Interview met minister Melanie Schultz van Haegen over het project ‘Multimodale Reisinformatie’

Bron: Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Het project ‘Multimodale Reisinformatie’ van het ministerie van Infrastructuur en Milieu en vijf regio’s komt binnenkort beschikbaar.

1. Wat is het doel van het huidige project?

Voorop staat dat we het reizen met het OV makkelijker en aantrekkelijker willen maken. Een cruciaal onderdeel daarvan is reisinformatie. Op dat gebied valt winst te maken. Het kan nog veel persoonlijker, real time en er is nog weinig variatie in het aanbod. We willen bijvoorbeeld dat mensen hun reis goed kunnen plannen, dat ze onderweg een attendering krijgen als er een trein of bus uitvalt en dat ze dan worden gewezen op alternatieven. Kort gezegd is er een gat tussen wat reizigers willen en wat de markt op dit moment biedt. Dat gat willen we overbruggen met de ontwikkeling van meerdere OV-reisplanners.

Met het project Multimodale Reisinformatie willen we daar een boost aan geven. Dit samenwerkingsverband tussen markt en overheid moet de technische basis opleveren waarop service providers straks hun diensten – apps – kunnen ontwikkelen. Wij willen er zo voor zorgen dat het aantal aanbieders stijgt, zodat een gezonde concurrerende markt ontstaat en productontwikkeling een blijvende impuls krijgt. De reiziger reist hierdoor vlotter van A naar B en dat komt de bereikbaarheid ook ten goede.

Het project moet ook iets opleveren voor de markt, voor onze economie. Namelijk gezonde business cases die daadwerkelijk leiden tot een groter dienstenaanbod aan reizigers.

2. IenM en vijf regio’s investeren in nieuwe reisplanners. Waarin zit de verbetering ten opzichte van de huidige situatie?

Kortgezegd worden de nieuwe planners dynamischer en persoonlijker. Dynamischer doordat bijvoorbeeld alle OV vervoerswijzen en vervoerders worden ingevoerd, de geplande werkzaamheden en ongeplande verstoringen, en er komt een bewakings en adviesfunctie zodat je onderweg eventuele keuzes kunt maken.

Voor reizigers biedt dit het voordeel dat ze altijd kunnen plannen op basis van de meest actuele data, zowel voorafgaand als tijdens de reis. Dat betekent betere reisadviezen die rekening houden met de actuele situatie in het gehele OV (bus, tram, metro, trein).

Daarnaast wordt de nieuwe generatie planners persoonlijker doordat reizigers eigen voorkeuren in kunnen voeren. Denk hierbij aan routes, soort OV, kom je met auto of fiets naar het station, op welke tijden reis je meestal en hoe wil je onderweg op de hoogte worden gehouden.

3. De reiziger maakt tijdens zijn reis vaak gebruik van meerdere modaliteiten (ketenmobiliteit) en wil deze op elkaar kunnen afstemmen. Bevatten deze reisplanners informatie over andere modaliteiten als taxi, auto en fiets?

Zo niet, waarom?

Ja, de planners bevatten uiteindelijk informatie over meer modaliteiten dan alleen het OV. Ik zeg uiteindelijk omdat die ontwikkeling stapsgewijs gaat. Op dit moment wordt vooral gewerkt aan het verbeteren van de OV-planners. We willen hiermee in september 2013 een flinke stap hebben gezet, met onder andere een bewakingsfunctionaliteit, waarmee de reiziger een seintje krijgt als er een verandering optreedt.

Verder zal naar verwachting het voor- en natransport – dus of je met auto of fiets naar station komt – eind februari 2014 kunnen worden toegevoegd. Daarna volgt dan de tariefinformatie en parkeerinformatie. Dat zijn al interessante sprongen vooruit, maar vraagt wel wat voorbereiding. Reizigers met een e-bike kunnen bijvoorbeeld een langer traject naar een OV-locatie afleggen, dan iemand met een gewone fiets. Dit soort gegevens moeten uiteindelijk door de planners verwerkt kunnen worden. In Maastricht, Rotterdam en Utrecht bijvoorbeeld waar e-bikes door werkgevers flink worden gestimuleerd, is dit een concrete behoefte.

4. Hoe ziet de ultieme multimodale reisplanner (ov, auto, fiets etc.) er volgens u uit en hoe zou zo’n planner verwezenlijkt kunnen worden?

De ultieme planner is individueel op maat en sterk situatie en plaats afhankelijk. Het is belangrijk dat een planner persoonlijk en actueel is. Een persoonlijke reisassistent; in feite komt het daar op neer.

