Interview Robbert de Ridder, directeur BAM Infra Asset Management over beheer en onderhoud in infra

Robbert de Ridder, directeur BAM Infra Asset Management BV

Interview met Robbert de Ridder, directeur BAM Infra Asset Management BV over beheer en onderhoud in de infra naar aanleiding van de Nationale Conferentie Beheer en Onderhoud van Infrastructuur op 19 maart 2014 in Nieuwegein.

1. De samenwerking tussen contractpartners in de infra verandert. Is er een samenwerkingsvorm die met betrekking tot beheer en onderhoud uw voorkeur geniet? Kunt u dat uitleggen?

Deze vraag interpreteer ik op 2 wijzen. Allereerst de contractuele interpretatie. Wij zien in de markt 3 contractvormen waarin het beheer & onderhoud is gegoten: de PGO- of prestatiecontracten, de DCM-contracten en de DBFM-contracten. In alle 3 de contractvormen is er sprake van een langdurige periode waarin je als aannemer verantwoordelijk bent voor de prestatie van de infra. Mijn voorkeur is een langdurig onderhoudscontract waardoor je een langdurige relatie met je opdrachtgever kunt opbouwen en (mee-) investeren in de assets. Mijn advies is wel aan de opdrachtgevers om een paar gezonde prikkels in te bouwen opdat de aannemer blijft presteren. De 2e interpretatie is de wijze van samenwerken, zeg maar de zachte kant. Dit is van toepassing binnen de combinaties én met de opdrachtgever. Ik sta voor een goede samenwerking mét behoud van eenieders eigen verantwoordelijkheid. Samenwerking begint met vertrouwen en dat verlangt openheid en transparantie.

2. Welke voordelen biedt omgevingsmanagement met betrekking tot onderhoudsprojecten?

Omgevingsmanagement biedt dezelfde voordelen voor onderhoudsprojecten als voor ontwerp- en realisatieprojecten. Het enige verschil is dat een project kort en krachtig is en beheer & onderhoud lang en duurzaam.

3. Poort van Bunnik, een samenwerking tussen BAM PPP, BAM Wegen, BAM Civiel en BAM Infratechniek, is betrokken bij het project PPS-A12 waarin het beheer en onderhoud is opgenomen in het DBFM-contract. Wat zijn uw ervaringen met het beheer en onderhoud van dat project in de praktijk in relatie tot het contract?

Bij een DBFM-contract dient men een onderscheid te maken tussen de Engineering Procurement Construction-fase (EPC-fase) en de MainTenance Company (MTC-fase). In de EPC-fase wordt het onderhoud verricht door de MTC onder verantwoordelijkheid van de EPC. In de MTC-fase is de MTC verantwoordelijk en voert deze ook uit. En dan is er nog een belangrijke transitie tussen EPC en MTC. Is het areaal overhandigd door de EPC aan de MTC dan is beheer & onderhoud redelijk routinematig. Dan speelt wel mee op welke wijze activiteiten zijn gecontracteerd aan derden: zijn zij een partner en hebben zij dezelfde belangen of zien zij zichzelf als onderaannemer? De transitiefase tussen EPC en MTC is altijd spannend: krijg ik wat ik aan kwaliteit heb verwacht of ga ik hogere onderhoudskosten maken? BAM past, op basis van haar ruime ervaring, meer een zwaluwstaart-model toe: EPC en MTC werken nauw samen naar de overdracht. Geen verrassingen meer.  

4. Planning van beheer en onderhoud van infra krijgt steeds meer aandacht. Op welke wijze is planning in de praktijk van belang voor onderhoud?

Planning is alles. Het beheer & onderhoud van infra is heden ten dagen multidisciplinair. De beroepsvaart wil niet lastig gevallen worden op maandag vanwege betonreparaties, op woensdag vanwege onderhoud aan de aandrijvingen van de sluisdeuren en vrijdag vanwege het achterstallig maaiwerk. Bij DBFM-contracten is het aantal dagen of nachten dat je onderhoud mag plegen aan de infra  beperkt. Een goede werkvoorbereider multidiscipinair zorgt er voor dat, in het beperkt aantal nachten, al het onderhoud wordt uitgevoerd.

5. Goede informatie is van belang voor goed onderhoud. Hoe belangrijk is het delen van informatie tussen contractpartners?

Mijn eerste reactie is dat het belangrijk is dat contractpartners informatie met elkaar delen. Uiteindelijk is er sprake van een asset owner, een asset manager en een service provider. Wat in deze situatie wel een rol speelt, zijn de contractuele afspraken in deze. Mijn tweede reactie is een verbijzondering namelijk om welke informatie gaat het? Informatie over de configuratie van de infra zal altijd betrouwbaar moeten zijn en gedeeld moeten worden. Maar de innovatieve of efficiënte wijze waarop een en ander onderhouden wordt, is concurrentiegevoelig. Met andere woorden, deel ik al mijn onderhoudsconcepten met mijn opdrachtgever? Maar wil de opdrachtgever dit ook allemaal weten? De laatste is zeker een discussie waard.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Chequita Ketelaar-Damen, Hoofdredacteur Infrasite

Interview Robbert de Ridder, directeur BAM Infra Asset Management over beheer en onderhoud in infra | Infrasite

Interview Robbert de Ridder, directeur BAM Infra Asset Management over beheer en onderhoud in infra

Robbert de Ridder, directeur BAM Infra Asset Management BV

Interview met Robbert de Ridder, directeur BAM Infra Asset Management BV over beheer en onderhoud in de infra naar aanleiding van de Nationale Conferentie Beheer en Onderhoud van Infrastructuur op 19 maart 2014 in Nieuwegein.

