Jan Koers, Directeur Intraffic: ‘Beter spoor door topcorridors en meer intercity’s’

3289 logo Dag van de Rail 2014 Heading

Interview Jan Koers, Directeur Intraffic, naar aanleiding van de Dag van de Rail op 19 juni 2014 in ’s-Hertogenbosch.



Op onze vraag wat er bovenaan de spooragenda zou staan als er geen crisis was antwoordt de heer Koers, directeur van InTraffic, dat er iedere 10 minuten een IC zou moeten rijden. De netto reistijd voor de grotere afstanden wordt hierdoor gereduceerd (wachttijden worden kleiner). En bij een slimme realisatie hiervan kan ook de treinenloop meer ontkoppeld worden, zodat de verstoringen afnemen. Op deze manier wordt het spoor aantrekkelijker voor automobilisten. Daarnaast zouden er volgens hem enkele ‘topcorridors’ moeten komen, waar hogesnelheidstreinen rijden. Dat verminderd niet alleen de reistijd, maar heeft ook internationale aantrekkingskracht. Koers denkt dat reizigers die nu nog per vliegtuig tussen Europese steden reizen, dan sneller geneigd zijn de trein te pakken.

Om de veiligheid op het spoor verder te verbeteren zou het Europese veiligheidssysteem ERTMS versneld uitgerold moeten worden. Koers zegt: ‘ERTMS biedt de mogelijkheid om meer treinen per uur per richting te laten rijden. Met het huidige conventionele systeem is de capaciteit afhankelijk van de “slechtste” trein. Dit is vaak een zware goederentrein. Met ERTMS wordt ook PHS makkelijker haalbaar.”

De redactie van het NIB werpt de stelling op dat er de komende jaren meer nodig is dan de huidige visie van de NS, ProRail en het ministerie van I&M. Koers antwoordt daarop: “Er is geen aandacht voor multimodaal reizen. Echt multimodaal reizen betekent dat ook fiets en auto volledig zijn opgenomen in het reisconcept. Spoor/OV en auto zijn 2 nagenoeg gescheiden werelden. “Dag van de Rail” heet niet “Dag van de Reis”. Het programma van het ministerie van I&M “Beter geïnformeerd op weg” richt zich alleen op de “weg” en laat het OV links liggen. Het NCOV-congres praat niet over auto’s. Dat zijn allemaal gemiste kansen in mijn ogen. Het aantal P&R-locaties neemt langzaam toe, maar het stimuleren van het gebruikt blijft achterwege. Promotie hiervan en goede ondersteuning met reisplanners en informatie gebeurt (nog) niet. Het moet aantrekkelijk en gemakkelijk gemaakt worden. Dat kan bijvoorbeeld door de kosten van P&R inzichtelijk te maken. Het is reizigers nu vaak niet duidelijk wat de kosten zijn van parkeren bij een P&R locatie, dit is per locatie ook verschillend en in de randstad vaak ronduit duur. Vaak zijn er voordelige NS tarieven, maar de OV-chipkaart kan je niet gebruiken, vaak wordt hierdoor toch het duurdere tarief betaald.”

Koers vervolgt: “De NS, ProRail en I&M zouden een gezamenlijke visie op moeten stellen en daar ook naar handelen. In de notitie van Bierman, vooral hoofdstuk 3 (spoorsysteem vereist integrale regie) geeft mooi aan welke lastige onderwerpen er zijn. Zonder integrale regie wordt dit lastig realiseerbaar. In de LTSA, met onder meer dit rapport, wordt wel een goede aanzet voor samenwerking tussen NS en ProRail geschetst. Echter de memo van Bierman geeft wat mij betreft aan: we hebben wel mooie plannen, maar door de individuele doelstellingen die we hebben wordt dit haast een onmogelijkheid om dit gerealiseerd te krijgen.”

Er gaan stemmen op om de actuele data van het spoor openbaar te maken. OP de vraag wat Koers dan zou doen zegt hij: “De vlag uitsteken”. Wel stelt Koers dat ‘de kwaliteit van de data dan goed moet zijn, zodat er echt toegevoegde waarde komt op het gebied van tijdigheid, volledigheid en betrouwbaarheid. “Helaas moeten we vaststellen dat in geval van verstoringen en calamiteiten de positiedata niet meer beschikbaar is en reisinfosystemen van het spoor niet betrouwbaar zijn. Juist op die momenten wil je dat goede data voorhanden is. Data open stellen is een politiek/bestuurlijke keuze; kan morgen geregeld worden. Kwaliteit van de data is een technische maatregel/investering; kost iets meer, maar acceptabel.”

Voor de toekomst ziet Koers nog interessante mogelijkheden voor het toepassen van de data: “ Als we actuele en betrouwbare spoordata hebben, dan wordt het zeer interessant om on-trip multimodale reisplanners/navigatiesystemen te hebben, in de auto: “stap over op trein, je bent eerder op bestemming”.

Jan Koers is spreker op de Dag van de Rail.

