Aanpak Mobiliteitsprojecten Anders Betalen voor Mobiliteit

Minster Eurlings van Verkeer en Waterstaat heeft, vooruitlopend op de invoering van de kilometerprijs, een plan van aanpak gemaakt voor mobiliteitsprojecten. Dit plan is tot stand gekomen in overleg met regionale overheden, maatschappelijke organisaties, werkgevers en technologie providers. Het doel van deze mobiliteitsprojecten is tweeledig. Enerzijds levert het Rijk een bijdrage in het verbeteren van de regionale bereikbaarheid. Anderzijds wordt private partijen de kans geboden om in de praktijk ervaring op te doen met voor de kilometerprijs belangrijke ingrediënten zoals techniek, verwerking van gegevens, organisatie en de toepassing van innovatieve ideeën.

Op 1 juli 2008 heeft Minister Eurlings het plan van aanpak voor mobiliteitsprojecten uiteengezet in een brief aan de Tweede Kamer. Hieronder vindt u de volledige kamerbrief.

Geachte voorzitter,

Met deze brief wil ik u informeren over de door mij beoogde aanpak en regeling voor de mobiliteitsprojecten in het kader van Anders Betalen voor Mobiliteit (ABvM). Na een korte introductie maak ik in deze brief doelstelling, aanpak, procedure en beoordelingskader voor de regeling bekend.

Introductie

In mijn brief aan de Kamer van 30 november 2007 (Kamerstukken II, 31 105, nr 1, kenmerk VENW/DGP-2007/6277) heb ik aangekondigd dat op weg naar de invoering van de kilometerprijs, vanaf 2008 tot en met 2011, mobiliteitsprojecten uitgevoerd worden met als doel nog voor de introductie van de kilometerprijs voor personenauto’s (2012) de techniek te testen en gedrags- en bereikbaarheidseffecten te realiseren. Hiervoor is komende jaren in totaal € 100 mln ter beschikking gesteld.

De mobiliteitsprojecten ABvM worden in samenhang gezien met de Taskforce Mobiliteitsmanagement onder leiding van Lodewijk de Waal. De mobiliteitsprojecten zullen goed moeten aansluiten bij de korte termijn acties (voor deze kabinetsperiode) die in september met de MobiliteitsAanpak worden aangekondigd. Het gaat dan onder meer om het actieprogramma Wegen, waarin nadere uitwerking wordt gegeven aan het Beleidskader Benutten.

* De Taskforce is gevraagd om voor 1 september 2008 met concrete voorstellen te komen voor maatregelen die de files verminderen. De voorstellen zullen betrekking hebben op afspraken tussen werkgevers en werknemers in de sfeer van arbeidsvoorwaarden. Het kan gaan om het woonwerk- en zakelijk verkeer, telewerken, flexibele werktijden en het stimuleren van het gebruik van de fiets en het openbaar vervoer. Daarnaast zal de Taskforce op regionaal niveau de totstandkoming van convenanten bevorderen die de bereikbaarheid moeten verbeteren.

* Tevens wordt op dit moment in het kader van de MobiliteitsAanpak gewerkt aan de uitwerking van het beleidskader Benutten. Voor een pakket benuttingsmaatregelen heb ik in de periode 2009-2012 een bedrag van € 200 mln ter beschikking gesteld. Dit pakket is met name gericht op de file top-50 en verbetering van de aansluitingen tussen het Hoofdwegennet en het Onderliggende wegennet.

Met de hierboven beschreven benadering (Mobiliteitsprojecten ABvM, Taskforce Mobiliteitsmanagement, MobiliteitsAanpak, Beter Benutten) wordt zowel ingezet op verkeersmanagement (optimalisatie van het gebruik van infrastructuur) als op het optimaal verkennen van de mogelijkheden van ICT-diensten voor de verbetering van de bereikbaarheid.

