ZEEKRACHT, duurzame energie van de Noordzee

In 2008 lanceerde Stichting Natuur en Milieu het plan ‘Zeekracht: Deltaplan voor duurzame energie van de Noordzee’. Zeekracht wil de enorme kansen benutten die de Noordzee biedt voor duurzame energie. Wind op zee is ‘hot’: de overheid heeft ambitieuze doelen, burgers willen het, de kennis is er, bedrijven staan te trappelen om aan de slag te gaan en financiers willen investeren in duurzame energie. Toch blijft Nederland aanmodderen met wind op zee door ellenlange procedures, zwalkend beleid en verlammende belangentegenstellingen op de Noordzee.

Om deze impasse te doorbreken heeft Natuur en Milieu aan het Office for Metropolitan Architecture -het architectenbureau van Rem Koolhaas- gevraagd een lonkend toekomstperspectief te schetsen dat elan mobiliseert. Daarin zijn ze zeer geslaagd. De Noordzee kan over enkele decennia meer energie leveren dan de Golfregio nu produceert! Het is daardoor een machtig wapen tegen klimaatverandering en kan Europa minder afhankelijk maken van gas uit Rusland. Het plan van Koolhaas is een unieke combinatie van huidige wetenschappelijke kennis en een sterke toekomstvisie. Het toekomstperspectief is als uitgangspunt genomen en vervolgens wordt teruggekeken wat we in het hier en nu moeten doen om dit perspectief te verwezenlijken. Het plan gaat uit van kansen en oplossingen in plaats van beperkingen. Het kernelement is ‘verbinding’: het plan verbindt landen, mensen, economische activiteiten, natuurgebieden en stroomnetwerken.

infrasite_insert_image_1

In onderstaand interview vertellen de architecten van het Masterplan Zeekracht zelf over de ‘zee aan mogelijkheden’ die de Noordzee biedt.
Het artikel verscheen eerder dit jaar in Terra, het magazine van Stichting Natuur en Milieu.

Zee van mogelijkheden
Door: Claire Tielens

Het Office for Metropolitan Architecture (OMA), het prestigieuze architectenbureau van Rem Koolhaas, verkende in opdracht van Natuur en Milieu de mogelijkheden voor windenergie op de Noordzee. Art Zaaijer en Talia Dorsey van OMA vertellen over dit Masterplan Zeekracht. “De Noordzee kan de duurzame accu van Europa worden.”

Het OMA huist op de zesde verdieping van een flatgebouw in hartje Rotterdam. Tientallen architecten ontwerpen er nog veel spectaculairdere gebouwen dan de hoge kantoorflats van het Weena, die hier vlakbij staan. Her en der staan maquettes die binnenkort werkelijkheid worden in Beijing en het Midden-Oosten.
De architecten Art Zaaijer en Talia Dorsey vertellen over een ook voor OMA bijzonder project: het Masterplan Zeekracht voor de Noordzee. Ze lieten zich inspireren door een denker uit lang vervlogen tijden: Hugo de Groot.
“In zijn tijd werd de zee regelmatig gebruikt om oorlog te voeren en werden er zeeblokkades opgeworpen om belangen veilig te stellen,” zegt Zaaijer. “In reactie daarop schreef Hugo de Groot in 1609 in zijn pleidooi Mare Liberum dat de zee vrij toegankelijk moet zijn voor iedereen. Ik vind dat een heel inspirerende gedachte. Tegenwoordig is de Noordzee opgedeeld in moten, met scheidingen tussen landen en tussen gebruiksmogelijkheden, zoals oliewinning, scheepvaart, visserij en natuur. Ons Masterplan toont dat met het combineren van functies het resultaat meer kan zijn dan de som der delen als we die scheidingen opheffen.”

Wat is de kern van het Masterplan Zeekracht?
Zaaijer: “Wij verkennen de mogelijkheden om met de ontwikkeling van windenergie ook andere potenties van de Noordzee te ontwikkelen of te versterken. We benoemen de gebieden waar deze ontwikkelingen de grootste kans van slagen hebben. Tot nu toe werden vooral restricties geïnventariseerd en opgeteld. Vervolgens bleven maar een paar gebieden over voor windmolenparken. Maar als we bekende en nieuwe functies combineren, is veel meer mogelijk. Zo kan de Noordzee de duurzame accu van Europa worden.”