Dit interview is eerder gepubliceerd in het NIB Blog.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: NIB

Jan Koers, Directeur Intraffic: ‘Beter spoor door topcorridors en meer intercity’s’ | Infrasite

Jan Koers, Directeur Intraffic: ‘Beter spoor door topcorridors en meer intercity’s’

3289 logo Dag van de Rail 2014 Heading

Interview Jan Koers, Directeur Intraffic, naar aanleiding van de Dag van de Rail op 19 juni 2014 in ’s-Hertogenbosch.



Op onze vraag wat er bovenaan de spooragenda zou staan als er geen crisis was antwoordt de heer Koers, directeur van InTraffic, dat er iedere 10 minuten een IC zou moeten rijden. De netto reistijd voor de grotere afstanden wordt hierdoor gereduceerd (wachttijden worden kleiner). En bij een slimme realisatie hiervan kan ook de treinenloop meer ontkoppeld worden, zodat de verstoringen afnemen. Op deze manier wordt het spoor aantrekkelijker voor automobilisten. Daarnaast zouden er volgens hem enkele ‘topcorridors’ moeten komen, waar hogesnelheidstreinen rijden. Dat verminderd niet alleen de reistijd, maar heeft ook internationale aantrekkingskracht. Koers denkt dat reizigers die nu nog per vliegtuig tussen Europese steden reizen, dan sneller geneigd zijn de trein te pakken.

Om de veiligheid op het spoor verder te verbeteren zou het Europese veiligheidssysteem ERTMS versneld uitgerold moeten worden. Koers zegt: ‘ERTMS biedt de mogelijkheid om meer treinen per uur per richting te laten rijden. Met het huidige conventionele systeem is de capaciteit afhankelijk van de “slechtste” trein. Dit is vaak een zware goederentrein. Met ERTMS wordt ook PHS makkelijker haalbaar.”

De redactie van het NIB werpt de stelling op dat er de komende jaren meer nodig is dan de huidige visie van de NS, ProRail en het ministerie van I&M. Koers antwoordt daarop: “Er is geen aandacht voor multimodaal reizen. Echt multimodaal reizen betekent dat ook fiets en auto volledig zijn opgenomen in het reisconcept. Spoor/OV en auto zijn 2 nagenoeg gescheiden werelden. “Dag van de Rail” heet niet “Dag van de Reis”. Het programma van het ministerie van I&M “Beter geïnformeerd op weg” richt zich alleen op de “weg” en laat het OV links liggen. Het NCOV-congres praat niet over auto’s. Dat zijn allemaal gemiste kansen in mijn ogen. Het aantal P&R-locaties neemt langzaam toe, maar het stimuleren van het gebruikt blijft achterwege. Promotie hiervan en goede ondersteuning met reisplanners en informatie gebeurt (nog) niet. Het moet aantrekkelijk en gemakkelijk gemaakt worden. Dat kan bijvoorbeeld door de kosten van P&R inzichtelijk te maken. Het is reizigers nu vaak niet duidelijk wat de kosten zijn van parkeren bij een P&R locatie, dit is per locatie ook verschillend en in de randstad vaak ronduit duur. Vaak zijn er voordelige NS tarieven, maar de OV-chipkaart kan je niet gebruiken, vaak wordt hierdoor toch het duurdere tarief betaald.”

Koers vervolgt: “De NS, ProRail en I&M zouden een gezamenlijke visie op moeten stellen en daar ook naar handelen. In de notitie van Bierman, vooral hoofdstuk 3 (spoorsysteem vereist integrale regie) geeft mooi aan welke lastige onderwerpen er zijn. Zonder integrale regie wordt dit lastig realiseerbaar. In de LTSA, met onder meer dit rapport, wordt wel een goede aanzet voor samenwerking tussen NS en ProRail geschetst. Echter de memo van Bierman geeft wat mij betreft aan: we hebben wel mooie plannen, maar door de individuele doelstellingen die we hebben wordt dit haast een onmogelijkheid om dit gerealiseerd te krijgen.”

Er gaan stemmen op om de actuele data van het spoor openbaar te maken. OP de vraag wat Koers dan zou doen zegt hij: “De vlag uitsteken”. Wel stelt Koers dat ‘de kwaliteit van de data dan goed moet zijn, zodat er echt toegevoegde waarde komt op het gebied van tijdigheid, volledigheid en betrouwbaarheid. “Helaas moeten we vaststellen dat in geval van verstoringen en calamiteiten de positiedata niet meer beschikbaar is en reisinfosystemen van het spoor niet betrouwbaar zijn. Juist op die momenten wil je dat goede data voorhanden is. Data open stellen is een politiek/bestuurlijke keuze; kan morgen geregeld worden. Kwaliteit van de data is een technische maatregel/investering; kost iets meer, maar acceptabel.”

Voor de toekomst ziet Koers nog interessante mogelijkheden voor het toepassen van de data: “ Als we actuele en betrouwbare spoordata hebben, dan wordt het zeer interessant om on-trip multimodale reisplanners/navigatiesystemen te hebben, in de auto: “stap over op trein, je bent eerder op bestemming”.

Jan Koers is spreker op de Dag van de Rail.

Dit interview is eerder gepubliceerd in het NIB Blog.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Neem nu een Infrasite Premium abonnement voor € 12,- per maand.

ABONNEREn

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: NIB