Hans Oosters: Het is de kunst om het werk mógelijk te maken

Hans Oosters - Fotograaf Robert Goddyn

Interview met Hans Oosters, voorzitter van de Unie van Waterschappen, over ontwikkelingen voor waterschappen in 2017.

1. ‘We werken samen koersvast en in tempo verder aan de opgaven voor waterveiligheid, waterbeschikbaarheid en een klimaatbestendige inrichting van Nederland.’ Dat staat in het Deltaprogramma 2017 dat 20 september 2016, op Prinsjesdag, aan de Tweede Kamer is aangeboden. Wat is volgens u de beste manier om wateroverlast aan te pakken?

Nieuwe klimaatinzichten en de actuele wateroverlastsituaties zorgen ervoor dat het thema wateroverlast nadrukkelijk op de bestuurlijke en politieke agenda staat. Wateroverlast beperken hoort bij de zorg voor het regionale waterbeheer. Daarin hebben waterschappen maar ook andere overheden zoals gemeenten (o.a. riolering) en provincies (met name voor normvaststelling) een rol. Bovendien hebben private partijen, zoals landbouwbedrijven, maar ook particulieren mogelijkheden om wateroverlast tegen te gaan.

Wateroverlast lijkt misschien simpel maar is bij nadere beschouwing een complex probleem. Samengevat komt het er op neer dat er verschillende oorzaken zijn. Piekbuien (grote hoeveelheid regenwater die in zeer korte tijd valt) leiden vooral tot lokale wateroverlast doordat het water op land of straat blijft staan. Langdurige grote hoeveelheden neerslag belasten vooral juist het watersysteem zodat het buiten zijn oevers treedt.

Met de verschillende soorten wateroverlast komen vervolgens ook verschillende verantwoordelijke partijen in beeld. Gemeenten die met al dan niet gescheiden rioolstelsels water van de straat naar het oppervlaktewater vervoeren. Landeigenaren die water van het land al dan niet via drainage naar het oppervlaktewater brengen. Waterschappen (en Rijkswaterstaat) die de watersystemen beheren en ervoor zorgen dat water uit een gebied wordt afgevoerd en watersystemen niet buiten hun oevers treden. Provincies die de normering voor de watersystemen vaststellen.

Ook de aanpak van wateroverlast of het nu in het stedelijk of het landelijk gebied optreedt, ligt niet bij één partij. Het is de gezamenlijke uitdaging om wateroverlast tegen te gaan en meerwaarde te creëren door de combinatie van verschillende ruimtelijke functies. Creëren van berging in de stad, bijvoorbeeld in de vorm van waterpleinen. Bevorderen van afkoppelen van regenwater en inzijgen in de grond. Samenwerkingen van tenminste gemeenten en waterschappen. In het landelijk gebied dragen de vergroting of herstel van perceelsloten bij aan het vergroten van het bergend vermogen. Het gaat vaak om heraanleg van sloten die bij schaalvergroting verdwenen zijn. Daarnaast is er bijvoorbeeld ook het verbeteren van bergingscapaciteit van de bodem of het robuuster maken van beeksystemen. Dit zijn drie soorten maatregelen die in samenwerking tussen landgebruikers en het waterschap, al dan niet via gebiedsprocessen, tot stand komen.

Bij al deze voorbeelden zijn tal van andere functies mee te koppelen. Zo kan de leefbaarheid in de stad worden vergroot bij realisatie van een groene waterberging, waterkwaliteit kan een impuls krijgen door aanleg van natuurvriendelijke oevers of droogte kan worden bestreden omdat grondwater beter wordt aangevuld. In de gebouwde, stedelijke omgeving maar ook in het landelijk gebied is het vaak nog pionieren met initiatieven van burgers en bedrijven, de veelheid van belangen in de vaak beperkte ruimte vragen om slimme oplossingen – maatwerk. Dat vraagt veel van de verschillende organisaties. Het is de kunst om ruimte te bieden, om randvoorwaarden te stellen, om het werk mógelijk te maken.

Zowel de aard van het probleem wateroverlast, de verantwoordelijkheden die daarbij gelden en de oplossingen die bereikt moeten worden, wijzen naar een gezamenlijke aanpak door de verschillende partijen. Dat geldt zowel op centraal niveau als op regionaal niveau en bij de uiteindelijke aanpak in het veld.

2. Vanaf 1 januari 2017 geldt de nieuwe normering voor de waterveiligheid. Nederland heeft nieuwe waterveiligheidsnormen voor de dijken, dammen en duinen. In de nieuwe benadering wordt niet alleen gekeken naar de kans op een overstroming, ook worden de gevolgen meegewogen. Wat betekent deze nieuwe normering voor de waterschappen?

Met de nieuwe normen kunnen we gerichter investeren, daar waar het veiligheidsrendement het grootst is. Hierover is de afgelopen jaren veel nieuwe kennis ontwikkeld, die we nu in de praktijk gaan brengen.