De in deze notitie beschreven aanpak voor de mobiliteitsprojecten ABvM is gedeeld met diverse marktpartijen (via de Special Knowledge Group ABvM in het kader van Connekt), regionale overheden en grote werkgevers en is in het Nationaal Mobiliteit Beraad (NMB) aan de orde geweest. Belangrijkste aanbevelingen van deze partijen waren:

* Neerzetten van een beperkt aantal zichtbare projecten van significante grootte, dan wel kleinere projecten met de intentie deze op te schalen en met een voldoende looptijd om gedragseffecten te onderzoeken;

* Gebruik maken van reeds lopende initiatieven;

* Verschillende belanghebbende partijen (werkgevers, regio’s etc.) moeten (al liefst in vroeger stadium) betrokken zijn bij vormgeven en selectie van projecten voor betere publieksacceptatie en onderzoeken van gedragseffecten;

* Er kunnen problemen ontstaan met cofinanciering van (grootschalige) projecten indien maximaal slechts 50% van de totale kosten wordt gesubsidieerd;

* Doelstelling, doelgroep en focus van de regeling duidelijk maken.

Bij de uitwerking van de afspraken rondom de aanpak mobiliteitsprojecten ABvM en de voorbereiding van het regionale maatregelenpakket worden de volgende rollen gezien voor de aangesloten partijen:

* NMB en decentrale overheden: vaststellen van de uitgangspunten en vervolgens een centrale rol in de regio, gericht op de totstandkoming van ambitieuze convenanten en daar mee het verbeteren van de bereikbaarheid. Voorts zijn overheden ook betrokken als werkgevers die tot mobiliteitsafspraken komen met werknemers;

* Maatschappelijke partijen in de Klankbordgroep ABvM: deze zijn zoals bij het traject Kilometerprijs aangesloten als adviseurs, actieve meedenkers en vervolgens als mede-initiators door aanspreken en stimuleren van leden en achterban om mee te werken;

* Bedrijfsleven, georganiseerd in het kennisplatform Connekt: als leverancier van creatieve concepten, ideeën en mobiliteitsdiensten;

* Voorts is het bedrijfsleven regionaal aangesloten als werkgever die participeren in de Taskforce Mobiliteitsmanagement en die tot mobiliteitsafspraken komen met hun werknemers.

Beschrijving mobiliteitsprojecten ABvM

Mobiliteitsprojecten ABvM kunnen als volgt worden gekenmerkt:

* Mobiliteitsprojecten ABvM zijn (tijdelijke) projecten die leiden tot gedragsverandering, enerzijds door prijsprikkels ter beperking van gebruik van de auto en anderzijds door Value Added Services of Intelligente Transportsystemen(VAS/ITS-diensten);

* De mobiliteitsprojecten ABvM worden ingezet in de zes regio’s waar de Taskforce Mobiliteitsmanagement actief is;

* De mobiliteitsprojecten ABvM zijn onderdeel van een integraal pakket aan maatregelen waarover per regio middels een convenant in het kader van de regionale Taskforce Mobiliteitsmanagement afspraken worden gemaakt;

* Mobiliteitsprojecten ABvM (gedragsveranderingen) zijn van kritische omvang (schaal) danwel opschaalbaar om zodoende te leiden tot significante congestiereductie;

* Mobiliteitsprojecten ABvM zijn efficiënt in termen van kosten versus bereikbaarheidseffecten;

* Mobiliteitsprojecten ABvM zijn tijdig gerealiseerd omdat de effecten voor invoering van de kilometerprijs voor personenauto’s (2012) gehaald moeten worden;

* Het initiatief voor de mobiliteitsprojecten ABvM komt vanuit de regio’s;

* Mobiliteitsprojecten ABvM sluiten goed aan op andere (korte termijn) maatregelen die in het kader van de MobiliteitsAanpak in september 2008 worden gepresenteerd.

