Interview over klimaatverandering en railinfrastructuur met David van Raalten en Cecile Cluitmans

Bron: Arcadis

Interview over klimaatverandering en railinfrastructuur met David van Raalten, Programmaleider Klimaatadaptatie en Cecile Cluitmans, Sectorleider Rail en Openbaar Vervoer, beiden bij Arcadis. David is spreker over dit onderwerp tijdens het congres Dag van de Rail 2018 op 21 juni in Media Plaza te Utrecht.

1. Klimaatverandering en railinfrastructuur, waarom is dit relevant voor de Nederlandse situatie?

Kijk naar de afgelopen maanden: we zien het klimaat om ons heen veranderen met allerlei weersextremen die zich vaker lijken voor te doen, zoals hevige stortbuien met veel neerslag die tot wateroverlast leiden. Het is niet voor niets dat het KNMI stelt dat de extremen van nu het nieuwe normaal worden. Bereid je er maar op voor!

Door klimaatverandering neemt de kans op wateroverlast, hitte, droogte en overstromingen toe. Stortbuien en langdurige neerslag veroorzaken wateroverlast. Op andere momenten ontstaan juist droogteschade en verzakkingen. Hitte veroorzaakt uitzettingsproblemen bij spoorwegen, bruggen en andere infrastructuur. Dat levert risico’s op voor onze economie, gezondheid en veiligheid. Je krijgt te maken met uitval van spoor, vertragingen, hinder, gevolgschade en claims, maar ook met gevaarlijke situaties door bijvoorbeeld risico op ongevallen en zelfs elektrocutering. Het is van groot belang dat Nederland zich daartegen wapent. Klimaatbestendig en waterrobuust inrichten van Nederland – ook van onze infrastructuur – moet een vanzelfsprekend onderdeel van ruimtelijke (her)ontwikkelingen worden. Het Deltaprogramma spoort overheden met het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie aan dit te versnellen en niet alleen voor 2020 te komen met beleid, maar ook met een concrete uitvoeringsagenda.

Zie hier voor meer informatie.

2. Kunt u voorbeelden noemen?

Er zijn echt heel recente voorbeelden waaruit blijkt hoe kwetsbaar we eigenlijk zijn. Een paar weken terug werd station Barendrecht door een stortbui getroffen. Het water stroomde via de stationshal over de trappen het perron op. Dit wil je dus echt niet! Maar ook onderdoorgangen en tunnels worden tijdelijke waterbanen, met alle bijkomende risico’s.

Maar er zijn ook totaal andere voorbeelden: eerder dit jaar zagen we met de extreme koude dat er op meerdere grote stations gesprongen waterleidingen voor flinke wateroverlast zorgden, en de januari-storm zorgde voor veel bomen die de bovenleidingen beschadigden. Dat zijn dus allemaal voorbeelden van 2018 zelf! Voorbeelden die zorgden voor schade aan het spoor, uitval van functies, veel ongemakken voor gebruikers, maar dus ook zelfs mogelijk slachtoffers.

3. Er is in Nederland nog niet heel veel aandacht voor dit onderwerp. In welke mate vindt u dat moet dit veranderen?

In Nederland krijgt het onderwerp klimaatadaptatie op zich wel steeds meer aandacht, maar voor het spoor is daar nog onvoldoende goed over nagedacht. We hebben ons goed beschermd tegen overstromingen door het hoge water op de rivieren en de stijgende zeespiegel. Maar de overlast die ontstaat door lokale plensbuien, alsook door toenemende hitte vraagt om veel meer aandacht. Dit is duidelijk onderkend in het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie van het Deltaprogramma. Ook in de Nationale Adaptatie Strategie (NAS) wordt op zich over effecten van klimaatverandering op de infrastructuur gesproken. Opvallend is echter dat pas vorig jaar de spoorinfrastructuur is toegevoegd is aan het thema hoofdwegennet bij te beschermen ‘nationale vitale en kwetsbare functies’, waardoor het nu ook heet ‘hoofdinfrastructuur’. Doordat er te weinig aandacht is geweest voor dit thema, worden we verrast, en moeten we achteraf gaan repareren. Maar er blijven ook kansen liggen om het spoor morgen al robuuster te maken als ergens toch al het spoor gerenoveerd, onderhouden of opnieuw aangelegd wordt. En dat is elke keer een gemiste kans!

4. Welke keuzes zijn belangrijk en kunt u uitleggen waarom?

Het is van groot belang om de kwetsbaarheden goed in beeld te krijgen: waar liggen welke risico’s op schade en uitval. Hoe lang valt de functie dan uit en hoe ingewikkeld is het om het weer te herstellen? Deze kwetsbaarheid moeten we eerst onderkennen en dan moet gezamenlijk bepaald gaan worden wat we wel of niet acceptabel achten. Je moet ook accepteren dat bepaalde gebeurtenissen simpelweg niet te voorkomen zijn, of dat het wel heel erg complex is om dat te proberen te voorkomen. We moeten ons ook realiseren dat we niet oneindig veel budget hiervoor beschikbaar kunnen maken. Het is dus zaak te prioriteren op basis van de risico’s en bewust te kiezen welke activiteiten wel of niet ondernomen worden. Deze prioritering kan het beste met de direct betrokken partijen gedaan worden, want in deze afweging hebben partijen verschillende belangen en ze worden ook op andere wijze afgerekend qua resultaat.

Vervolgens is het goed om – als eenmaal helder is waar de kwetsbaarheden liggen en wat we er aan kunnen doen – het juiste moment te pakken waarop een maatregel uitgevoerd kan worden. Zo kunnen bijvoorbeeld op relatief eenvoudige wijze klimaatadaptieve maatregelen meegenomen worden bij geplande renovatie en/of modernisering van het spoor of stations. Alsook bij geplande nieuwbouw: zijn de lopende en komende projecten ook al even tegen het licht gehouden van klimaatadaptatie?

5. Verwacht u dat een andere manier van denken in de railsector nodig is om in de toekomst grote problemen te voorkomen? Kunt u dit uitleggen?

Het is allereerst van belang om te onderkennen dat dit een probleem is dat in toenemende mate op ons af komt. De afgelopen maanden helpen om die urgentie onder ogen te zien. Je ziet dat bijvoorbeeld in Engeland waar het ‘resilient’ maken van het spoor, dat wil zeggen veerkrachtig maken, topprioriteit heeft. Hierbij probeert men het spoor enerzijds zo robuust mogelijk te maken en anderzijds – als het dan toch misgaat – met een zo kort mogelijke hersteltijd achteraf. In Nederland voelen we deze urgentie nog niet omdat waterveiligheid – echte overstromingen – van ouds iets is voor andere partijen (waterschappen, Rijkswaterstaat), maar met de hitte, droogte en lokale wateroverlast komen die problemen veel dichter naar het spoor en onze stations toe! Het is niet langer ‘ver weg’, het kan niet langer gebagatelliseerd worden. We moeten er echt iets mee!

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Chequita Ketelaar-Damen, Hoofdredacteur

Interview over klimaatverandering en railinfrastructuur met David van Raalten en Cecile Cluitmans | Infrasite