Annemieke Nijhof: Meer afstemming nodig tussen specialismen water, groen en weg

Annemieke Nijhof - Fotograaf Gerhard Witteveen

Interview met Annemieke Nijhof. Zij spreekt op de CROW Infradagen 2016 over het thema de klimaatbestendige stad.

Annemieke Nijhof is CEO van advies- en ingenieursbureau Tauw.

1. Wat is volgens u een klimaatbestendige stad?

Een klimaatbestendige stad is een stad waar over de gevolgen van klimaatveranderingen is nagedacht en waar bij (her)inrichting zo goed als mogelijk rekening wordt gehouden met die klimaatveranderingen. Dat betekent rekening houden met wateroverlast, overstromingen, verdroging en hitte. In de praktijk komt dat veelal neer op ruimte voor extreme neerslag op het maaiveld (meer waterberging tussen de stoepen, ruimte voor water in het groen), meer mogelijkheden om water te infiltreren, om het grondwater aan te vullen en voldoende bomen in de straten om schaduw te bieden.

Het creëren van ruimte voor water en groen en het groeien van bomen kost tijd, dus in de inrichting moeten we rekening houden met de toekomstige situatie – natter, heter, droger.

2. Het klimaat verandert. Het weer wordt extremer. Maar hoe het weer er over 20 jaar precies uitziet, is onduidelijk. Hoe voorkomt een stad dat het te veel of te weinig investeert in klimaatbestendigheid?

Twee dingen hierover. Ten eerste hoeft het klimaatbestendig inrichten helemaal niet duurder te zijn dan een reguliere inrichting. Onderzoek aan de hogeschool Amsterdam door twee van mijn collega’s (Jeroen Kluck en Ronald Wentink) laat dat zien. Door mee te liften met herinrichting van straten en wijken kan binnen het reguliere budget van riolering, weg en groen heel veel klimaatbestendig worden gemaakt.

Ten tweede is het uiteindelijk een keuze van de kwaliteit van de leefomgeving. Een goede, aantrekkelijke leefomgeving levert ook veel waarde op. Klimaatbestendigheid gaat eenvoudig hand in hand met een aantrekkelijke groene inrichting. De kosten moeten niet sec aan het klimaatbestendig maken worden toegeschreven.

3. Wat zijn volgens u de grootste praktische problemen op bestuurlijk, civieltechnisch en financieel vlak waarmee steden in aanraking komen in het proces om klimaatbestendiger ter worden? Kunt u oplossingen noemen?

Een praktisch probleem is de versnippering in onderwerpen en opdrachten. Naarmate gemeenten groter worden, is het lastiger belangen van verschillende afdelingen af te stemmen. Afstemming tussen alle werkvelden die met ruimtelijke inrichting bezig zijn, is nodig. Mogelijk moet met fondsen worden geschoven. Als om wateroverlast te voorkomen een park anders moet worden ingericht of de weg een doorlatende verharding moet krijgen, dan zou dat vanuit de riolering betaald kunnen worden. Ook in projecten is het lastig. Als Tauw een opdracht krijgt om te adviseren over een rioolvervanging, is het vaak niet meer mogelijk (of binnen het project niet wenselijk) om aan het project een afweging van klimaatbestendigheid toe te voegen. Gemeenten zouden daarom bij ingrepen in riolering en herinrichting van straten tijdig de klimaatbestendigheid moeten afwegen. Bijvoorbeeld in een soort watertoets.

Het gaat om de leefbaarheid van de stad. De inrichting ondersteunt het leven en werken in de stad. Klimaatbestendigheid is daarin enerzijds een nieuwe uitdaging, anderzijds een kans om de bewoners en gebruikers van de stad te betrekken bij de inrichting. Want mensen snappen dat er vanwege het klimaat iets moet veranderen. Die verandering kun je gebruiken om de stad aantrekkelijker te maken.

4. Hoe verandert door de klimaatveranderingen het beheer van de openbare ruimte voor gemeenten?

Er is meer afstemming tussen of integratie van verschillende specialismen nodig (water/groen/weg), omdat ze met elkaar één doel dienen: een goed functionerende, aantrekkelijke openbare ruimte. Wellicht is daarvoor ook afstemming van budgetten nodig.

5. Oplossingen voor wateroverlast in steden staan niet los van hoogwaterbescherming door het Rijk, provincies en waterschappen. Hoe kunnen deze elkaar versterken?

Aangezien dit allemaal over waterextremen gaat, zullen burgers het als één onderwerp zien (professionals vinden het al moeilijk een en ander uit elkaar te houden). Daarom is het nodig dat de verschillende partijen zoveel mogelijk één verhaal vertellen over maatregelen die wateroverlast en overstromingen voorkomen of beperken, en hoe we beter met klimaatveranderingen om kunnen gaan.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Chequita Ketelaar-Damen, Hoofdredacteur

Annemieke Nijhof: Meer afstemming nodig tussen specialismen water, groen en weg | Infrasite

Annemieke Nijhof: Meer afstemming nodig tussen specialismen water, groen en weg

Annemieke Nijhof - Fotograaf Gerhard Witteveen

Interview met Annemieke Nijhof. Zij spreekt op de CROW Infradagen 2016 over het thema de klimaatbestendige stad.