Kansen mobiliteitsprojecten ABvM in relatie tot de kilometerprijs

De mobiliteitsprojecten dragen vooruitlopend op de kilometerprijs bij aan:

* Het verbeteren van de regionale bereikbaarheid;

* Bewustwording van de mobiliteitskeuzen bij weggebruikers te stimuleren;

* Kennis van/inzicht in gedragseffecten bij weggebruikers als gevolg van prijsprikkels en VAS/ITS-diensten;

* Acceptatie van on-board equipment (OBE) door weggebruikers;

* Mogelijke verbetering van de business case van de kilometerprijs door het stimuleren van VAS/ITS-diensten;

* Inzicht in/ervaringen met diverse (oa. technische) aspecten ten behoeve van implementatie/certificering van service providers;

* Ontwikkeling van een markt met meerdere service providers.

Private partijen wordt door de mobiliteitsprojecten de mogelijkheid geboden satellietgebonden techniek op grotere schaal in een regio te gebruiken en/of Value Added Services in de markt te zetten. Dit zijn expliciet geen technische tests in het kader van de kilometerprijs. Daarvoor loopt een afzonderlijk traject bij het project Kilometerprijs, dat uiteindelijk uitmondt in een grootschalige praktijktest: Proof of Concept. Ook biedt ABvM de private partijen de mogelijkheid de ervaringen van de mobiliteitsprojecten in te brengen in het certificeringstraject van de service providers in het kader van de kilometerprijs. Dit certificeringstraject zal na goedkeuring van het partieel uitvoeringsbesluit door de Tweede Kamer worden opgestart. ABvM ondersteunt dit traject door het op dat moment vigerende concept functioneel Programma van Eisen van de Kilometerprijs aan belangstellenden ter beschikking te stellen.

Het is echter niet wenselijk dat de mobiliteitsprojecten het benodigde level playing field voor de aanbesteding van (elementen van) de kilometerprijs en/of het ontstaan van service providers in het kader van de kilometerprijs verstoren. Marktpartijen kunnen aan de gehanteerde techniek voor de mobiliteitsprojecten geen rechten of voorkeursposities ontlenen ten behoeve van de kilometerprijs. Verder zullen de resultaten van evaluatie en monitoring voor zover mogelijk openbaar toegankelijk worden gemaakt.

Aanpak en procedure

Voor de uitwerking van de mobiliteitsprojecten ABvM wordt aansluiting gezocht bij het proces van de Taskforce Mobiliteitsmanagement onder leiding van Lodewijk de Waal. In de Taskforce zitten de relevante partners (sociale partners, decentrale overheden, bedrijfsleven en de rijksoverheid) om tot regionale afspraken over mobiliteitsmanagement te komen. De mobiliteitsprojecten ABvM zijn een onderdeel van de regionale convenanten die in het kader van de Taskforce vóór 1 september gereed moeten zijn. De mobiliteitsprojecten ABvM krijgen gestalte in die regio’s waar de Taskforce actief is en waar de problematiek met betrekking tot bereikbaarheid en leefbaarheid het grootst is, te weten de regio’s Amsterdam, Utrecht, Haaglanden, Rotterdam, Eindhoven/Den Bosch en Arnhem/Nijmegen. Met deze regionale focus wordt tevens beoogd versnippering van het budget voor mobiliteitsprojecten ABvM te voorkomen. Regio’s komen pas in aanmerking voor een financiële bijdrage vanuit ABvM als in de regionale taskforces concrete afspraken zijn gemaakt over mobiliteitsmanagement in brede zin.

Op basis van de regionale convenanten worden tussen V&W en regionale overheden voor de mobiliteitsprojecten ABvM zogenoemde uitvoeringsconvenanten afgesloten. In de uitvoeringsconvenanten worden afspraken gemaakt over de financiële bijdrage die de regio’s voor deze mobiliteitsprojecten van V&W ontvangen. De financiële bijdrage wordt verstrekt door middel van een specifieke ophoging van de brede doeluitkering verkeer en vervoer (hierna: BDU verkeer en vervoer). De bijdrage van ABvM aan de mobiliteitsprojecten ABvM bedraagt maximaal 75% van de contractkosten (raming van uitvoeringskosten) van de aan te besteden diensten c.q. leveranties. Plusregio’s dienen, als ontvanger van de BDU verkeer en vervoer, financiële afspraken te maken met de regionale partijen die als contractpartij zullen optreden in de uit te vragen mobiliteitsprojecten ABvM. De uit te vragen mobiliteitsprojecten ABvM dienen volgens de vigerende (Europese) aanbestedingsregelgeving aanbesteed te worden.