Waarom heeft OMA dit Masterplan gemaakt?
Zaaijer: “Natuur en Milieu heeft ons verleid met een fantastische vraag waar we geen nee tegen konden zeggen. Het Masterplan treedt letterlijk buiten de gebaande paden, namelijk de zee op. Het resultaat is geen klassiek plan, dat per se zo uitgevoerd moet worden. We willen in de eerste plaats laten zien dat er alle ruimte is voor windenergie op de Noordzee. En we willen de kansen tonen om met de windmolenparken meerdere ontwikkelingen op de Noordzee te genereren.”

Hoe was het om hieraan te werken?
Dorsey: “Erg leuk! De omvang van dit plan is verbazingwekkend. In het kader van mijn afstudeeronderzoek heb ik me verdiept in de mogelijkheden om op zee te wonen. Het is fascinerend dat we de zee steeds meer gaan zien als een gebied dat we kunnen gebruiken. Nederland is ruim twee keer zo groot met de zee erbij. Het kaartbeeld van Nederland-plus-zee is een icoon in het Masterplan Zeekracht.”
Zaaijer: “Ik heb veel op de Noordzee gevaren. Als het weer omslaat terwijl je er met een wrak bootje middenop zit, voel je dat het een echte wildernis is. Het is mooi om te ontdekken wat daar allemaal mogelijk is. Ik ben er persoonlijk van overtuigd dat we al binnen vijf jaar de omslag zullen maken van fossiele naar duurzame energie.”

Wat merkt de gemiddelde Nederlander ervan als het Masterplan Zeekracht is uitgevoerd?
Zaaijer: “De Nederlandse CO2-uitstoot zou fors dalen. Bovendien zou de energierekening lager zijn, want op de lange termijn zijn zon en wind de goedkoopste energiebronnen. En stel je eens binnensteden voor met schone lucht, dankzij elektrische auto’s. Dat zou een nog veel grotere verademing zijn dan de rookvrije cafés nu. Of we over twintig of over tachtig jaar zover zijn, weet ik niet. Maar dit perspectief is niet utopisch.”

Hoe gaat het eruit zien?
Zaaijer: “We hebben gebieden gedefinieerd met goede kansen op synergie tussen windenergie en andere ontwikkelingen. Die gebieden bleken als een ring in de Noordzee te liggen. De ringstructuur leent zich uitstekend om letterlijk als een ringleiding voor het transport van elektriciteit te worden aangelegd. Met zo’n ‘superring’ wordt het verhandelen van energie tussen landen makkelijker. Verschillen in windkracht – en dus in het elektriciteitsaanbod – kunnen er ook mee worden opvangen, want het waait altijd wel ergens. De ring vormt een roadmap voor nieuwe windparken. Ook suggereren we een ‘internationaal instituut voor duurzame energie’ in het midden van de ring, als symbool voor de internationale samenwerking die nodig is om dit allemaal te verwezenlijken.”

De aanleg gaat astronomische bedragen kosten. Wie moet dat betalen?
Dorsey: “Zeekracht gaat vooral ook heel veel opleveren. Het geeft een enorme stimulans aan de economie, met werkgelegenheid en innovatie. Windenergie op deze schaal is alleen mogelijk door een gezamenlijke inspanning van overheid, bedrijven en burgers. De drijfveren om in Zeekracht te investeren zullen sterker worden. De uitvoering wordt minder afhankelijk van subsidies. Eigenlijk is het jammer dat de olieprijs nu weer even lager is. Maar op termijn vermindert het gebruik van fossiele energie en zullen we meer gebruik maken van duurzame energie.”

Waarom zouden bedrijven investeren?
Dorsey: “Oliemaatschappijen willen investeren in duurzame energie. Ook steeds meer andere bedrijven streven naar een vermindering van de CO2-uitstoot. Wij ontwierpen een flexibel plan, met kleine en grote cirkelvormige windmolenparken. Die kunnen ieder een eigen identiteit krijgen. Ook gemeentes zullen bijvoorbeeld een windpark bouwen voor de elektriciteit voor hun inwoners. En groepen burgers lopen nu al voorop, zoals in de Zeekracht-coöperatie van Natuur en Milieu. Mensen moeten het gevoel krijgen dat ze hun eigen plekje op zee hebben. Deze verandering moet zowel bottom-up als top-down tot stand komen.”
Zaaijer: “Betrokkenheid van individuen is nodig. Dat zal doorwerken op bedrijven en de overheid. Als Eneco en andere investeerders zien dat groepen mensen te mobiliseren zijn, is dat een belangrijk signaal. ”

Worden de parken misschien ook een toeristische attractie?
Zaaijer: “Zeker. Er komen gebieden tussen de parken die heel geschikt zijn voor watertoerisme. De afgedankte olieplatforms kunnen worden omgevormd tot hotels. En we stellen ons voor dat leden van een windcoöperatie jaarlijks een tochtje maken naar hun windmolen. Waarom zou dit nieuwe zeelandschap niet net zo beroemd worden als Kinderdijk?”