De dijken zullen uiterlijk in 2050 aan deze nieuwe normen moeten voldoen. Aan de waterschappen de taak om dit te realiseren. Dit betreft ca 3500 km waterkering. Dat is een grote opgave. De waterschappen beoordelen of de keringen aan deze nieuwe eisen voldoen en zullen de nodige dijkversterkingen uitvoeren. Hiervoor hebben we als waterschappen gezamenlijk met Rijkswaterstaat een hoogwaterbeschermingsprogramma. Waarin jaarlijks 360 miljoen euro wordt geïnvesteerd. Dit maakt het mogelijk om versterkingen op basis van urgentie uit te voeren en na te gaan of andere ruimtelijke opgave van gemeenten of provincies kunnen worden meegenomen (werk met werk maken). De reeds geplande versterkingswerken worden zo uitgevoerd dat deze dijken ook voldoen aan de nieuwe normen. Daarnaast kunnen we de informatie over de gevolgen van een overstroming ook meenemen in ons calamiteitenbeheer en zullen we in ons dagelijks beheer alert zijn op ontwikkelingen op en rond waterkeringen.

3. Bij de genomineerden voor de InfraTech Innovatieprijs 2017 zitten twee waterschappen. Wat kunnen we verwachten aan innovaties van waterschappen in 2017?

Waterschappen hebben te maken met veranderende omstandigheden die vragen om betere oplossingen. Dit kunnen zijn: nieuwe stoffen in ons afvalwater, klimaatverandering (extremere weersomstandigheden), nieuwe normering dijken, beleidsopgave voor KRW (Kaderrichtlijn Water) halen, nog meer integrale oplossingen gewenst vanuit het deltaprogramma of de omgevingswet.

Verder hebben waterschappen van nature een verbeterhonger om het waterbeheer beter (inclusief duurzamer) en goedkoper te krijgen. Je kunt dan onder andere denken aan energie en grondstoffen terugwinnen uit afvalwater, energie potentie uit het watersysteem oogsten, assets beschikbaar stellen voor duurzaamheidsprojecten, anders omgaan met markt en publiek (deuren meer openen) en minder uitgeven aan het waterketenbeheer.

4. Het visiedocument De waterschapsmarkt van de toekomst – bouwstenen voor vernieuwing is donderdag 17 november 2016 gepresenteerd tijdens de Markt- en Innovatiedag Waterschappen in Amersfoort. Het is gezamenlijk ontwikkeld door waterschappen en marktpartijen. Eén van de bouwstenen is ‘Een gezonde bouwkolom’. ‘Risico’s moeten worden beheerst en beheersmaatregelen beter verdeeld. Hierbij moet meer ruimte komen voor ketensamenwerking. Daarnaast is het doel: een eerlijk verdienmodel voor alle partijen.’

Hoe ziet u dit laatste doel, een eerlijk verdienmodel voor alle partijen, werkelijkheid worden?

Bij het Visiedocument komt een Activiteitenplan. In dit plan staat bij dit aspect het volgende: ‘Bij uitvragen is een goede balans tussen prijs en kwaliteit de basis. Kwaliteit wordt op een eerlijke en transparante manier uitgevraagd, met zichtbare en tastbare prestatie-eisen als criterium. Inzicht in elkaars verdienmodel is daarbij een rand-voorwaarde, waarbij geld niet de enige prikkel is.’ Samen met de markt zijn we op dit moment aan het bespreken hoe we dit laten landen in de projecten.

5. Wat wenst u als voorzitter van de Unie van Waterschappen voor 2017? Kunt u uitleggen waarom?

Boven alles wens ik iedereen een goed en gezond 2017. In 2017 werken de waterschappen ook onverminderd hard door aan schoon water en droge voeten. Zo leveren de waterschappen een cruciale bijdrage aan welvaart en welzijn in ons land.

De huidige klimaatverandering maakt die bijdrage voor een deltaland als Nederland belangrijker en urgenter. Die uitdaging gaan wij graag aan. Veiligheid tegen overstromingen, een schoon en veerkrachtig watersysteem en voorkomen van wateroverlast zijn essentieel voor ons land. Dagelijks zetten onze medewerkers zich in en dragen bij aan de belangrijke en urgente taak die het waterbeheer in een laaggelegen delta is.

Wat waterschappen bindt, is de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het waterbeheer. Bescherming tegen te veel water, beschikbaarheid van voldoende water in tijden van droogte en water van goede kwaliteit; De Unie van Waterschappen (UvW) is er voor de leden: de waterschappen.

De gezamenlijke taken, de diversiteit, de aanpak en uitvoering vragen om flexibiliteit. De wijze waarop de waterschappen de taken uitvoeren, is divers en wordt onder andere bepaald door de regionale geografische situatie en de eigen bestuurlijke kleur. De kracht van de veelkleurigheid is de bindende factor in de vereniging. De UvW wil daarbij de komende periode nog vaardiger worden in het tijdig reageren op veranderende omstandigheden of nieuwe inzichten bij waterschappen, de partners in het waterbeheer, burgers èn bedrijven.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Chequita Ketelaar-Damen, Hoofdredacteur