Interview met Minister Schultz van Haegen over mobiliteit in Nederland

Bron: Ministerie van Infrastructuur en Milieu

1. Het ministerie van Infrastructuur en Milieu is gestart met een nieuwe aanpak om ons land ook in de toekomst bereikbaar te houden via weg, water en spoor. Met het actieprogramma ‘Beter geïnformeerd op weg’ nam u het initiatief tot een gezamenlijke koers en een concrete agenda voor ontwikkeling en innovatie. Het programma Connecting Mobility monitort de ontwikkelingen. Ook het programma Beter Benutten richt zich op het verbeteren van de bereikbaarheid door onder meer het inzetten van slimme technologieën en actuele reisinformatie. Wat zijn de verschillen en de raakvlakken tussen deze programma’s?

‘De hoofdlijn is dat we de bereikbaarheid van Nederland willen verbeteren. En naast aanleg van nieuwe wegen zien we grote kansen op het gebied van verkeersmanagement, slimme verkeersinformatiediensten en zelfrijdend verkeer. We willen voorkomen dat die nieuwe technologie allemaal los van elkaar wordt ontwikkeld. Vandaar dat we de samenwerking zoeken met marktpartijen.

De programma’s hebben verschillende accenten. Beter Geïnformeerd op Weg geeft een meerjarig strategisch perspectief weer: hoe gaan we verkeersinformatie en verkeersmanagement in de komende jaren stapsgewijs veranderen? Hoe ziet de privaat-publieke samenwerking eruit, onder andere op het gebied van investeringen in de periode tot circa 2025?

Het programma Connecting Mobility monitort of we de goede kant op gaan en of we voldoende innoveren, samenwerken en investeren. Het programma Beter Benutten voert in de drukste regio’s, samen met lokaal bestuur en marktpartijen, concrete maatregelen uit om de veiligheid, leefbaarheid en bereikbaarheid te verbeteren. Het gaat hierbij onder andere om projecten waarin informatie- en communicatietechnologie een grote rol spelen. Zogenoemde ITS- en smart mobility projecten. De programma’s werken nauw samen en versterken elkaar.’

2. U kunt niet alleen de bereikbaarheid van Nederland verbeteren. Hoe organiseert u de samenwerking met regionale (en lokale) overheden en het bedrijfsleven?

‘Een goede samenwerking is inderdaad van groot belang om de bereikbaarheid te verbeteren. De aanpak van landelijke knelpunten in de huidige infrastructuur gebeurt in overleg met andere overheden, via een zorgvuldig proces waarbij we ieder jaar praten over het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport. Met het bedrijfsleven en andere overheden werken we daarnaast nauw samen bij de maatregelen die we in verschillende regio’s nemen om de bestaande infrastructuur beter te benutten en de druk tijdens de spits op de weg te verlichten. We hebben een netwerk van 2100 werkgevers die betrokken zijn bij Beter Benutten waarmee we zo’n 180.000 werknemers bereiken. Bedrijven kunnen werknemers bijvoorbeeld stimuleren op een andere manier naar het werk te reizen. Ook kan de transportsector bijvoorbeeld meer goederen over het water vervoeren. Ook daar is nog winst te boeken.’

3. In de praktijk wordt al ervaring opgedaan met zelfrijdende voertuigen. Op welke termijn verwacht u dat de zelfrijdende auto in de winkel staat?

‘Als ik kijk naar de nieuwste modellen dan kun je alleen maar vaststellen dat de transitie naar autonoom rijden nu al is begonnen. Er staan al auto’s in de showroom die remmen als een botsing wordt voorzien en auto’s die bijsturen als er onbedoeld over de lijnen op de weg wordt gereden. Ook kennen we al systemen in auto’s waarmee het verkeer naast en achter de auto in de gaten wordt gehouden waarbij de auto automatisch afstand houdt tot de voorliggende auto.

We staan nu op een belangrijk punt in de mobiliteitsgeschiedenis: het punt dat je de controle volledig overgeeft aan de auto. Dat moet uiteraard zeer zorgvuldig gebeuren.

Ik wil er daarbij voor zorgen dat er geen barrières in regelgeving zijn die het daadwerkelijk in gebruik nemen van deze systemen belemmeren. Zo heb ik de regels aangepast waardoor testen van zelfrijdende auto’s in Nederland op de openbare weg mogelijk is.