En de natuur?
Zaaijer: “Windmolenparken bieden beschutting aan vissen en andere dieren. Er zal niet meer grootschalig worden gevist. Dat biedt de kans voor het creëren van kunstmatige riffen tussen de molens. Die verrijking van het zeeleven kan tot nieuwe ecologische zones leiden of bestaande zones vergroten. Daarom hebben we aansluiting gezocht bij bestaande ecologische zones. Door de bouw van windparken ten noorden van de Waddenzee zouden we nieuwe ecologische zones kunnen ontwikkelen en daarmee bestaande zones verbinden.”

Wat gaat er nog meer veranderen op zee?
Zaaijer: “De windmolens kunnen op termijn waterstof gaan produceren, als brandstof voor schepen. Die kunnen dan komen tanken bij voormalige boorplatforms langs de scheepvaartroutes. Stel je voor: schone zeescheepvaart op waterstof in plaats van de smerige stookolie van nu. Ook zullen kleine aardgasvelden rendabel geëxploiteerd kunnen worden, omdat het gas op zee in elektriciteit omgezet kan worden die direct vervoerd kan worden via de internationale ringstructuur. Zo krijgen we hybride wind-gas-parken. Er komt in het Nederlandse deel boven de Waddeneilanden een zone met grote en kleine windparken, van kleine coöperaties en grote multinationals, met daartussenin recreatiezones met hotels op platforms, gascentrales, waterstoftankstations voor schepen en een rijke, gevarieerde natuur.”

Nederland loopt vreselijk achter met duurzame energie. Wat moet de overheid doen?
Zaaijer, lachend: “We hebben in ieder geval geen last van de remmende voorsprong. Nederland kan een sprint maken, de achterstand goed maken en zelfs de koppositie overnemen. Maar dan moeten er wel allerlei obstakels uit de weg geruimd worden. Tot nu toe bemoeiden zeven ministeries zich met een vergunning voor een windpark op zee. De overheid is zich daar nu van bewust. Het worden er vier en Rijkswaterstaat neemt de leiding. Daarnaast moet de overheid een gevoel van urgentie voor het klimaatprobleem ontwikkelen. Het blijft sleuren als alleen organisaties als Natuur en Milieu daarop wijzen.”
Dorsey: “Als je de kaart bekijkt van de Noordzeelanden, inclusief hun wateren, dan ligt Nederland daar middenin. Ook door hun historische relatie met de zee en hun inventiviteit, zijn Nederlanders in een goede positie om de leiding te nemen in de internationale ontwikkeling van de Noordzee.”

Wat vindt u van de Zeekracht-campagne van Natuur en Milieu?
Dorsey: “Fantastisch. Individuen moeten zich onderdeel voelen van het grote geheel. Er is druk vanuit de bevolking nodig om de overheid in beweging te krijgen.”
Zaaijer: “We hebben zulke praktische en kleinschalige initiatieven nodig. Zij wijzen de weg.”

Wordt dit plan werkelijkheid?
Dorsey: “We laten zien hoe we de potentie van de Noordzee maximaal kunnen benutten. Het gaat niet over wat je moet opgeven voor een beter milieu. Het gaat over win-win-situaties. Het systeem als geheel wordt verrijkt. Tjonge, het klinkt idealistisch als ik het zo zeg. Maar echt: zo’n plan kan verandering in gang zetten. Wij geloven erin.”

