Leergang Baanbrekers In De Bouw: Succes krijgt vervolg in Baanbrekerswerkplaats

3506 baanbrekers in de bouw

De bouwsector in Nederland is sterk in beweging. Niet alleen de wensen van klanten zijn veranderd, ook de manier waarop de maatschappij naar de sector kijkt is kritischer geworden. Bouwmethoden worden voortdurend aangepast aan nieuwe technologische ontwikkelingen en er zijn tegenwoordig meer belangen in het spel dan prijs en kwaliteit. Duurzaamheid en transparantie worden steeds belangrijker. Daarom is vanuit de sector zelf het initiatief genomen om de leergang Baanbrekers in de Bouw op te zetten, waar veranderingsgezinde bouwprofessionals leren om grip te krijgen op de dagelijkse praktijk van al deze ontwikkelingen. Recentelijk heeft de leergang een vervolg gekregen in de Baanbrekerswerkplaats, waar Baanbrekers na hun opleiding terecht kunnen om het geleerde niet te laten verwateren.

De leergang Baanbrekers in de Bouw richt zich op de gehele bouwketen. Deelnemers aan de leergang raken vertrouwd met ketengericht denken en innoveren. Door hun netwerk uit te breiden met Baanbrekers uit andere disciplines ontstaan niet alleen nieuwe ingangen tot verandering, maar wordt ook kennis opgedaan over manieren waarop veranderingen kunnen worden ingezet. Deelnemers aan de leergang leren wat de vernieuwingen in de dagelijkse praktijk betekenen, hoe zij zelf invloed kunnen uitoefenen op verbeteringen, en welke ketenspelers ze nodig hebben om hun innovatieve ideeën tot een succes te maken.

De opleiding is een initiatief vanuit de sector en heeft, verdeeld over de gehele bouwketen, veel ambassadeurs op topniveau. Baanbrekers in de Bouw wordt georganiseerd door Stichting PAO (Post Academisch Onderwijs). In 2011 is de Baanbrekerswerkplaats opgericht door een aantal enthousiaste Baanbrekers. Vernieuwing Bouw steunt deze ontwikkeling actief.

Na zes opleidingsrondes, met de zevende lopend, de achtste op komst en daarbij de recente oprichting van de Baanbrekerswerkplaats, is het interessant om een situatiebepaling te maken. Drie oud-deelnemers vertellen hoe zij de opleiding en het vervolgtraject hebben ervaren, zodat toekomstige deelnemers en hun werkgevers weten waar ze op kunnen rekenen tijdens en na de opleiding Baanbrekers in de Bouw. Infrasite sprak met Carlita Vis, inkoopmanager bij de Dienst Infrastructuur van Rijkswaterstaat, Jan Grit, Adviseur Gebiedsontwikkeling bij Witteveen+Bos en Bas Vonkeman, bedrijfsleider bij KWS Infra / Volkerwessels.

Wat is de Baanbrekerswerkplaats?

De Baanbrekerswerkplaats is het vervolgprogramma op de leergang Baanbrekers in de Bouw. Baanbrekers zien als grootste risico dat de energie die ze in de leergang hebben opgedaan verwatert door de waan van de dag. Ook dienen nieuwe leervragen zich aan wanneer Baanbrekers in hun eigen praktijk aan de slag gaan: Hoe houd je de energie en de inzet vast? Hoe neem ik mijn organisatie mee? Wie zijn de andere Baanbrekers en wat doen ze?

Een aantal enthousiaste Baanbrekers heeft zich opgeworpen als trekkers voor een passend vervolg. Sponsoren uit de sector, baanbrekend tot ‘duwers’ gedoopt, bieden de nodige middelen. Voorbeelden van activiteiten die door de Baanbrekerswerkplaats worden georganiseerd zijn onder andere terugkomdagen, de Landelijke Baanbrekersmiddag, het Regiekamerdiner met Captains of Industry en coaching en intervisie.