Planning mobiliteitsprojecten ABvM

Conform planning van de Taskforce moeten de voorgestelde maatregelenpakketten op convenantniveau vóór 1 september 2008 gereed zijn. Dit sluit ook goed aan op de presentatie van de MobiliteitsAanpak, voorzien op of rond Prinsjesdag 2008. Vervolgens dienen de eerste uitvoeringsconvenanten ten behoeve van mobiliteitsprojecten ABvM uiterlijk 1 november 2008 ondertekend te zijn. Dit om in aanmerking te komen voor een ophoging van de BDU-gelden in december van dit jaar (e.e.a. conform de Beleidsregel en Uitvoeringsregeling BDU verkeer en vervoer). De eerste mobiliteitsprojecten ABvM kunnen hiermee in de loop van 2009 operationeel zijn. BDU-gelden ten behoeve van volgende uitvoeringsconvenanten worden toegekend op basis van volgorde waarop de uitvoeringsconvenanten tussen V&W en de regio’s gesloten worden.

Over de voortgang van de mobiliteitsprojecten ABvM zal ik u halfjaarlijks informeren.

Hoogachtend,

DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT, Camiel Eurlings

Bijlagen

1. Procedure mobiliteitsprojecten ABvM

2. Beoordelingskader mobiliteitsprojecten ABvM

3. Evaluatie en monitoring van effecten Taskforce Mobiliteitsmanagement en mobiliteitsprojecten ABvM

U vindt de bijlagen in de kamerbrief 20084960 Aanpak Mobilteitsprojecten Anders Betalen voor Mobiliteit
Kamerstuk | 01-07-2008
op de website van VenW.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Aanpak Mobiliteitsprojecten Anders Betalen voor Mobiliteit | Infrasite

Aanpak Mobiliteitsprojecten Anders Betalen voor Mobiliteit

Minster Eurlings van Verkeer en Waterstaat heeft, vooruitlopend op de invoering van de kilometerprijs, een plan van aanpak gemaakt voor mobiliteitsprojecten. Dit plan is tot stand gekomen in overleg met regionale overheden, maatschappelijke organisaties, werkgevers en technologie providers. Het doel van deze mobiliteitsprojecten is tweeledig. Enerzijds levert het Rijk een bijdrage in het verbeteren van de regionale bereikbaarheid. Anderzijds wordt private partijen de kans geboden om in de praktijk ervaring op te doen met voor de kilometerprijs belangrijke ingrediënten zoals techniek, verwerking van gegevens, organisatie en de toepassing van innovatieve ideeën.

Op 1 juli 2008 heeft Minister Eurlings het plan van aanpak voor mobiliteitsprojecten uiteengezet in een brief aan de Tweede Kamer. Hieronder vindt u de volledige kamerbrief.

Geachte voorzitter,

Met deze brief wil ik u informeren over de door mij beoogde aanpak en regeling voor de mobiliteitsprojecten in het kader van Anders Betalen voor Mobiliteit (ABvM). Na een korte introductie maak ik in deze brief doelstelling, aanpak, procedure en beoordelingskader voor de regeling bekend.

Introductie

In mijn brief aan de Kamer van 30 november 2007 (Kamerstukken II, 31 105, nr 1, kenmerk VENW/DGP-2007/6277) heb ik aangekondigd dat op weg naar de invoering van de kilometerprijs, vanaf 2008 tot en met 2011, mobiliteitsprojecten uitgevoerd worden met als doel nog voor de introductie van de kilometerprijs voor personenauto’s (2012) de techniek te testen en gedrags- en bereikbaarheidseffecten te realiseren. Hiervoor is komende jaren in totaal € 100 mln ter beschikking gesteld.