Meer informatie over Zeekracht is te vinden op www.zeekracht.nl

Wordt lid van Club Zeekracht en maak je eigen groene stroom!
Bij Zeekracht bouw je mee aan je eigen windpark op zee. Met z’n allen wekken we straks onze eigen stroom op. Windenergie is helemaal groen. En met Zeekracht is het nog voordelig ook! Word dus nu lid en wek straks je eigen stroom op.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Stichting Natuur en Milieu

ZEEKRACHT, duurzame energie van de Noordzee | Infrasite

ZEEKRACHT, duurzame energie van de Noordzee

In 2008 lanceerde Stichting Natuur en Milieu het plan ‘Zeekracht: Deltaplan voor duurzame energie van de Noordzee’. Zeekracht wil de enorme kansen benutten die de Noordzee biedt voor duurzame energie. Wind op zee is ‘hot’: de overheid heeft ambitieuze doelen, burgers willen het, de kennis is er, bedrijven staan te trappelen om aan de slag te gaan en financiers willen investeren in duurzame energie. Toch blijft Nederland aanmodderen met wind op zee door ellenlange procedures, zwalkend beleid en verlammende belangentegenstellingen op de Noordzee.

Om deze impasse te doorbreken heeft Natuur en Milieu aan het Office for Metropolitan Architecture -het architectenbureau van Rem Koolhaas- gevraagd een lonkend toekomstperspectief te schetsen dat elan mobiliseert. Daarin zijn ze zeer geslaagd. De Noordzee kan over enkele decennia meer energie leveren dan de Golfregio nu produceert! Het is daardoor een machtig wapen tegen klimaatverandering en kan Europa minder afhankelijk maken van gas uit Rusland. Het plan van Koolhaas is een unieke combinatie van huidige wetenschappelijke kennis en een sterke toekomstvisie. Het toekomstperspectief is als uitgangspunt genomen en vervolgens wordt teruggekeken wat we in het hier en nu moeten doen om dit perspectief te verwezenlijken. Het plan gaat uit van kansen en oplossingen in plaats van beperkingen. Het kernelement is ‘verbinding’: het plan verbindt landen, mensen, economische activiteiten, natuurgebieden en stroomnetwerken.

infrasite_insert_image_1

In onderstaand interview vertellen de architecten van het Masterplan Zeekracht zelf over de ‘zee aan mogelijkheden’ die de Noordzee biedt.
Het artikel verscheen eerder dit jaar in Terra, het magazine van Stichting Natuur en Milieu.

Zee van mogelijkheden
Door: Claire Tielens

Het Office for Metropolitan Architecture (OMA), het prestigieuze architectenbureau van Rem Koolhaas, verkende in opdracht van Natuur en Milieu de mogelijkheden voor windenergie op de Noordzee. Art Zaaijer en Talia Dorsey van OMA vertellen over dit Masterplan Zeekracht. “De Noordzee kan de duurzame accu van Europa worden.”

Het OMA huist op de zesde verdieping van een flatgebouw in hartje Rotterdam. Tientallen architecten ontwerpen er nog veel spectaculairdere gebouwen dan de hoge kantoorflats van het Weena, die hier vlakbij staan. Her en der staan maquettes die binnenkort werkelijkheid worden in Beijing en het Midden-Oosten.
De architecten Art Zaaijer en Talia Dorsey vertellen over een ook voor OMA bijzonder project: het Masterplan Zeekracht voor de Noordzee. Ze lieten zich inspireren door een denker uit lang vervlogen tijden: Hugo de Groot.
“In zijn tijd werd de zee regelmatig gebruikt om oorlog te voeren en werden er zeeblokkades opgeworpen om belangen veilig te stellen,” zegt Zaaijer. “In reactie daarop schreef Hugo de Groot in 1609 in zijn pleidooi Mare Liberum dat de zee vrij toegankelijk moet zijn voor iedereen. Ik vind dat een heel inspirerende gedachte. Tegenwoordig is de Noordzee opgedeeld in moten, met scheidingen tussen landen en tussen gebruiksmogelijkheden, zoals oliewinning, scheepvaart, visserij en natuur. Ons Masterplan toont dat met het combineren van functies het resultaat meer kan zijn dan de som der delen als we die scheidingen opheffen.”

Wat is de kern van het Masterplan Zeekracht?
Zaaijer: “Wij verkennen de mogelijkheden om met de ontwikkeling van windenergie ook andere potenties van de Noordzee te ontwikkelen of te versterken. We benoemen de gebieden waar deze ontwikkelingen de grootste kans van slagen hebben. Tot nu toe werden vooral restricties geïnventariseerd en opgeteld. Vervolgens bleven maar een paar gebieden over voor windmolenparken. Maar als we bekende en nieuwe functies combineren, is veel meer mogelijk. Zo kan de Noordzee de duurzame accu van Europa worden.”