Annemieke Nijhof is CEO van advies- en ingenieursbureau Tauw.

1. Wat is volgens u een klimaatbestendige stad?

Een klimaatbestendige stad is een stad waar over de gevolgen van klimaatveranderingen is nagedacht en waar bij (her)inrichting zo goed als mogelijk rekening wordt gehouden met die klimaatveranderingen. Dat betekent rekening houden met wateroverlast, overstromingen, verdroging en hitte. In de praktijk komt dat veelal neer op ruimte voor extreme neerslag op het maaiveld (meer waterberging tussen de stoepen, ruimte voor water in het groen), meer mogelijkheden om water te infiltreren, om het grondwater aan te vullen en voldoende bomen in de straten om schaduw te bieden.

Het creëren van ruimte voor water en groen en het groeien van bomen kost tijd, dus in de inrichting moeten we rekening houden met de toekomstige situatie – natter, heter, droger.

2. Het klimaat verandert. Het weer wordt extremer. Maar hoe het weer er over 20 jaar precies uitziet, is onduidelijk. Hoe voorkomt een stad dat het te veel of te weinig investeert in klimaatbestendigheid?

Twee dingen hierover. Ten eerste hoeft het klimaatbestendig inrichten helemaal niet duurder te zijn dan een reguliere inrichting. Onderzoek aan de hogeschool Amsterdam door twee van mijn collega’s (Jeroen Kluck en Ronald Wentink) laat dat zien. Door mee te liften met herinrichting van straten en wijken kan binnen het reguliere budget van riolering, weg en groen heel veel klimaatbestendig worden gemaakt.

Ten tweede is het uiteindelijk een keuze van de kwaliteit van de leefomgeving. Een goede, aantrekkelijke leefomgeving levert ook veel waarde op. Klimaatbestendigheid gaat eenvoudig hand in hand met een aantrekkelijke groene inrichting. De kosten moeten niet sec aan het klimaatbestendig maken worden toegeschreven.

3. Wat zijn volgens u de grootste praktische problemen op bestuurlijk, civieltechnisch en financieel vlak waarmee steden in aanraking komen in het proces om klimaatbestendiger ter worden? Kunt u oplossingen noemen?

Een praktisch probleem is de versnippering in onderwerpen en opdrachten. Naarmate gemeenten groter worden, is het lastiger belangen van verschillende afdelingen af te stemmen. Afstemming tussen alle werkvelden die met ruimtelijke inrichting bezig zijn, is nodig. Mogelijk moet met fondsen worden geschoven. Als om wateroverlast te voorkomen een park anders moet worden ingericht of de weg een doorlatende verharding moet krijgen, dan zou dat vanuit de riolering betaald kunnen worden. Ook in projecten is het lastig. Als Tauw een opdracht krijgt om te adviseren over een rioolvervanging, is het vaak niet meer mogelijk (of binnen het project niet wenselijk) om aan het project een afweging van klimaatbestendigheid toe te voegen. Gemeenten zouden daarom bij ingrepen in riolering en herinrichting van straten tijdig de klimaatbestendigheid moeten afwegen. Bijvoorbeeld in een soort watertoets.

Het gaat om de leefbaarheid van de stad. De inrichting ondersteunt het leven en werken in de stad. Klimaatbestendigheid is daarin enerzijds een nieuwe uitdaging, anderzijds een kans om de bewoners en gebruikers van de stad te betrekken bij de inrichting. Want mensen snappen dat er vanwege het klimaat iets moet veranderen. Die verandering kun je gebruiken om de stad aantrekkelijker te maken.

4. Hoe verandert door de klimaatveranderingen het beheer van de openbare ruimte voor gemeenten?

Er is meer afstemming tussen of integratie van verschillende specialismen nodig (water/groen/weg), omdat ze met elkaar één doel dienen: een goed functionerende, aantrekkelijke openbare ruimte. Wellicht is daarvoor ook afstemming van budgetten nodig.

5. Oplossingen voor wateroverlast in steden staan niet los van hoogwaterbescherming door het Rijk, provincies en waterschappen. Hoe kunnen deze elkaar versterken?

Aangezien dit allemaal over waterextremen gaat, zullen burgers het als één onderwerp zien (professionals vinden het al moeilijk een en ander uit elkaar te houden). Daarom is het nodig dat de verschillende partijen zoveel mogelijk één verhaal vertellen over maatregelen die wateroverlast en overstromingen voorkomen of beperken, en hoe we beter met klimaatveranderingen om kunnen gaan.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Chequita Ketelaar-Damen, Hoofdredacteur