Het uitgangspunt is dat reizigers zowel vóór de reis als tijdens de reis goed informeerde keuzes kunnen maken. Incidenten zijn nooit te voorkomen, maar het moet in de toekomst niet automatisch tot veel vertraging leiden, door een gebrek aan informatie of goed en tijdig reisadvies. Dat is het ideaalbeeld. De markt speelt daarin de grootste rol, zij moeten inspelen op de behoefte van de klant. Wij helpen waar we kunnen en maken ons onder meer sterk voor open data van goede kwaliteit.

5. Wat is volgens u Duurzaam Vervoer? Hoe kunnen we volgens u vervoer in de toekomst duurzamer maken?

Duurzaam vervoer gaat in ieder geval verder dan zuinige en schone auto’s alleen. Investeren in infrastructuur en het efficiënter benutten van wegen, spoor en vaarwegen horen daar ook bij. We moeten ervoor zorgen dat mensen op een goede manier van a naar b kunnen zonder dat dit ten koste gaat van leefbaarheid en veiligheid. Dat is het uitgangspunt.

Ik ben ervan overtuigd dat dit kan, gezien de technologische ontwikkelingen. Ik zie ook dat steeds meer bedrijven en instellingen duurzaamheid zien als economische kans. Verduurzaming van de mobiliteit leidt tot kostenbeparingen, slimme innovaties en nieuwe markten.

De ontwikkeling naar duurzame mobiliteit zien we nu al gebeuren. Waar in 2007 de gemiddelde uitstoot van alle nieuw verkochte auto’s in Nederland  nog meer dan 160 gram CO2 per kilometer bedroeg, ligt deze nu onder de 120 gram CO2 per kilometer.  Ook maken mensen andere keuzes; er rijden al meer dan 5000 deelauto’s rond in Nederland.

En ook bijvoorbeeld de transportsector zet zich in, al meer dan 250 bedrijven mogen zich koploper noemen in het verduurzamen van hun logistieke proces. Ook probeer ik met mijn departement het goede voorbeeld te geven, bijvoorbeeld door overal waar het kan LED-verlichting langs de snelwegen toe te passen.

Waar het kan, moet de overheid een duw in de goede richting geven. Momenteel ben ik voor het SER-Energieakkoord in gesprek met werkgevers, werknemers en milieu-organisaties over een gezamenlijke doelstelling en maatregelen hoe we richting 2030 al deze ontwikkelingen verder kunnen versnellen.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Chequita Ketelaar-Damen, Hoofdredacteur Infrasite

Interview met minister Melanie Schultz van Haegen over het project ‘Multimodale Reisinformatie’ | Infrasite

Interview met minister Melanie Schultz van Haegen over het project ‘Multimodale Reisinformatie’

Bron: Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Het project ‘Multimodale Reisinformatie’ van het ministerie van Infrastructuur en Milieu en vijf regio’s komt binnenkort beschikbaar.

1. Wat is het doel van het huidige project?

Voorop staat dat we het reizen met het OV makkelijker en aantrekkelijker willen maken. Een cruciaal onderdeel daarvan is reisinformatie. Op dat gebied valt winst te maken. Het kan nog veel persoonlijker, real time en er is nog weinig variatie in het aanbod. We willen bijvoorbeeld dat mensen hun reis goed kunnen plannen, dat ze onderweg een attendering krijgen als er een trein of bus uitvalt en dat ze dan worden gewezen op alternatieven. Kort gezegd is er een gat tussen wat reizigers willen en wat de markt op dit moment biedt. Dat gat willen we overbruggen met de ontwikkeling van meerdere OV-reisplanners.

Met het project Multimodale Reisinformatie willen we daar een boost aan geven. Dit samenwerkingsverband tussen markt en overheid moet de technische basis opleveren waarop service providers straks hun diensten – apps – kunnen ontwikkelen. Wij willen er zo voor zorgen dat het aantal aanbieders stijgt, zodat een gezonde concurrerende markt ontstaat en productontwikkeling een blijvende impuls krijgt. De reiziger reist hierdoor vlotter van A naar B en dat komt de bereikbaarheid ook ten goede.

Het project moet ook iets opleveren voor de markt, voor onze economie. Namelijk gezonde business cases die daadwerkelijk leiden tot een groter dienstenaanbod aan reizigers.

2. IenM en vijf regio’s investeren in nieuwe reisplanners. Waarin zit de verbetering ten opzichte van de huidige situatie?

Kortgezegd worden de nieuwe planners dynamischer en persoonlijker. Dynamischer doordat bijvoorbeeld alle OV vervoerswijzen en vervoerders worden ingevoerd, de geplande werkzaamheden en ongeplande verstoringen, en er komt een bewakings en adviesfunctie zodat je onderweg eventuele keuzes kunt maken.

Voor reizigers biedt dit het voordeel dat ze altijd kunnen plannen op basis van de meest actuele data, zowel voorafgaand als tijdens de reis. Dat betekent betere reisadviezen die rekening houden met de actuele situatie in het gehele OV (bus, tram, metro, trein).

