Waterwonen valt in het water door wet- en regelgeving

Het onderstaande artikel is geschreven als eindopdracht voor de collegereeks Mobiliteit en Ruimte. Dit vak wordt gegeven aan alle 4e-jaarsstudenten Ruimtelijke Ordening & Planologie (ROP) en Verkeerskunde (VK) aan de NHTV international hogeschool Breda.

Waterwonen valt in het water door wet- en regelgeving
Door: NHTV Studenten, J. Metz, S. van Vooren, P. van Westen.

Van kleinschalige woningbouwprojecten in riviergebieden tot hele drijvende steden op zee. Er zijn genoeg ideeën om water te gebruiken als bouwlocatie. Maar toch lukt het niet drijvend bouwen op grote schaal toe te passen. Op dit moment telt Nederland slechts 175 drijvende woningen terwijl ons land bekend staat als het gidsland wat betreft drijvend bouwen. Tekortkomingen in wet- en regelgeving en een niet goed afgestemd beleid van waterschappen en lokale overheden zijn hiervoor medeverantwoordelijk. Mede hierdoor zijn ontwikkelaars en consumenten terughoudend voor het concept waterwonen.

Mentaliteitsverandering
Uit verschillende onderzoeken blijkt dat het klimaat veranderd en dat de zeespiegel stijgt. Dit heeft grote consequenties voor de waterberging. Waar moet Nederland het water kwijt? En hoe beschermt Nederland de bebouwing? Bouwen op het water beantwoordt de behoeften op deze twee vragen, dit vergt een mentaliteitsverandering. Door de eeuwen heen hebben mensen gevochten tegen het water, bij het gebruik van water als bouwlocatie krijgt het water weer de ruimte. Drijvend bouwen biedt daarbij belangrijke voordelen. Het speelt in op de vraag naar toename van extra bergingscapaciteit van water omdat wonen en waterberging hier samengaan.

Roerend of onroerend?
Een probleem bij waterwoningen is de onduidelijkheid in de wet- en regelgeving voor deze woonvorm. Een waterwoning wordt gezien als een woonschip dat de status heeft van een roerende zaak. Hier komt het juridische probleem aan het licht, bij de koop van een woning is hypotheekrecht noodzakelijk bij afsluiting van een hypotheek. Bij inschrijving van een landwoning in het kadaster verkrijgt men dit recht, in tegenstelling tot een woonschip waar inschrijving bij het scheepsregister verplicht is. De gevolgen voor een hypotheekverstrekking zijn hierdoor ingewikkelder en kunnen duurder uitvallen. Drijvende constructies kunnen getypeerd worden als onroerende goederen als ze verankerd zijn in de grond maar ook als ze verbonden zijn met leidingen. Het kan hier bijvoorbeeld gaan om elektriciteit- of waterleidingen waarmee de drijvende constructies zijn verbonden met het land1.

Terughoudendheid
Door de toenemende ruimtedruk en de stijgende zeespiegel is bouwend Nederland genoodzaakt alternatieven te zoeken voor nieuwe woningbouwprojecten. Bouwen op het water is een mogelijke oplossing, maar is er wel vraag naar onder de consument? Onderzoek van de Stuurgroep Experimenten Volkshuisvestiging (SEV) heeft uitgewezen dat het waterwonen draagvlak kent onder de Nederlandse bevolking. De voordelen zoals vrijheid, natuur en uitzicht spreken mensen aan om de stap te maken naar wonen op het water. Ontwikkelaars zijn terughoudend met de bouw van waterwoningen door de huidige onduidelijke wet- en regelgeving. Dit probleem speelt ook bij de consument om een waterwoning aan te schaffen.

Natrekking
De drijvende woningen in IJburg zijn een voorbeeld van een oplossing van het juridische probleem. De gemeente Amsterdam heeft in IJburg een aantal waterkavels gereserveerd voor het realiseren van drijvende woningen. De drijvende woningen die gebouwd worden krijgen de juridische status van onroerend goed. Deze status krijgt het woonschip niet zomaar, er gelden een aantal voorwaarden. De waterkavel waar de woonark op komt te liggen moet uitgegeven grond zijn via het erfpachtstelsel. De woonark veranderd in onroerend goed als deze duurzaam via een constructie met de ondergrond verbonden wordt. De gemeente stelt hierbij nog enkele aanvullende eisen. Zo moet de het woonschip voldoen aan de eisen uit het bouwbesluit en mag het schip nooit meer verplaatst worden. Een belangrijke rechtsregel in IJburg is het gegeven dat de eigenaar van het perceel ook eigenaar is van bouwwerken die duurzaam met de grond verbonden zijn. Dit is de “natrekkingsregel”. Met behulp van natrekking kan een drijvende woning van een roerende zaak naar een onroerende zaak gewijzigd worden. De betrokkenheid en visie van de gemeente spelen hierbij een belangrijke rol1.