1. De samenwerking tussen contractpartners in de infra verandert. Is er een samenwerkingsvorm die met betrekking tot beheer en onderhoud uw voorkeur geniet? Kunt u dat uitleggen?

Deze vraag interpreteer ik op 2 wijzen. Allereerst de contractuele interpretatie. Wij zien in de markt 3 contractvormen waarin het beheer & onderhoud is gegoten: de PGO- of prestatiecontracten, de DCM-contracten en de DBFM-contracten. In alle 3 de contractvormen is er sprake van een langdurige periode waarin je als aannemer verantwoordelijk bent voor de prestatie van de infra. Mijn voorkeur is een langdurig onderhoudscontract waardoor je een langdurige relatie met je opdrachtgever kunt opbouwen en (mee-) investeren in de assets. Mijn advies is wel aan de opdrachtgevers om een paar gezonde prikkels in te bouwen opdat de aannemer blijft presteren. De 2e interpretatie is de wijze van samenwerken, zeg maar de zachte kant. Dit is van toepassing binnen de combinaties én met de opdrachtgever. Ik sta voor een goede samenwerking mét behoud van eenieders eigen verantwoordelijkheid. Samenwerking begint met vertrouwen en dat verlangt openheid en transparantie.

2. Welke voordelen biedt omgevingsmanagement met betrekking tot onderhoudsprojecten?

Omgevingsmanagement biedt dezelfde voordelen voor onderhoudsprojecten als voor ontwerp- en realisatieprojecten. Het enige verschil is dat een project kort en krachtig is en beheer & onderhoud lang en duurzaam.

3. Poort van Bunnik, een samenwerking tussen BAM PPP, BAM Wegen, BAM Civiel en BAM Infratechniek, is betrokken bij het project PPS-A12 waarin het beheer en onderhoud is opgenomen in het DBFM-contract. Wat zijn uw ervaringen met het beheer en onderhoud van dat project in de praktijk in relatie tot het contract?

Bij een DBFM-contract dient men een onderscheid te maken tussen de Engineering Procurement Construction-fase (EPC-fase) en de MainTenance Company (MTC-fase). In de EPC-fase wordt het onderhoud verricht door de MTC onder verantwoordelijkheid van de EPC. In de MTC-fase is de MTC verantwoordelijk en voert deze ook uit. En dan is er nog een belangrijke transitie tussen EPC en MTC. Is het areaal overhandigd door de EPC aan de MTC dan is beheer & onderhoud redelijk routinematig. Dan speelt wel mee op welke wijze activiteiten zijn gecontracteerd aan derden: zijn zij een partner en hebben zij dezelfde belangen of zien zij zichzelf als onderaannemer? De transitiefase tussen EPC en MTC is altijd spannend: krijg ik wat ik aan kwaliteit heb verwacht of ga ik hogere onderhoudskosten maken? BAM past, op basis van haar ruime ervaring, meer een zwaluwstaart-model toe: EPC en MTC werken nauw samen naar de overdracht. Geen verrassingen meer.  

4. Planning van beheer en onderhoud van infra krijgt steeds meer aandacht. Op welke wijze is planning in de praktijk van belang voor onderhoud?

Planning is alles. Het beheer & onderhoud van infra is heden ten dagen multidisciplinair. De beroepsvaart wil niet lastig gevallen worden op maandag vanwege betonreparaties, op woensdag vanwege onderhoud aan de aandrijvingen van de sluisdeuren en vrijdag vanwege het achterstallig maaiwerk. Bij DBFM-contracten is het aantal dagen of nachten dat je onderhoud mag plegen aan de infra  beperkt. Een goede werkvoorbereider multidiscipinair zorgt er voor dat, in het beperkt aantal nachten, al het onderhoud wordt uitgevoerd.

5. Goede informatie is van belang voor goed onderhoud. Hoe belangrijk is het delen van informatie tussen contractpartners?

Mijn eerste reactie is dat het belangrijk is dat contractpartners informatie met elkaar delen. Uiteindelijk is er sprake van een asset owner, een asset manager en een service provider. Wat in deze situatie wel een rol speelt, zijn de contractuele afspraken in deze. Mijn tweede reactie is een verbijzondering namelijk om welke informatie gaat het? Informatie over de configuratie van de infra zal altijd betrouwbaar moeten zijn en gedeeld moeten worden. Maar de innovatieve of efficiënte wijze waarop een en ander onderhouden wordt, is concurrentiegevoelig. Met andere woorden, deel ik al mijn onderhoudsconcepten met mijn opdrachtgever? Maar wil de opdrachtgever dit ook allemaal weten? De laatste is zeker een discussie waard.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Chequita Ketelaar-Damen, Hoofdredacteur Infrasite