Waarom heeft OMA dit Masterplan gemaakt?
Zaaijer: “Natuur en Milieu heeft ons verleid met een fantastische vraag waar we geen nee tegen konden zeggen. Het Masterplan treedt letterlijk buiten de gebaande paden, namelijk de zee op. Het resultaat is geen klassiek plan, dat per se zo uitgevoerd moet worden. We willen in de eerste plaats laten zien dat er alle ruimte is voor windenergie op de Noordzee. En we willen de kansen tonen om met de windmolenparken meerdere ontwikkelingen op de Noordzee te genereren.”

Hoe was het om hieraan te werken?
Dorsey: “Erg leuk! De omvang van dit plan is verbazingwekkend. In het kader van mijn afstudeeronderzoek heb ik me verdiept in de mogelijkheden om op zee te wonen. Het is fascinerend dat we de zee steeds meer gaan zien als een gebied dat we kunnen gebruiken. Nederland is ruim twee keer zo groot met de zee erbij. Het kaartbeeld van Nederland-plus-zee is een icoon in het Masterplan Zeekracht.”
Zaaijer: “Ik heb veel op de Noordzee gevaren. Als het weer omslaat terwijl je er met een wrak bootje middenop zit, voel je dat het een echte wildernis is. Het is mooi om te ontdekken wat daar allemaal mogelijk is. Ik ben er persoonlijk van overtuigd dat we al binnen vijf jaar de omslag zullen maken van fossiele naar duurzame energie.”

Wat merkt de gemiddelde Nederlander ervan als het Masterplan Zeekracht is uitgevoerd?
Zaaijer: “De Nederlandse CO2-uitstoot zou fors dalen. Bovendien zou de energierekening lager zijn, want op de lange termijn zijn zon en wind de goedkoopste energiebronnen. En stel je eens binnensteden voor met schone lucht, dankzij elektrische auto’s. Dat zou een nog veel grotere verademing zijn dan de rookvrije cafés nu. Of we over twintig of over tachtig jaar zover zijn, weet ik niet. Maar dit perspectief is niet utopisch.”

Hoe gaat het eruit zien?
Zaaijer: “We hebben gebieden gedefinieerd met goede kansen op synergie tussen windenergie en andere ontwikkelingen. Die gebieden bleken als een ring in de Noordzee te liggen. De ringstructuur leent zich uitstekend om letterlijk als een ringleiding voor het transport van elektriciteit te worden aangelegd. Met zo’n ‘superring’ wordt het verhandelen van energie tussen landen makkelijker. Verschillen in windkracht – en dus in het elektriciteitsaanbod – kunnen er ook mee worden opvangen, want het waait altijd wel ergens. De ring vormt een roadmap voor nieuwe windparken. Ook suggereren we een ‘internationaal instituut voor duurzame energie’ in het midden van de ring, als symbool voor de internationale samenwerking die nodig is om dit allemaal te verwezenlijken.”

De aanleg gaat astronomische bedragen kosten. Wie moet dat betalen?
Dorsey: “Zeekracht gaat vooral ook heel veel opleveren. Het geeft een enorme stimulans aan de economie, met werkgelegenheid en innovatie. Windenergie op deze schaal is alleen mogelijk door een gezamenlijke inspanning van overheid, bedrijven en burgers. De drijfveren om in Zeekracht te investeren zullen sterker worden. De uitvoering wordt minder afhankelijk van subsidies. Eigenlijk is het jammer dat de olieprijs nu weer even lager is. Maar op termijn vermindert het gebruik van fossiele energie en zullen we meer gebruik maken van duurzame energie.”

Waarom zouden bedrijven investeren?
Dorsey: “Oliemaatschappijen willen investeren in duurzame energie. Ook steeds meer andere bedrijven streven naar een vermindering van de CO2-uitstoot. Wij ontwierpen een flexibel plan, met kleine en grote cirkelvormige windmolenparken. Die kunnen ieder een eigen identiteit krijgen. Ook gemeentes zullen bijvoorbeeld een windpark bouwen voor de elektriciteit voor hun inwoners. En groepen burgers lopen nu al voorop, zoals in de Zeekracht-coöperatie van Natuur en Milieu. Mensen moeten het gevoel krijgen dat ze hun eigen plekje op zee hebben. Deze verandering moet zowel bottom-up als top-down tot stand komen.”
Zaaijer: “Betrokkenheid van individuen is nodig. Dat zal doorwerken op bedrijven en de overheid. Als Eneco en andere investeerders zien dat groepen mensen te mobiliseren zijn, is dat een belangrijk signaal. ”

Worden de parken misschien ook een toeristische attractie?
Zaaijer: “Zeker. Er komen gebieden tussen de parken die heel geschikt zijn voor watertoerisme. De afgedankte olieplatforms kunnen worden omgevormd tot hotels. En we stellen ons voor dat leden van een windcoöperatie jaarlijks een tochtje maken naar hun windmolen. Waarom zou dit nieuwe zeelandschap niet net zo beroemd worden als Kinderdijk?”