De mobiliteitsprojecten ABvM worden in samenhang gezien met de Taskforce Mobiliteitsmanagement onder leiding van Lodewijk de Waal. De mobiliteitsprojecten zullen goed moeten aansluiten bij de korte termijn acties (voor deze kabinetsperiode) die in september met de MobiliteitsAanpak worden aangekondigd. Het gaat dan onder meer om het actieprogramma Wegen, waarin nadere uitwerking wordt gegeven aan het Beleidskader Benutten.

* De Taskforce is gevraagd om voor 1 september 2008 met concrete voorstellen te komen voor maatregelen die de files verminderen. De voorstellen zullen betrekking hebben op afspraken tussen werkgevers en werknemers in de sfeer van arbeidsvoorwaarden. Het kan gaan om het woonwerk- en zakelijk verkeer, telewerken, flexibele werktijden en het stimuleren van het gebruik van de fiets en het openbaar vervoer. Daarnaast zal de Taskforce op regionaal niveau de totstandkoming van convenanten bevorderen die de bereikbaarheid moeten verbeteren.

* Tevens wordt op dit moment in het kader van de MobiliteitsAanpak gewerkt aan de uitwerking van het beleidskader Benutten. Voor een pakket benuttingsmaatregelen heb ik in de periode 2009-2012 een bedrag van € 200 mln ter beschikking gesteld. Dit pakket is met name gericht op de file top-50 en verbetering van de aansluitingen tussen het Hoofdwegennet en het Onderliggende wegennet.

Met de hierboven beschreven benadering (Mobiliteitsprojecten ABvM, Taskforce Mobiliteitsmanagement, MobiliteitsAanpak, Beter Benutten) wordt zowel ingezet op verkeersmanagement (optimalisatie van het gebruik van infrastructuur) als op het optimaal verkennen van de mogelijkheden van ICT-diensten voor de verbetering van de bereikbaarheid.

De in deze notitie beschreven aanpak voor de mobiliteitsprojecten ABvM is gedeeld met diverse marktpartijen (via de Special Knowledge Group ABvM in het kader van Connekt), regionale overheden en grote werkgevers en is in het Nationaal Mobiliteit Beraad (NMB) aan de orde geweest. Belangrijkste aanbevelingen van deze partijen waren:

* Neerzetten van een beperkt aantal zichtbare projecten van significante grootte, dan wel kleinere projecten met de intentie deze op te schalen en met een voldoende looptijd om gedragseffecten te onderzoeken;

* Gebruik maken van reeds lopende initiatieven;

* Verschillende belanghebbende partijen (werkgevers, regio’s etc.) moeten (al liefst in vroeger stadium) betrokken zijn bij vormgeven en selectie van projecten voor betere publieksacceptatie en onderzoeken van gedragseffecten;

* Er kunnen problemen ontstaan met cofinanciering van (grootschalige) projecten indien maximaal slechts 50% van de totale kosten wordt gesubsidieerd;

* Doelstelling, doelgroep en focus van de regeling duidelijk maken.

Bij de uitwerking van de afspraken rondom de aanpak mobiliteitsprojecten ABvM en de voorbereiding van het regionale maatregelenpakket worden de volgende rollen gezien voor de aangesloten partijen:

* NMB en decentrale overheden: vaststellen van de uitgangspunten en vervolgens een centrale rol in de regio, gericht op de totstandkoming van ambitieuze convenanten en daar mee het verbeteren van de bereikbaarheid. Voorts zijn overheden ook betrokken als werkgevers die tot mobiliteitsafspraken komen met werknemers;

* Maatschappelijke partijen in de Klankbordgroep ABvM: deze zijn zoals bij het traject Kilometerprijs aangesloten als adviseurs, actieve meedenkers en vervolgens als mede-initiators door aanspreken en stimuleren van leden en achterban om mee te werken;

* Bedrijfsleven, georganiseerd in het kennisplatform Connekt: als leverancier van creatieve concepten, ideeën en mobiliteitsdiensten;

* Voorts is het bedrijfsleven regionaal aangesloten als werkgever die participeren in de Taskforce Mobiliteitsmanagement en die tot mobiliteitsafspraken komen met hun werknemers.