We zullen niet in één keer in een volledig zelfrijdende auto stappen die van deur tot deur rijdt. Maar de ontwikkelingen gaan snel, de auto wordt steeds slimmer en we kunnen de nieuwe functies in steeds meer situaties gebruiken.’

4. Op het Nederlands EU-Paviljoen over slimme mobiliteit op Intertraffic Amsterdam 2016 heeft u ook gecommuniceerd dat Nederland koploper wil zijn op het gebied van coöperatieve ITS en slimme mobiliteit. U heeft dat ook meer dan eens laten weten. Hoe maakt u die ambitie waar?

‘Dit doe ik onder meer door waar nodig de regels aan te passen, zodat grootschalig testen met slimme mobiliteitsoplossingen op de Nederlandse wegen mogelijk wordt gemaakt. Bedrijven kunnen via de RDW en een innovatieve Verkeerscentrale hun oplossingen op de weg in het verkeer testen. Er lopen verschillende praktijktesten, bijvoorbeeld in Noord-Brabant op het gebied van smart mobility waarmee we onder andere spookfiles proberen te voorkomen. Verder zijn er nog initiatieven in Amsterdam en bijvoorbeeld het Havengebied Rotterdam.

Ook internationaal zijn we actief. Tijdens het voorzitterschap van de EU hebben we bijvoorbeeld het eerste grensoverschrijdende project met platooning trucks georganiseerd, waarbij vrachtwagens vanuit zes verschillende landen in treintjes naar de Tweede Maasvlakte reden.

En we hebben de zelfrijdende auto’s op de Europese agenda gezet tijdens de informele vergadering van de Europese transportministers in Amsterdam. In de Declaration of Amsterdam hebben de lidstaten, de EU-Commissie en de Europese autofabrikanten afspraken gemaakt over het gezamenlijk doorontwikkelen van zelfrijdend vervoer. We hebben afgesproken dat we in 2019 klaar zijn voor de introductie van de zelfrijdende auto. We zitten nu in het tijdperk van pionieren en innoveren en hanteren daarom een aanpak van learning by doing. Zo kunnen we flexibel blijven inspelen op de nieuwe ontwikkelingen en behouden we onze koppositie.’

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Chequita Ketelaar-Damen, Hoofdredacteur

Interview met Minister Schultz van Haegen over mobiliteit in Nederland | Infrasite

Interview met Minister Schultz van Haegen over mobiliteit in Nederland

Bron: Ministerie van Infrastructuur en Milieu

1. Het ministerie van Infrastructuur en Milieu is gestart met een nieuwe aanpak om ons land ook in de toekomst bereikbaar te houden via weg, water en spoor. Met het actieprogramma ‘Beter geïnformeerd op weg’ nam u het initiatief tot een gezamenlijke koers en een concrete agenda voor ontwikkeling en innovatie. Het programma Connecting Mobility monitort de ontwikkelingen. Ook het programma Beter Benutten richt zich op het verbeteren van de bereikbaarheid door onder meer het inzetten van slimme technologieën en actuele reisinformatie. Wat zijn de verschillen en de raakvlakken tussen deze programma’s?

‘De hoofdlijn is dat we de bereikbaarheid van Nederland willen verbeteren. En naast aanleg van nieuwe wegen zien we grote kansen op het gebied van verkeersmanagement, slimme verkeersinformatiediensten en zelfrijdend verkeer. We willen voorkomen dat die nieuwe technologie allemaal los van elkaar wordt ontwikkeld. Vandaar dat we de samenwerking zoeken met marktpartijen.

De programma’s hebben verschillende accenten. Beter Geïnformeerd op Weg geeft een meerjarig strategisch perspectief weer: hoe gaan we verkeersinformatie en verkeersmanagement in de komende jaren stapsgewijs veranderen? Hoe ziet de privaat-publieke samenwerking eruit, onder andere op het gebied van investeringen in de periode tot circa 2025?

Het programma Connecting Mobility monitort of we de goede kant op gaan en of we voldoende innoveren, samenwerken en investeren. Het programma Beter Benutten voert in de drukste regio’s, samen met lokaal bestuur en marktpartijen, concrete maatregelen uit om de veiligheid, leefbaarheid en bereikbaarheid te verbeteren. Het gaat hierbij onder andere om projecten waarin informatie- en communicatietechnologie een grote rol spelen. Zogenoemde ITS- en smart mobility projecten. De programma’s werken nauw samen en versterken elkaar.’