En de natuur?
Zaaijer: “Windmolenparken bieden beschutting aan vissen en andere dieren. Er zal niet meer grootschalig worden gevist. Dat biedt de kans voor het creëren van kunstmatige riffen tussen de molens. Die verrijking van het zeeleven kan tot nieuwe ecologische zones leiden of bestaande zones vergroten. Daarom hebben we aansluiting gezocht bij bestaande ecologische zones. Door de bouw van windparken ten noorden van de Waddenzee zouden we nieuwe ecologische zones kunnen ontwikkelen en daarmee bestaande zones verbinden.”

Wat gaat er nog meer veranderen op zee?
Zaaijer: “De windmolens kunnen op termijn waterstof gaan produceren, als brandstof voor schepen. Die kunnen dan komen tanken bij voormalige boorplatforms langs de scheepvaartroutes. Stel je voor: schone zeescheepvaart op waterstof in plaats van de smerige stookolie van nu. Ook zullen kleine aardgasvelden rendabel geëxploiteerd kunnen worden, omdat het gas op zee in elektriciteit omgezet kan worden die direct vervoerd kan worden via de internationale ringstructuur. Zo krijgen we hybride wind-gas-parken. Er komt in het Nederlandse deel boven de Waddeneilanden een zone met grote en kleine windparken, van kleine coöperaties en grote multinationals, met daartussenin recreatiezones met hotels op platforms, gascentrales, waterstoftankstations voor schepen en een rijke, gevarieerde natuur.”

Nederland loopt vreselijk achter met duurzame energie. Wat moet de overheid doen?
Zaaijer, lachend: “We hebben in ieder geval geen last van de remmende voorsprong. Nederland kan een sprint maken, de achterstand goed maken en zelfs de koppositie overnemen. Maar dan moeten er wel allerlei obstakels uit de weg geruimd worden. Tot nu toe bemoeiden zeven ministeries zich met een vergunning voor een windpark op zee. De overheid is zich daar nu van bewust. Het worden er vier en Rijkswaterstaat neemt de leiding. Daarnaast moet de overheid een gevoel van urgentie voor het klimaatprobleem ontwikkelen. Het blijft sleuren als alleen organisaties als Natuur en Milieu daarop wijzen.”
Dorsey: “Als je de kaart bekijkt van de Noordzeelanden, inclusief hun wateren, dan ligt Nederland daar middenin. Ook door hun historische relatie met de zee en hun inventiviteit, zijn Nederlanders in een goede positie om de leiding te nemen in de internationale ontwikkeling van de Noordzee.”

Wat vindt u van de Zeekracht-campagne van Natuur en Milieu?
Dorsey: “Fantastisch. Individuen moeten zich onderdeel voelen van het grote geheel. Er is druk vanuit de bevolking nodig om de overheid in beweging te krijgen.”
Zaaijer: “We hebben zulke praktische en kleinschalige initiatieven nodig. Zij wijzen de weg.”

Wordt dit plan werkelijkheid?
Dorsey: “We laten zien hoe we de potentie van de Noordzee maximaal kunnen benutten. Het gaat niet over wat je moet opgeven voor een beter milieu. Het gaat over win-win-situaties. Het systeem als geheel wordt verrijkt. Tjonge, het klinkt idealistisch als ik het zo zeg. Maar echt: zo’n plan kan verandering in gang zetten. Wij geloven erin.”

Meer informatie over Zeekracht is te vinden op www.zeekracht.nl

Wordt lid van Club Zeekracht en maak je eigen groene stroom!
Bij Zeekracht bouw je mee aan je eigen windpark op zee. Met z’n allen wekken we straks onze eigen stroom op. Windenergie is helemaal groen. En met Zeekracht is het nog voordelig ook! Word dus nu lid en wek straks je eigen stroom op.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Neem nu een Infrasite Premium abonnement voor € 12,- per maand.

ABONNEREn

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Stichting Natuur en Milieu