SEV
De SEV heeft in april 2008 een advies over waterwonen uitgebracht aan minister Cramer van Ruimte en Milieu. De belangrijkste conclusie uit het advies is dat waterwonen een oplossing kan bieden voor de toenemende ruimtebehoefte aan bouwlocaties en waterberging. De SEV stelt vast dat waterwonen beperkt wordt toegepast in Nederland door een onduidelijke wet- en regelgeving. In het advies zijn een aantal voorwaarden opgesteld om waterwonen in de toekomst verder te ontwikkelen. Deze voorwaarden zijn:

  • Leg uit hoe de ‘landregels’ voor woningbouw moeten worden toegepast bij waterwonen;
  • Zorg dat de markt absoluut vertrouwen heeft in de veiligheid van het product;
  • Schep planologische ruimte voor waterstedenbouw van hoge kwaliteit;
  • Stel duidelijke eisen aan de waterkwaliteit en kwantiteit in plangebieden;
  • Haal waterwonen uit de sfeer van het pittoreske maar grillige woonarkenbeleid.

Naast een verbetering van de wet- en regelgeving voor waterwonen, moeten de door de SEV opgestelde voorwaarden vertrouwen scheppen bij de ontwikkelaars en de consument. De uitvoering van de voorwaarden verkleint de drempel om te wonen op het water2.

Conclusie
Waterwonen biedt veel kansen in een land als Nederland door enerzijds een toenemende druk op de ruimte voor wonen en waterberging. Waterwonen is dus dé ideale oplossing, maar de praktijk blijkt nog anders. Problemen door een onduidelijke wet- en regelgeving schept geen vertrouwen bij bouwend Nederland en de consument. De sceptische houding is niet verwonderlijk want de bestuursorganen dragen nog te weinig bij aan de ontwikkeling van waterwonen in Nederland. Zolang deze organen haar wet- en regelgeving niet aanpassen komt waterwonen in Nederland nooit tot grootschalige ontwikkeling.

Noten
(1) Bos, F. (2008). Waterwoning: Natrekking in IJburg. Geraadpleegd op 26-11-2008
www.lwoorg.nl/html/onderwerpen/waterwoning/waterwoning-0008.htm
(2) Singelenberg Jeroen (z.d.) SEV advies inzake waterwonen 23-04-2008. Geraadpleegd 26-11-2008 www.sev.nl/publicaties/publicaov-all.asp?vorige=volgende&pagina=2&prog_id=0#903

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Waterwonen valt in het water door wet- en regelgeving | Infrasite

Waterwonen valt in het water door wet- en regelgeving

Het onderstaande artikel is geschreven als eindopdracht voor de collegereeks Mobiliteit en Ruimte. Dit vak wordt gegeven aan alle 4e-jaarsstudenten Ruimtelijke Ordening & Planologie (ROP) en Verkeerskunde (VK) aan de NHTV international hogeschool Breda.

Waterwonen valt in het water door wet- en regelgeving
Door: NHTV Studenten, J. Metz, S. van Vooren, P. van Westen.

Van kleinschalige woningbouwprojecten in riviergebieden tot hele drijvende steden op zee. Er zijn genoeg ideeën om water te gebruiken als bouwlocatie. Maar toch lukt het niet drijvend bouwen op grote schaal toe te passen. Op dit moment telt Nederland slechts 175 drijvende woningen terwijl ons land bekend staat als het gidsland wat betreft drijvend bouwen. Tekortkomingen in wet- en regelgeving en een niet goed afgestemd beleid van waterschappen en lokale overheden zijn hiervoor medeverantwoordelijk. Mede hierdoor zijn ontwikkelaars en consumenten terughoudend voor het concept waterwonen.

Mentaliteitsverandering
Uit verschillende onderzoeken blijkt dat het klimaat veranderd en dat de zeespiegel stijgt. Dit heeft grote consequenties voor de waterberging. Waar moet Nederland het water kwijt? En hoe beschermt Nederland de bebouwing? Bouwen op het water beantwoordt de behoeften op deze twee vragen, dit vergt een mentaliteitsverandering. Door de eeuwen heen hebben mensen gevochten tegen het water, bij het gebruik van water als bouwlocatie krijgt het water weer de ruimte. Drijvend bouwen biedt daarbij belangrijke voordelen. Het speelt in op de vraag naar toename van extra bergingscapaciteit van water omdat wonen en waterberging hier samengaan.

Roerend of onroerend?
Een probleem bij waterwoningen is de onduidelijkheid in de wet- en regelgeving voor deze woonvorm. Een waterwoning wordt gezien als een woonschip dat de status heeft van een roerende zaak. Hier komt het juridische probleem aan het licht, bij de koop van een woning is hypotheekrecht noodzakelijk bij afsluiting van een hypotheek. Bij inschrijving van een landwoning in het kadaster verkrijgt men dit recht, in tegenstelling tot een woonschip waar inschrijving bij het scheepsregister verplicht is. De gevolgen voor een hypotheekverstrekking zijn hierdoor ingewikkelder en kunnen duurder uitvallen. Drijvende constructies kunnen getypeerd worden als onroerende goederen als ze verankerd zijn in de grond maar ook als ze verbonden zijn met leidingen. Het kan hier bijvoorbeeld gaan om elektriciteit- of waterleidingen waarmee de drijvende constructies zijn verbonden met het land1.