Daarnaast wordt de nieuwe generatie planners persoonlijker doordat reizigers eigen voorkeuren in kunnen voeren. Denk hierbij aan routes, soort OV, kom je met auto of fiets naar het station, op welke tijden reis je meestal en hoe wil je onderweg op de hoogte worden gehouden.

3. De reiziger maakt tijdens zijn reis vaak gebruik van meerdere modaliteiten (ketenmobiliteit) en wil deze op elkaar kunnen afstemmen. Bevatten deze reisplanners informatie over andere modaliteiten als taxi, auto en fiets?

Zo niet, waarom?

Ja, de planners bevatten uiteindelijk informatie over meer modaliteiten dan alleen het OV. Ik zeg uiteindelijk omdat die ontwikkeling stapsgewijs gaat. Op dit moment wordt vooral gewerkt aan het verbeteren van de OV-planners. We willen hiermee in september 2013 een flinke stap hebben gezet, met onder andere een bewakingsfunctionaliteit, waarmee de reiziger een seintje krijgt als er een verandering optreedt.

Verder zal naar verwachting het voor- en natransport – dus of je met auto of fiets naar station komt – eind februari 2014 kunnen worden toegevoegd. Daarna volgt dan de tariefinformatie en parkeerinformatie. Dat zijn al interessante sprongen vooruit, maar vraagt wel wat voorbereiding. Reizigers met een e-bike kunnen bijvoorbeeld een langer traject naar een OV-locatie afleggen, dan iemand met een gewone fiets. Dit soort gegevens moeten uiteindelijk door de planners verwerkt kunnen worden. In Maastricht, Rotterdam en Utrecht bijvoorbeeld waar e-bikes door werkgevers flink worden gestimuleerd, is dit een concrete behoefte.

4. Hoe ziet de ultieme multimodale reisplanner (ov, auto, fiets etc.) er volgens u uit en hoe zou zo’n planner verwezenlijkt kunnen worden?

De ultieme planner is individueel op maat en sterk situatie en plaats afhankelijk. Het is belangrijk dat een planner persoonlijk en actueel is. Een persoonlijke reisassistent; in feite komt het daar op neer.

Het uitgangspunt is dat reizigers zowel vóór de reis als tijdens de reis goed informeerde keuzes kunnen maken. Incidenten zijn nooit te voorkomen, maar het moet in de toekomst niet automatisch tot veel vertraging leiden, door een gebrek aan informatie of goed en tijdig reisadvies. Dat is het ideaalbeeld. De markt speelt daarin de grootste rol, zij moeten inspelen op de behoefte van de klant. Wij helpen waar we kunnen en maken ons onder meer sterk voor open data van goede kwaliteit.

5. Wat is volgens u Duurzaam Vervoer? Hoe kunnen we volgens u vervoer in de toekomst duurzamer maken?

Duurzaam vervoer gaat in ieder geval verder dan zuinige en schone auto’s alleen. Investeren in infrastructuur en het efficiënter benutten van wegen, spoor en vaarwegen horen daar ook bij. We moeten ervoor zorgen dat mensen op een goede manier van a naar b kunnen zonder dat dit ten koste gaat van leefbaarheid en veiligheid. Dat is het uitgangspunt.

Ik ben ervan overtuigd dat dit kan, gezien de technologische ontwikkelingen. Ik zie ook dat steeds meer bedrijven en instellingen duurzaamheid zien als economische kans. Verduurzaming van de mobiliteit leidt tot kostenbeparingen, slimme innovaties en nieuwe markten.

De ontwikkeling naar duurzame mobiliteit zien we nu al gebeuren. Waar in 2007 de gemiddelde uitstoot van alle nieuw verkochte auto’s in Nederland  nog meer dan 160 gram CO2 per kilometer bedroeg, ligt deze nu onder de 120 gram CO2 per kilometer.  Ook maken mensen andere keuzes; er rijden al meer dan 5000 deelauto’s rond in Nederland.

En ook bijvoorbeeld de transportsector zet zich in, al meer dan 250 bedrijven mogen zich koploper noemen in het verduurzamen van hun logistieke proces. Ook probeer ik met mijn departement het goede voorbeeld te geven, bijvoorbeeld door overal waar het kan LED-verlichting langs de snelwegen toe te passen.

Waar het kan, moet de overheid een duw in de goede richting geven. Momenteel ben ik voor het SER-Energieakkoord in gesprek met werkgevers, werknemers en milieu-organisaties over een gezamenlijke doelstelling en maatregelen hoe we richting 2030 al deze ontwikkelingen verder kunnen versnellen.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Chequita Ketelaar-Damen, Hoofdredacteur Infrasite