Beschrijving mobiliteitsprojecten ABvM

Mobiliteitsprojecten ABvM kunnen als volgt worden gekenmerkt:

* Mobiliteitsprojecten ABvM zijn (tijdelijke) projecten die leiden tot gedragsverandering, enerzijds door prijsprikkels ter beperking van gebruik van de auto en anderzijds door Value Added Services of Intelligente Transportsystemen(VAS/ITS-diensten);

* De mobiliteitsprojecten ABvM worden ingezet in de zes regio’s waar de Taskforce Mobiliteitsmanagement actief is;

* De mobiliteitsprojecten ABvM zijn onderdeel van een integraal pakket aan maatregelen waarover per regio middels een convenant in het kader van de regionale Taskforce Mobiliteitsmanagement afspraken worden gemaakt;

* Mobiliteitsprojecten ABvM (gedragsveranderingen) zijn van kritische omvang (schaal) danwel opschaalbaar om zodoende te leiden tot significante congestiereductie;

* Mobiliteitsprojecten ABvM zijn efficiënt in termen van kosten versus bereikbaarheidseffecten;

* Mobiliteitsprojecten ABvM zijn tijdig gerealiseerd omdat de effecten voor invoering van de kilometerprijs voor personenauto’s (2012) gehaald moeten worden;

* Het initiatief voor de mobiliteitsprojecten ABvM komt vanuit de regio’s;

* Mobiliteitsprojecten ABvM sluiten goed aan op andere (korte termijn) maatregelen die in het kader van de MobiliteitsAanpak in september 2008 worden gepresenteerd.

Kansen mobiliteitsprojecten ABvM in relatie tot de kilometerprijs

De mobiliteitsprojecten dragen vooruitlopend op de kilometerprijs bij aan:

* Het verbeteren van de regionale bereikbaarheid;

* Bewustwording van de mobiliteitskeuzen bij weggebruikers te stimuleren;

* Kennis van/inzicht in gedragseffecten bij weggebruikers als gevolg van prijsprikkels en VAS/ITS-diensten;

* Acceptatie van on-board equipment (OBE) door weggebruikers;

* Mogelijke verbetering van de business case van de kilometerprijs door het stimuleren van VAS/ITS-diensten;

* Inzicht in/ervaringen met diverse (oa. technische) aspecten ten behoeve van implementatie/certificering van service providers;

* Ontwikkeling van een markt met meerdere service providers.

Private partijen wordt door de mobiliteitsprojecten de mogelijkheid geboden satellietgebonden techniek op grotere schaal in een regio te gebruiken en/of Value Added Services in de markt te zetten. Dit zijn expliciet geen technische tests in het kader van de kilometerprijs. Daarvoor loopt een afzonderlijk traject bij het project Kilometerprijs, dat uiteindelijk uitmondt in een grootschalige praktijktest: Proof of Concept. Ook biedt ABvM de private partijen de mogelijkheid de ervaringen van de mobiliteitsprojecten in te brengen in het certificeringstraject van de service providers in het kader van de kilometerprijs. Dit certificeringstraject zal na goedkeuring van het partieel uitvoeringsbesluit door de Tweede Kamer worden opgestart. ABvM ondersteunt dit traject door het op dat moment vigerende concept functioneel Programma van Eisen van de Kilometerprijs aan belangstellenden ter beschikking te stellen.

Het is echter niet wenselijk dat de mobiliteitsprojecten het benodigde level playing field voor de aanbesteding van (elementen van) de kilometerprijs en/of het ontstaan van service providers in het kader van de kilometerprijs verstoren. Marktpartijen kunnen aan de gehanteerde techniek voor de mobiliteitsprojecten geen rechten of voorkeursposities ontlenen ten behoeve van de kilometerprijs. Verder zullen de resultaten van evaluatie en monitoring voor zover mogelijk openbaar toegankelijk worden gemaakt.