“Ik was op zoek naar een mogelijkheid om mijn kennis, vaardigheden en netwerk te vergroten”, vertelt Jan Grit. “In mijn dagelijkse praktijk werk ik continu samen met marktpartijen, zowel overheden als aannemers. Ik ben er van overtuigd dat vernieuwing in de bouw wordt gestart door anders samen te werken. De leergang Baanbrekers gaat juist in op het samenwerken aan verandering en verbetering van de bouw.”

infrasite_insert_image_1
Carlita Vis haakt hier op in. “Ik geloof in het realiseren van veranderingen door het goede voorbeeld te geven en door een aantal principes in de praktijk te brengen, wat soms trouwens gemakkelijker gezegd is dan gedaan. De leergang sprak mij aan omdat ik bezig ben met vernieuwing in de samenwerking tussen opdrachtgevers en opdrachtnemers in de bouw. Ik doe dat door in aanbestedingen van Rijkswaterstaat een andere uitvraag te doen waardoor de verandering in de hele keten vorm krijgt. Daarom ben ik ook actief trekker van vervolgactiviteiten na de opleiding. Ik zet me graag in voor het aanjagen van de beweging van de vernieuwing door het ‘zwaan-kleef-aan’ concept. De verbinding met Vernieuwing Bouw past hier perfect in.”

“Inderdaad”, reageert Jan Grit. “Door na de opleiding in discussie te blijven met mede-Baanbrekers blijf ik scherp. Ik put daar enorm veel energie uit.”

“Ik ben net als Carlita van de eerste lichting van de Baanbrekers”, zegt Bas Vonkeman.

“Op dat moment was er over de opleiding weinig bekend, maar het idee om een opleiding te volgen met alle partners in de bouw sprak mij aan, net zoals het idee om anders met elkaar om te gaan binnen de sector. Na mijn deelname merkte ik dat ik door een andere bril naar de diverse partijen in de markt kon kijken omdat ik hun achtergrond beter begreep. Ondanks dat dit behoorlijk aan het veranderen is, wordt er in de bouw nog steeds teveel naar de prijs gekeken, en zijn de kwaliteit en de omgeving van minder belang. Door meer open en eerlijk te zijn in je communicatie bereik je veel meer voor hetzelfde budget. Aan deze veranderingen werk ik graag mee, om zo met de branche op een hoger niveau te komen”

Op de stelling: “Baanbrekers zeggen: wij realiseren vernieuwingen in de praktijk met een ‘just do it’ mentaliteit” wordt verrassend nuchter gereageerd. “Ik doe dat door dicht bij mijn persoonlijkheid te blijven, dus reageren en werken zoals ik het graag doe: transparant, direct en vanuit de motivatie om iets moois te realiseren.” zegt Jan Grit. Bas Vonkeman vult aan: “Ik heb geen producten waarmee ik kan tonen hoe we het anders doen. Maar ik probeer in de dagelijkse praktijk vernieuwende beslissingen te nemen en altijd open en eerlijk te zijn en vertrouwen te geven. Dit heeft soms verrassende effecten.”

infrasite_insert_image_2
Volgens Jan Grit heeft hij niet van tevoren met zijn werkgever besproken wat er tijdens en na de leergang van hem werd verwacht. “De leergang was nieuw, wat het allemaal inhield was nog onbekend. Toekomstige deelnemers zullen vooral met zichzelf en met hun organisatie in discussie moeten gaan over mate van vrijheid die ze krijgen om dingen eens anders aan te pakken.” Carlita Vis: “Van baanbrekers mag worden verwacht dat ze baanbrekend durven zijn en soms tegengas geven. Door te prikkelen, door out-of-the-box te denken, door misschien te sparren met collega-baanbrekers, door op te komen voor belangen of perspectieven van ‘de andere kant’ , dus opdrachtgevers die rekening houden met opdrachtnemers en vice versa.”

