheid op emplacementenen rangeerterreinen. Ook moet de WTB kennis hebben van de overwegprocedure en het sleutelen van overwegen. De risico’s tijdens het passeren van de overweg moeten hierbij goed ingeschat. Het grootste risico is aanrijdgevaar. In overleg met de treindienstleider worden na "Toestemming en Opdracht" rangeerwerkzaamheden uitgevoerd.

Toelichting

De LWB neemt het spoor buitendienst en maakt een werkcontract (WECO) op met de treindienstleider. Bij meerdere werklocaties wordt een LLV gesteld die voor zijn werkgebied de veiligheidsmaatregelen neemt na toestemming van de LWB, en communiceert met de LWB en de veiligheidsmedewerkers op zijn werklocatie.

De Werktreinbegeleider heeft hierbij de volgende (kern)taken:

  • Het beoordelen van de aangeleverde instructie op veilige uitvoerbaarheid en beargumenteert zijn beoordeling indien de instructie niet voldoet;
  • Het verzorgen van de veiligheidsinstructie aan de machinist;
  • Het controleren van de staat van de werktrein en/of rangeerdeel op hoofdcomponenten;
  • Het nemen van een grote remproef en het nemen van een kleine remproef;
  • Het begeleiden op veilige wijze van de werktrein of het rangeerdeel;
  • Het houden van toezicht op de naleving van veiligheidsmaatregelen;
  • Het evalueren van de veiligheidsmaatregelen;

De werktreinbegeleider kan in opdracht van de LWB het contact over de rijwegen voor zijn werktrein onderhouden met de treindienstleider.

De rangeerdervolledig bevoegd stelt werktreinen samen en rangeert treinen op gecontroleerde sporen en ongecontroleerde sporen. Dit gebeurd direct in overleg met de treindienstleider. Na aankomst op het buitendienst gesteld spoor neemt de LWB de taak van de treindienstleider over.

Inzet van voertuigbegeleider (VB) in plaats van WTB

Het VVW geeft (in par. 8.1) aan dat aan de hand van een risico analyse bepaald moet worden of een voertuig dat binnen de buitendienststelling rijdt, moet worden begeleid door een WTB.

Deze analyse kan er toe leiden dat wordt vastgesteld dat een voertuig niet door een WTB begeleid hoeft te worden, c.q. dat geenWerktreininstructie WTI verplicht is. In het merendeel van de gevallen zal dat het geval zijn als er geen ‘bijzondere infra-elementen’ hoeven te worden gepasseerd.

Een aannemer zal er echter vervolgens vanuit zijn werkgeversverantwoordelijkheid voor moeten zorgen dat eventuele "andere" risico’s van het rijden met het voertuig binnen de BD, worden beheerst en dat daarvoor afdoende maatregelen worden genomen. Een aantal bedrijven heeft dit ingevuld door het instellen van de functie van de voertuigbegeleider (VB).

Communicatie

De WTB communiceert volgens het Nato-Alfabet.