Aanpak en procedure

Voor de uitwerking van de mobiliteitsprojecten ABvM wordt aansluiting gezocht bij het proces van de Taskforce Mobiliteitsmanagement onder leiding van Lodewijk de Waal. In de Taskforce zitten de relevante partners (sociale partners, decentrale overheden, bedrijfsleven en de rijksoverheid) om tot regionale afspraken over mobiliteitsmanagement te komen. De mobiliteitsprojecten ABvM zijn een onderdeel van de regionale convenanten die in het kader van de Taskforce vóór 1 september gereed moeten zijn. De mobiliteitsprojecten ABvM krijgen gestalte in die regio’s waar de Taskforce actief is en waar de problematiek met betrekking tot bereikbaarheid en leefbaarheid het grootst is, te weten de regio’s Amsterdam, Utrecht, Haaglanden, Rotterdam, Eindhoven/Den Bosch en Arnhem/Nijmegen. Met deze regionale focus wordt tevens beoogd versnippering van het budget voor mobiliteitsprojecten ABvM te voorkomen. Regio’s komen pas in aanmerking voor een financiële bijdrage vanuit ABvM als in de regionale taskforces concrete afspraken zijn gemaakt over mobiliteitsmanagement in brede zin.

Op basis van de regionale convenanten worden tussen V&W en regionale overheden voor de mobiliteitsprojecten ABvM zogenoemde uitvoeringsconvenanten afgesloten. In de uitvoeringsconvenanten worden afspraken gemaakt over de financiële bijdrage die de regio’s voor deze mobiliteitsprojecten van V&W ontvangen. De financiële bijdrage wordt verstrekt door middel van een specifieke ophoging van de brede doeluitkering verkeer en vervoer (hierna: BDU verkeer en vervoer). De bijdrage van ABvM aan de mobiliteitsprojecten ABvM bedraagt maximaal 75% van de contractkosten (raming van uitvoeringskosten) van de aan te besteden diensten c.q. leveranties. Plusregio’s dienen, als ontvanger van de BDU verkeer en vervoer, financiële afspraken te maken met de regionale partijen die als contractpartij zullen optreden in de uit te vragen mobiliteitsprojecten ABvM. De uit te vragen mobiliteitsprojecten ABvM dienen volgens de vigerende (Europese) aanbestedingsregelgeving aanbesteed te worden.

Planning mobiliteitsprojecten ABvM

Conform planning van de Taskforce moeten de voorgestelde maatregelenpakketten op convenantniveau vóór 1 september 2008 gereed zijn. Dit sluit ook goed aan op de presentatie van de MobiliteitsAanpak, voorzien op of rond Prinsjesdag 2008. Vervolgens dienen de eerste uitvoeringsconvenanten ten behoeve van mobiliteitsprojecten ABvM uiterlijk 1 november 2008 ondertekend te zijn. Dit om in aanmerking te komen voor een ophoging van de BDU-gelden in december van dit jaar (e.e.a. conform de Beleidsregel en Uitvoeringsregeling BDU verkeer en vervoer). De eerste mobiliteitsprojecten ABvM kunnen hiermee in de loop van 2009 operationeel zijn. BDU-gelden ten behoeve van volgende uitvoeringsconvenanten worden toegekend op basis van volgorde waarop de uitvoeringsconvenanten tussen V&W en de regio’s gesloten worden.

Over de voortgang van de mobiliteitsprojecten ABvM zal ik u halfjaarlijks informeren.

Hoogachtend,

DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT, Camiel Eurlings

Bijlagen

1. Procedure mobiliteitsprojecten ABvM

2. Beoordelingskader mobiliteitsprojecten ABvM

3. Evaluatie en monitoring van effecten Taskforce Mobiliteitsmanagement en mobiliteitsprojecten ABvM

U vindt de bijlagen in de kamerbrief 20084960 Aanpak Mobilteitsprojecten Anders Betalen voor Mobiliteit
Kamerstuk | 01-07-2008
op de website van VenW.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Profiteer nu van de introductieaanbieding voor € 10,- per maand.

Bekijk de aanbieding

Auteur: Redactie Infrasite

Bron: Ministerie van Verkeer en Waterstaat