“Leidinggevenden zouden met baanbrekers het gesprek aan kunnen gaan over wat het betekent om vernieuwend te zijn. Baanbrekers zouden gevraagd en ongevraagd feedback kunnen geven (op samenwerking intern en extern). Baanbrekers zijn het mijns inziens een beetje aan hun stand verplicht om de vernieuwing steeds weer te agenderen en collega’s bewust te maken van ingesleten patronen. Veranderen gaat primair over bewustworden. Voor Rijkswaterstaat is het onderdeel van het beleid om een ‘toonaangevend opdrachtgever’ te zijn. Alle principes van de baanbrekers passen hier naadloos in.”

Volgens Bas Vonkeman is het lastig om hier in algemene zin iets over te zeggen. “Iedereen zit anders in zijn functie en krijgt op een andere manier leiding. Maar het is zeker goed om vooraf met je werkgever of direct leidingevende afspraken te maken over de ruimte die je krijgt om de verandering vol te houden . Ook is het verstandig om te praten over de aansturing die daarbij hoort. Dit is trouwens momenteel goed in de opleiding georganiseerd.”

“Uitgangspunt bij de Baanbrekers is wel dat je zelf ook in je omgeving aan de gang moet en dat de opleiding of de stichting alleen faciliteert”, benadrukt hij. “Wat de gevolgen van mijn deelname aan deze opleiding zouden zijn was voor mij vooraf niet helemaal duidelijk. Mijn organisatie is aan veranderingen onderhevig en daar kun je altijd invloed op uitoefenen. Dit geldt natuurlijk niet alleen voor mijn organisatie; door de huidige marktsituatie en het veranderende aanbestedingsbeleid is de hele branche volop bezig om zich aan te passen aan de toekomst. Bedrijven en organisaties die in deze situatie niet in beweging komen gaan het niet redden.”

“Ik ben daar dagelijks mee bezig”, zegt Jan Grit. “Ik heb meer inzicht gekregen in de belangen en de dilemma’s waar onze ketenpartners tegenaan lopen. Door dit inzicht kan ik hier beter op inspelen en kansen creëren. Verwacht echter geen spectaculaire omslag in je dagelijks werk. Maar ik heb vele kleine successen geboekt. Vooral door mijn ketenpartners beter te kennen heb ik mijn houding en gedrag aangepast.”

infrasite_insert_image_3
Volgens Bas Vonkeman is het een proces van vallen en opstaan. “Baanbreker zijn is lastig omdat veranderingen nooit vanzelf gaan. Dat is trekken en duwen, overtuigen en verleiden van anderen. Maar in de eerste plaats ook steeds jezelf aanpakken om scherp te blijven en niet de gebaande paden te bewandelen als je daar niet achter staat.” Jan Grit reageert hier positief op. “Om de kritische blik op je eigen functioneren scherp te houden, vind ik het heel prettig om mijn medebaanbrekers te blijven ontmoeten. Lukt het niet om jezelf die spiegel voor te houden, dan zij zijn daar zeker wel toe in staat.”

Carlita Vis zegt hierop: “Ik zou de nadruk niet willen leggen op de opleiding maar op het netwerk en de beweging van de Baanbrekers. Ik heb de inkoopstrategie van het programma Spoedaanpak Wegen ontwikkeld en uitgevoerd. Hiervoor is een innovatieve marktbenadering met het gedachtegoed van Best Value Procurement voor het eerst op grote schaal toegepast. De Baanbrekers waren een belangrijke klankbordgroep op diverse momenten. Dat leverde mij inzicht op over of het concept zou werken, op welke vragen ik een duidelijk antwoord moest formuleren en dat er in ieder geval bij deze ‘early adaptors’ steun voor was.” “Dat was in mijn Baanbrekersgroep,” herinnert Jan Grit zich. “Zeer leuk om in een vroeg stadium mee te denken over de aanpak van zo’n groot en ingrijpend project.”