Terughoudendheid
Door de toenemende ruimtedruk en de stijgende zeespiegel is bouwend Nederland genoodzaakt alternatieven te zoeken voor nieuwe woningbouwprojecten. Bouwen op het water is een mogelijke oplossing, maar is er wel vraag naar onder de consument? Onderzoek van de Stuurgroep Experimenten Volkshuisvestiging (SEV) heeft uitgewezen dat het waterwonen draagvlak kent onder de Nederlandse bevolking. De voordelen zoals vrijheid, natuur en uitzicht spreken mensen aan om de stap te maken naar wonen op het water. Ontwikkelaars zijn terughoudend met de bouw van waterwoningen door de huidige onduidelijke wet- en regelgeving. Dit probleem speelt ook bij de consument om een waterwoning aan te schaffen.

Natrekking
De drijvende woningen in IJburg zijn een voorbeeld van een oplossing van het juridische probleem. De gemeente Amsterdam heeft in IJburg een aantal waterkavels gereserveerd voor het realiseren van drijvende woningen. De drijvende woningen die gebouwd worden krijgen de juridische status van onroerend goed. Deze status krijgt het woonschip niet zomaar, er gelden een aantal voorwaarden. De waterkavel waar de woonark op komt te liggen moet uitgegeven grond zijn via het erfpachtstelsel. De woonark veranderd in onroerend goed als deze duurzaam via een constructie met de ondergrond verbonden wordt. De gemeente stelt hierbij nog enkele aanvullende eisen. Zo moet de het woonschip voldoen aan de eisen uit het bouwbesluit en mag het schip nooit meer verplaatst worden. Een belangrijke rechtsregel in IJburg is het gegeven dat de eigenaar van het perceel ook eigenaar is van bouwwerken die duurzaam met de grond verbonden zijn. Dit is de “natrekkingsregel”. Met behulp van natrekking kan een drijvende woning van een roerende zaak naar een onroerende zaak gewijzigd worden. De betrokkenheid en visie van de gemeente spelen hierbij een belangrijke rol1.

SEV
De SEV heeft in april 2008 een advies over waterwonen uitgebracht aan minister Cramer van Ruimte en Milieu. De belangrijkste conclusie uit het advies is dat waterwonen een oplossing kan bieden voor de toenemende ruimtebehoefte aan bouwlocaties en waterberging. De SEV stelt vast dat waterwonen beperkt wordt toegepast in Nederland door een onduidelijke wet- en regelgeving. In het advies zijn een aantal voorwaarden opgesteld om waterwonen in de toekomst verder te ontwikkelen. Deze voorwaarden zijn:

  • Leg uit hoe de ‘landregels’ voor woningbouw moeten worden toegepast bij waterwonen;
  • Zorg dat de markt absoluut vertrouwen heeft in de veiligheid van het product;
  • Schep planologische ruimte voor waterstedenbouw van hoge kwaliteit;
  • Stel duidelijke eisen aan de waterkwaliteit en kwantiteit in plangebieden;
  • Haal waterwonen uit de sfeer van het pittoreske maar grillige woonarkenbeleid.

Naast een verbetering van de wet- en regelgeving voor waterwonen, moeten de door de SEV opgestelde voorwaarden vertrouwen scheppen bij de ontwikkelaars en de consument. De uitvoering van de voorwaarden verkleint de drempel om te wonen op het water2.

Conclusie
Waterwonen biedt veel kansen in een land als Nederland door enerzijds een toenemende druk op de ruimte voor wonen en waterberging. Waterwonen is dus dé ideale oplossing, maar de praktijk blijkt nog anders. Problemen door een onduidelijke wet- en regelgeving schept geen vertrouwen bij bouwend Nederland en de consument. De sceptische houding is niet verwonderlijk want de bestuursorganen dragen nog te weinig bij aan de ontwikkeling van waterwonen in Nederland. Zolang deze organen haar wet- en regelgeving niet aanpassen komt waterwonen in Nederland nooit tot grootschalige ontwikkeling.

Noten
(1) Bos, F. (2008). Waterwoning: Natrekking in IJburg. Geraadpleegd op 26-11-2008
www.lwoorg.nl/html/onderwerpen/waterwoning/waterwoning-0008.htm
(2) Singelenberg Jeroen (z.d.) SEV advies inzake waterwonen 23-04-2008. Geraadpleegd 26-11-2008 www.sev.nl/publicaties/publicaov-all.asp?vorige=volgende&pagina=2&prog_id=0#903

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Een uitgave van ProMedia Group
ProMedia Group
ProMedia Group
Weena 505 B18
3013 AL Rotterdam

Tel: +31 (0)10-280-1024
redactie@infrasite.nl