2. U kunt niet alleen de bereikbaarheid van Nederland verbeteren. Hoe organiseert u de samenwerking met regionale (en lokale) overheden en het bedrijfsleven?

‘Een goede samenwerking is inderdaad van groot belang om de bereikbaarheid te verbeteren. De aanpak van landelijke knelpunten in de huidige infrastructuur gebeurt in overleg met andere overheden, via een zorgvuldig proces waarbij we ieder jaar praten over het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport. Met het bedrijfsleven en andere overheden werken we daarnaast nauw samen bij de maatregelen die we in verschillende regio’s nemen om de bestaande infrastructuur beter te benutten en de druk tijdens de spits op de weg te verlichten. We hebben een netwerk van 2100 werkgevers die betrokken zijn bij Beter Benutten waarmee we zo’n 180.000 werknemers bereiken. Bedrijven kunnen werknemers bijvoorbeeld stimuleren op een andere manier naar het werk te reizen. Ook kan de transportsector bijvoorbeeld meer goederen over het water vervoeren. Ook daar is nog winst te boeken.’

3. In de praktijk wordt al ervaring opgedaan met zelfrijdende voertuigen. Op welke termijn verwacht u dat de zelfrijdende auto in de winkel staat?

‘Als ik kijk naar de nieuwste modellen dan kun je alleen maar vaststellen dat de transitie naar autonoom rijden nu al is begonnen. Er staan al auto’s in de showroom die remmen als een botsing wordt voorzien en auto’s die bijsturen als er onbedoeld over de lijnen op de weg wordt gereden. Ook kennen we al systemen in auto’s waarmee het verkeer naast en achter de auto in de gaten wordt gehouden waarbij de auto automatisch afstand houdt tot de voorliggende auto.

We staan nu op een belangrijk punt in de mobiliteitsgeschiedenis: het punt dat je de controle volledig overgeeft aan de auto. Dat moet uiteraard zeer zorgvuldig gebeuren.

Ik wil er daarbij voor zorgen dat er geen barrières in regelgeving zijn die het daadwerkelijk in gebruik nemen van deze systemen belemmeren. Zo heb ik de regels aangepast waardoor testen van zelfrijdende auto’s in Nederland op de openbare weg mogelijk is.

We zullen niet in één keer in een volledig zelfrijdende auto stappen die van deur tot deur rijdt. Maar de ontwikkelingen gaan snel, de auto wordt steeds slimmer en we kunnen de nieuwe functies in steeds meer situaties gebruiken.’

4. Op het Nederlands EU-Paviljoen over slimme mobiliteit op Intertraffic Amsterdam 2016 heeft u ook gecommuniceerd dat Nederland koploper wil zijn op het gebied van coöperatieve ITS en slimme mobiliteit. U heeft dat ook meer dan eens laten weten. Hoe maakt u die ambitie waar?

‘Dit doe ik onder meer door waar nodig de regels aan te passen, zodat grootschalig testen met slimme mobiliteitsoplossingen op de Nederlandse wegen mogelijk wordt gemaakt. Bedrijven kunnen via de RDW en een innovatieve Verkeerscentrale hun oplossingen op de weg in het verkeer testen. Er lopen verschillende praktijktesten, bijvoorbeeld in Noord-Brabant op het gebied van smart mobility waarmee we onder andere spookfiles proberen te voorkomen. Verder zijn er nog initiatieven in Amsterdam en bijvoorbeeld het Havengebied Rotterdam.

Ook internationaal zijn we actief. Tijdens het voorzitterschap van de EU hebben we bijvoorbeeld het eerste grensoverschrijdende project met platooning trucks georganiseerd, waarbij vrachtwagens vanuit zes verschillende landen in treintjes naar de Tweede Maasvlakte reden.

En we hebben de zelfrijdende auto’s op de Europese agenda gezet tijdens de informele vergadering van de Europese transportministers in Amsterdam. In de Declaration of Amsterdam hebben de lidstaten, de EU-Commissie en de Europese autofabrikanten afspraken gemaakt over het gezamenlijk doorontwikkelen van zelfrijdend vervoer. We hebben afgesproken dat we in 2019 klaar zijn voor de introductie van de zelfrijdende auto. We zitten nu in het tijdperk van pionieren en innoveren en hanteren daarom een aanpak van learning by doing. Zo kunnen we flexibel blijven inspelen op de nieuwe ontwikkelingen en behouden we onze koppositie.’

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Chequita Ketelaar-Damen, Hoofdredacteur