En hij vervolgt: “Het meest frappante dat ik tijdens de opleiding tegenkwam was het inzicht dat iedereen een eigen waarheid heeft. In de bouwwereld houden we vele vooroordelen en dogma’s in stand en kijken we te weinig in de spiegel. In mijn eigen organisatie probeer ik dit samen met mijn collega’s te verbreken.” Carlita Vis bewaart een andere opmerkelijke herinnering aan de opleiding. “Het was tijdens een terugkomdag van mijn eigen groep waar we iets leerden over menselijke interactie. We kregen een ‘training’ handen schudden. Ongelooflijk hoeveel effect er uitgaat van het geven van een hand, hoeveel je daaruit kunt ‘lezen’ en afleiden over jezelf en de persoon die de hand geeft! Dit vond ik zeer baanbrekend omdat we meestal alleen over rationele inhoudelijke zaken spreken in de bouw. De menselijke interactie is onontgonnen terrein maar ook heel belangrijk voor goede samenwerking. Dit was een eyeopener waar ik nog vaak aan terugdenk als iemand mijn hand fijn knijpt en hiermee zijn of haar karakter laat zien.”

Tot slot leggen we de deelnemers de vraag voor of naar hun mening meer mensen de opleiding zouden moeten volgen. Ook willen we weten om welke functiegroepen het dan wat hen betreft zou moeten gaan. Volgens Carlita Vis biedt de opleiding de gelegenheid om buiten de projectcontext, dus zonder specifieke belangen, vrijer met elkaar van gedachten te wisselen over uiteenlopende onderwerpen die raken aan de samenwerking tussen opdrachtgevers en opdrachtnemers. “Opdrachtnemers zijn vaak ook weer opdrachtgevers en andersom, iedereen heeft een klant of opdrachtgever. Adviseurs werken voor beide ‘bloedgroepen’ dus zijn ze van groot belang om ook deel te zijn van deze discussies. Iedereen die een bepalende rol heeft in het samenspel tussen diverse partijen zou moeten gaan. Juist de diversiteit van de groep is een kracht. Enige ervaring is wel nodig om voorbeelden te kunnen inbrengen en te doorleven.”

“Adviseurs kunnen dienen als intermediair tussen opdrachtnemer en opdrachtgever,” zegt Jan Grit. “Maar belangrijk is dat adviseurs deze rol ook pakken! Door de belangen van beide bloedgroepen mee te nemen in je dienstverlening kun je het uiteindelijke product verbeteren en het proces versoepelen. In mijn dagelijkse praktijk merk ik dat dit goed werkt, de kennis en vaardigheden die ik bij Baanbrekers heb opgedaan spelen hierin een belangrijke rol.”

Bas Vonkeman beaamt dit, en vult aan: “Mensen die posities bekleden waarin ze veranderingen teweeg kunnen brengen zouden deze opleiding moeten volgen. Dan denk je automatisch aan het hogere management, maar daar gaat het volgens mij juist niet over. Met name de projectleiders en inkopers zijn essentieel om een verandering tot stand te brengen.”

“Van mij mag die groep veel breder zijn,” meent Carlita Vis. “Mensen met een open mind voor veranderingen bij zichzelf die de vernieuwing in de bouw onderschrijven kunnen op elke plaats in de keten een bijdrage leveren.” Jan Grit is het daar helemaal mee eens. “Een bottom-up verandering geeft een veel krachtiger effect. Samenwerken in onze sector wordt op alle niveau’s gedaan. Het moet werken als een olievlek. Mensen die deze opleiding willen volgen moeten een paar karaktereigenschappen hebben: kritische grondhouding, lef om afstand te nemen van het veilige, zich kunnen verplaatsen in een ander en het voortouw durven nemen. Uiteindelijk moet de hele keten een evolutie doormaken.”

Bas Vonkeman concludeert dat zijn mede-Baanbrekers het prima onder woorden brengen. “Het is typisch voor de Baanbrekers dat we geen van allen met aansprekende voorbeelden komen over successen die we geboekt hebben. De kracht van de verandering zit hem juist in de kleine dingen van de dagelijkse praktijk. Het gaat niet zozeer om producten, maar om houding en gedrag. En dat maakt uiteindelijk veel meer het verschil.”

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Infrasite, Max Delissen